Premium

Teun van Leijsen (Stoov): 'Ik wil weten hoe dingen in elkaar zitten'

Van Leijsen werkte negen jaar bij ABN Amro voordat hij in 2014 Stoov oprichtte, producent van draadloze warmtekussens en -dekens.

Teun van Leijsen

In de energiecrisis kwamen de producten van Stoov in een perfect storm terecht en groeide de omzet sterk. Maar mede dankzij de concurrentie, doet Van Leijsen er alles aan om met een duurzaam kwaliteitsmerk voorop te blijven lopen. Een gesprek met Merkpionier Van Leijsen. 

WB: Je studeerde bedrijfskunde in Amsterdam. Wat voor een student was je eigenlijk?
TvL:

‘Ik was een hele serieuze student. Heb nooit een hertentamen gedaan, ging er full focus op.’

Was je toen al ondernemend?

‘Nou, ik deed ondernemende dingen tijdens mijn studie; van feesten organiseren tot telefoontjes in- en verkopen. Ik was altijd wel bezig met handel en wandel. Maar heb uiteindelijk wel de keuze gemaakt om voor een serieus bedrijf te gaan werken. Daar leer je veel. Je komt er interessante mensen tegen en als mens groeide ik er enorm. Ik zeg weleens tegen mensen die voor zichzelf willen beginnen; begin zo snel mogelijk - niet pas als je al een gezin en hypotheek hebt, zoals ik. Maar tegelijkertijd vallen zij weer in valkuilen die ik dankzij mijn ervaring bij ABN Amro heb weten te vermijden.’

Waarom ging je weg bij ABN Amro?

‘De cultuur paste niet bij mij. En ik had heel erg de behoefte om iets tastbaars te maken. Iets waar emotie in zit. Dat is bij een bank moeilijk te vinden.’

Wat heb je van de bank meegenomen naar Stoov?

‘ABN Amro is zo’n sterk merk dat je bij sales-activiteiten altijd namens een hele gerenommeerde naam binnenkomt. Dus toen ik voor mezelf begon wilde ik een betrouwbaar merk maken, waarvan mensen denken, oh, die naam ken ik.’

Het idee van Stoov was geïnspireerd op de stoelverwarming in je auto die je zelf met de soldeerbout repareerde. Ben je zo handig?

‘Ik ben vooral heel nieuwsgierig, ik wil weten hoe dingen in elkaar zitten. Toen ik in die autostoel keek, dacht ik, waarom alleen in autostoelen? Daarnaast dacht ik regelmatig op een terras dat ik het eigenlijk zonde vond dat al die warme lucht uit die terraswarmers vervloog. In 2012 maakte ik een prototype voor mijn zwangere vrouw. Dat was zo’n beetje de start van Stoov.’

Het kussen is heel zuinig, gebruikt slechts 12 Watt. Was het de eerste in zijn soort?

‘Zeker de eerste met een draadloze toepassing. En de eerste kussens die mooi zijn, die je niet hoeft te verstoppen. Er waren al wel wat initiatieven. Bij de Aldi en Lidl liggen de verwarmde dekens en kussens al twintig jaar in het schap. En zelfs in de horeca, waar ik mijn product in eerste instantie op richtte, bestond het concept al. Maar toen ik me erin ging verdiepen, zag ik nergens ontwikkeling. Ik was ervan overtuigd dat de product-market fit nog niet goed genoeg was. We hebben toen de bestaande technologie gepakt, en het product from scratch opgebouwd.’

Is het product te beschermen?

Lastig. Voor ons zit te de bescherming op het merk en het thought leadership. We willen als beste voorop blijven lopen. Dus de beste warmtebeleving, de beste batterijen en grootste veiligheid. Ik weiger om rotzooi te verkopen. En omdat we het in eerste instantie voor de horeca ontwikkelde, een high-demand omgeving, is het een product dat echt lang meegaat.’

Ik zag dat Hema een kussen op de markt heeft gebracht dat heel erg lijkt op jullie kussen. Hoe ga je daarmee om?

‘Je ziet wel dat ze kijken hoe Stoov dat doet, een warmtekussen maken. Er zijn ook concurrenten die echt één-op-één ons product hebben gekopieerd. Met name als het slaafse nabootsing is dan treden we ertegen op. Maar wij geloven heel erg in het bouwen van een merk en daarin onderscheidend zijn. Dat je met je technologie voorop blijft lopen. En we willen impact maken. Welke materiaalkeuzes maak je, hoe richt je je bedrijf zo duurzaam mogelijk in, daar letten we op. Daarmee behoud je een voorsprong op de concurrentie.’

Was de energiecrisis een handenwrijf-momentje voor Stoov?

‘Het heeft ons zeker geholpen. We hebben in de energiecrisis een heel mooi jaar gehad, want mensen werden zich heel erg bewust van hun energiekosten.’

Iedereen zet zijn thermostaat op 19 en koopt een Stoov-kussen, is dat het idee?

‘Ja, we gaan heel makkelijk om met onze traditionele verwarming, terwijl dat een zeer inefficiënte manier is om lucht te verwarmen. Helemaal in ruimtes die lastig te verwarmen zijn, zoals een open kantoor.’

Op jullie website staat dat je 6,21 euro per jaar aan energie kwijt bent aan een kussen en dat je 150 euro aan energie op je energierekening kunt besparen. Trekt dat mensen over de streep?

‘Ja, het helpt wel. En met name in herhaal-orders zien we dat terug; mensen leggen steeds meer Stoovjes in huis. Vorig jaar hebben we een impactrapport gemaakt en zijn we gaan uitvragen bij klanten hoe zij hun kussens gebruiken in relatie tot de thermostaat. Dan kun je aantonen dat een kussen binnen acht maanden is terugverdiend. We zijn nu zelfs bezig met het maken van testkussens die gebruikersdata kunnen delen met ons. Dan weten we het nog preciezer.’

Is dat een persoonlijke hobby van je of echt nodig om consumenten te overtuigen?

‘We willen niet alleen een mooi verhaal vertellen, maar ook dat ons concept daadwerkelijk een fundament heeft waarmee je impact kunt maken.’

Zat die duurzaamheidsmotivatie altijd al in jou?

‘Ik ben een efficiency-mens, dus ik zit altijd na te denken over hoe dingen beter kunnen of met minder energie. Dat drijft mij vooral. Hoe je de planeet achterlaat, is wel belangrijker geworden sinds ik vader ben. En ik heb een hekel aan verspilling. Ik ben opgevoed in een Brabants dorp en als ik de tuin in rende omdat ik buiten wilde spelen, dan werd er geroepen: 'Deuren dicht, we stoken niet voor de vogeltjes!'

De pay off die hier aan de muur hangt We warm people, not the planet zit niet in jullie Koukleum-commercial, waarin een vrouw in héél veel lagen gewikkeld op de bank zit, totdat ze een Stoov-kussen gebruikt. Waarom is dat?

‘Omdat we gingen nadenken over de vraag welk probleem we oplossen voor de consument. En ons reclamebureau Fitzroy presenteerde een aantal concepten. Eén daarvan was ‘de koukleum’. Die resoneert bij iedereen. We kennen er allemaal wel een. Je hoeft je er niet voor te schamen, je kan het met een lach zeggen. We hebben ook gemerkt dat als we het over de planet hebben in onze communicatie, dat een bepaalde kritische blik oproept. Want uiteindelijk zijn we een leverancier van consumentenelektronica. Maar als men eenmaal een kussen gekocht heeft, gaan we het in onze email-flow wel over duurzaamheid hebben. We dagen de consument dan uit om de verwarming lager te zetten. Daar reageren mensen onwijs goed op.’

Jullie duurste deken is ongeveer 200 euro en bij Bol.com heb je er waarschijnlijk wel eentje voor 30 euro. Willen consumenten jullie premiumprijs betalen?

‘Ja, voor ieder product is een klant. We zitten wel bovenin, qua prijs, maar ik wil niet concurreren met producten van 30 euro. En mensen zijn heel erg blij met onze producten. Onze Net Promotor Score is het hele jaar door rond de 60 [44 is gemiddeld, WB]. Bij ons is de word of mouth ook bizar hoog; 30 à 40 procent zegt het product van een andere klant te kennen.’

De omzet is de laatste jaren enorm gestegen. Had je vanaf het begin vertrouwen in het product?

‘Ik geloofde er 100 procent in. Als ik niet zoveel vertrouwen in het product en de oplossing had, was ik hier ook niet gekomen. We zijn nu echt een compleet andere organisatie dan twee jaar geleden. Toen zaten we met z’n achten, op een zolderkamertje. Nu zijn we met vijftig mensen en hebben we in vier, vijf landen marktleiderschap.’

In Europa gaat het erg goed, wordt de VS de volgende markt?

‘Die markt staat inderdaad op onze roadmap, maar we proberen dat wel heel erg op de Stoov-manier aan te vliegen. Zoals in het Verenigd Koninkrijk. Daar zijn we vorig jaar begonnen. We zijn een hard groeiend bedrijf, maar altijd cash constrained; het geld dat we verdienen blijft in de business en we groeien zoveel mogelijk op eigen kracht – aangevuld met wat financiering. Bij ons is 90 procent van de business e-commerce en daarom vallen de lokale investeringen wel mee. Je moet een distributiecentrum opzetten, spullen inkopen die gecertificeerd zijn voor de lokale markt en een voorraad aanleggen. Daarna zijn we er gaan draaien. In oktober waren we gestart en voor het einde van het jaar hadden we 1 miljoen euro omzet gedaan. En zo kijken we ook een beetje naar Amerika.’

Sinds anderhalf jaar ben je geen ceo meer, hoe bevalt dat?

‘Klopt, Niek Veendrick is nu ceo. Hij was eerst alleen aandeelhouder en heeft mij toen al veel geholpen. Ik ben niet heel erg van de structuren en processen. Vind ondernemen het leukst als ik creatieve vrijheid heb; nieuwe producten verzinnen, innovaties doorvoeren. Ik ben nu verantwoordelijk voor innovatie en impact. Niek werkt aan het fundament van de organisatie en ik zit ik heel erg op het product. Ik denk na over de behoeftes in de markt en welke nieuwe producten daarbij zouden kunnen passen. Dat begint nu echt te werken.’

In de serie Merkpioniers gaat merkstrateeg Wouter Boon op bezoek bij merken van de markten van morgen. Luister het volledige interview via merkpioniers.nl of een van de bekende podcastplatforms.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie