Premium

Merkpionier Valentijn van Santvoort: 'Je moet op je bek durven gaan’

Van Santvoort is co-founder van ontbijtgranenmerk Holie, 'The world’s most healthy breakfast.' Komt die boodschap een beetje over?

Van Santvoort werkte een tijd als strateeg in de reclame, maar werd daar op den duur een beetje cynisch van. Mede daarom maakte hij in 2019 de overstap naar Holie, waarmee hij positive change voor mens en planeet wil brengen.

WB: Jullie liggen al in bijna alle supermarkten, ben je dan nog een startup?
VvS:

Aan de voorkant zitten we misschien in de overgang naar een scale-up, maar aan de achterkant zitten we op een zolderkamer en hebben we pas net onze eerste drie mensen aangenomen. We hebben absoluut dus nog wel de startup vibe.

Je werkte eerst als reclamestrateeg, hoe beviel dat?

Ik heb het vak echt geleerd bij Lemz, waar men al heel vroeg aan purpose-driven marketing deed. Dat is er bij mij ingebakken. Dus toen ik later ging freelancen kroop er wel een soort cynisme in me. Dat je dan ook voor merken aan het werk bent die de wereld niet altijd even serieus nemen. De stap naar ondernemerschap was mede ingegeven door de motivatie om zelf te bepalen waar ik mijn tijd en talent in zou steken.

Welke merkstrategische les heb je uit de reclame meegenomen naar Holie?

Dat zijn er veel. Maar een stokpaardje waar ik altijd op terugval, is dat je als merk niet zomaar een positionering moet hebben, maar echt een positie moet innemen. Dan ontstaat er voor een merk een heel verdedigbaar domein om voor te strijden.

Wat is het verschil tussen een positionering en een positie innemen?

De ontbijtgranen-categorie is opgebouwd door een hand vol corporates, die zich veel gezonder voordoen dan ze zijn. Daar komen ze mee weg omdat ze ons structureel misleiden met gezondheidsclaims en suiker verstoppen in hun producten. Wij ageren tegen die misleiding en dagen de gevestigde orde uit met echt gezonde ontbijtgranen. Dan is de positie die je inneemt leidend voor alle merkkeuzes die je maakt; product, packaging, content, etc.

Je moet je eigen productcategorie ownen?

Eens. Er zijn veel merken die zeggen purpose-driven te handelen, maar die niet in al hun keuzes consistent handelen, in lijn met die belofte. Dat helpt ons, veel merken laten het liggen.

Hoe is Holie eigenlijk ontstaan?

In 2018. Het verhaal begint bij mijn compagnon Merick Schoute. Hij werkte bij Albert Heijn en vond het daar heel mooi, maar zag ook de schaduwzijde van big food. Hij merkte dat 80 procent van wat in de supermarkt ligt, producten en merken zijn die de gezondheid en de planeet niet altijd even serieus nemen. Deze merken hebben maar één doel: winstmaximalisatie voor de aandeelhouder. En hij had altijd al een ondernemersdroom, dus trok hij de stoute schoenen aan en zocht contact met een voedingstechnoloog. Zij kregen een product in het schap. Een jaar later stapte ik in.

Holie gaat, vermoed ik, over jullie ziel, karakter, purpose? En is trouwens geschreven met ‘ie’.

Ja, klopt. Het moest iets korts en iets internationaals worden. En ook een bepaalde quirkiness hebben. Met de schrijfwijze geven we ook aan dat we niet het heiligste jongetje van de klas zijn en het leven met een knipoog nemen.

We zijn niet het heiligste jongetje van de klas
Jullie zeggen het meest gezonde ontbijt te bieden. Is dat binnen het schap?

Klopt. Maar als je het spectrum schetst van ontbijt in het algemeen, denk ik nog steeds dat we nagenoeg het gezondste ontbijt zijn.

Jullie zitten in de FMCG-markt, waar de marges klein zijn en sterke concurrentie heerst. Hoe bouw je een positie op in die markt zonder grote investeerder?

Ik denk dat het valt en staat bij een goed en relevant product. Met onze propositie dat we nooit suiker toevoegen, kwamen we relatief makkelijk op het schap, omdat die propositie er nog niet was.

Jullie hadden gewoon een goeie pitch?

Ja, puur op productniveau. Maar er is een cliché in retailland; op het schap komen is één ding, erop blijven is het moeilijke. De markt is hard, geeft in het begin gewoon een duim omhoog of omlaag. Dus onze havermoutlijn, bijvoorbeeld, heeft het niet gered, omdat we daar geen suikerprobleem oploste. Ik denk dat we op het schap zijn gebleven, omdat we een merk om ons product heen zijn gaan bouwen.

Was het feit dat jullie snel bij Albert Heijn lagen, een belangrijke endorsement?

Ja, zeker, enerzijds wel. Maar anderzijds stel je je ook meteen heel erg kwetsbaar op. Je ligt dan bij de marktleider, in het vizier van heel Nederland, dus je moet je spullen helemaal op orde hebben. In retrospect zou ik niet afraden om het eerst bij wat kleinere formules te proberen. Om de dynamiek te leren, klantfeedback op te halen, vindt men het lekker, wat kunnen we verbeteren?

Zaten er nog kinderziektes in?

Ja, altijd. De packaging was nog niet duurzaam genoeg. Bepaalde recepturen konden beter. Het is altijd in ontwikkeling. Maar naarmate de tijd verstrijkt, wordt je portfolio steeds ronder en steeds weerbaarder tegen de concurrentie.

Op de website vergelijken jullie de markt; jullie producten bevatten gemiddeld 3,2 gr. suiker, Kellogg’s, de slechtst scorende, 22,7 gr. Bestaat het gevaar dat de concurrentie ook zijn suiker eruit gaat halen, zodat jullie belofte minder uniek wordt?

Ja, dat is een reële bedreiging. Je ziet al wel dat merken hun producten aanpassen, ze met minder toegevoegde suikers maken, maar nooit hun héle portfolio, want het zijn bedrijven die zijn gebouwd op suikerproposities. Daarbij handelen we meer vanuit een creatieve mindset dan vanuit een competitieve mindset. Dus we zullen dingen altijd op een creatieve manier anders blijven doen. De grote valkuil is dat we de regels gaan spelen van de concurrent. Dan verval je in een armoedige merkstrategie.

Toen jullie onlangs werden opgenomen in het Crisp-assortiment – de Picnic voor verse producten – vierden jullie dat met een ontbijt in badjas in een Crisp-bus. Hoe ontstaat zoiets?

Zo’n aankondiging kun je op duizend manieren brengen, maar we wilden het vooral niet op een standaard manier doen. Met die Crisp-bus zijn we door Amsterdam gaan rijden. Af en toe gooiden we de deuren open en daar hebben we social content van gemaakt. Dat levert een hoop engagement en likes op.

Hebben jullie een merkdocument dat aansluit op dit soort ludieke acties?

Ja, toen ik aan boord kwam heb ik een aantal merk-archetype, why-how-what en andere workshop-formules losgelaten op onszelf. En dat waren hele leuke sessies. Waarbij veel van Mericks denken werd geabstraheerd door mij als merkstrateeg. In dat document noemen we ons een light-hearted rebel.

Wat betekent dat?

Dat is een combinatie van de rebel en een grappenmaker [de nar in het archetype-model, WB]. We kwamen daarop omdat in de wereld van de gezondheid en duurzaamheid je veel partijen hebt die toch wat stigmatiserend communiceren; jullie doen het goed en jullie doen het fout. Als je mensen wil veranderen, moet je het nooit over die as doen, denken wij, maar veel meer vanuit positiviteit en met humor. Zodat mensen onderdeel willen worden van de verandering. We spelen met de combinatie van rebel en grappenmaker; soms schuren we, en soms gooien we er een grap in.

Soms schuren we en soms gooien we er een grap in
Kun je nog iets delen uit het document dat definiërend werkt?

Er staat ook in: Do what dies in the board room. Het idee daarachter is dat veel keuzes die merken maken in het begin, redelijk ballsy en scherp aan de wind zijn. Niet zelden ontwikkeld samen met een reclamebureau, met veel creativiteit. Maar als het door de lagen van het bedrijf goedgekeurd moet worden, dan komt er een grijs compromis uit, wat in de verste verte niet meer lijkt op het idee dat een brand manager samen met een bureau heeft ontwikkeld. Wij proberen echt dingen te doen die oncomfortabel zijn als ze live gaan. Of dat nou een kleurkeuze op een verpakking is of zo’n filmpje in badjas. Dingen kunnen ook backfiren, maar daar moet je van leren. Je moet op je bek durven gaan.

Het doet me denken aan There is no such thing as bad publicity, want de gratis publiciteit is onbetaalbaar.

Ja, en ook onmisbaar. Want hoe profileer je jezelf in een categorie die wordt gedomineerd door corporates met hele diepe zakken. Dan heb je dus ook free publicity nodig. 

Als je vooruitkijkt, hebben jullie dan een stip op de horizon?

Ons uiteindelijke doel is – moonshot – het grootste ontbijtmerk ter wereld worden. Quaker van de troon stoten. We voelen aan alles dat dat haalbaar is. Maar dat moet je in etappes doen. Ons doel voor de korte horizon is om onmisbaar te worden in de Benelux. Daarna gaan we naar een andere markt; Engeland, Duitsland of Noord-Amerika, bijvoorbeeld.

Dat is de wereldkaart, maar als je denkt aan productcategorieën, zijn er dan nog andere producten die je zou willen brengen?

We hebben nu krokante muesli en granola, daarbinnen blijven we innoveren. Ik zie onszelf nog niet zo snel een drinks-markt opgaan.

Waarom niet, daar zit toch ook veel verborgen suiker in?

Op een dag wellicht, maar we geloven in do one thing well. We hebben geleerd van onze fouten, dat we in het begin te versnipperd bezig waren, te snel achter een kans aanrenden. We willen daarom nu eerst de ontbijtgranenmarkt heel erg goed gaan doen.

In de serie MerkPioniers gaat merkstrateeg Wouter Boon op bezoek bij merken van de markten van morgen. Luister het volledige interview via merkpioniers.nl of een van de bekende podcastplatforms.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie