Wie zijn de winnaars en verliezers in retailland?

Op basis van gegevens van data-leverancier Locatus (die letterlijk het aantal winkels in Nederlandse winkelstraten telt) bekeek Eysink Smeets de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar, per retailsector, en kwam tot enkele verrassende conclusies.

Naast veel dalers zijn er ook veel stijgers in retail. Maar wat vooral opvalt, zijn de enorme uitschieters naar beneden en naar boven.

Zo is het aantal winkels voor hoortoestellen de afgelopen vijf jaar met 67 procent toegenomen. Koffie- en theewinkels groeiden met 45 procent, parfumerieën met 44 procent, ijssalons met 43 procent en chocoladewinkels met 34 procent.

De 13 sterkste stijgers:

De dalers kennen we inmiddels: videotheken, winkels voor kantoorbenodigdheden, postkantoren, meubelzaken, maar ook bontwinkels, stoffen- en fourniturenwinkels, wedkantoren…

De 13 sterkste dalers:

Van de 176 onderzochte retailsectoren verloren 40 sectoren meer dan 30 procent van hun winkels sinds 2003. 50 sectoren breidden uit met meer dan 30 procent.

Al deze sectoren moeten hun businessmodel opnieuw onder de loep nemen om vitaal te blijven voor de toekomst, aldus Eysink Smeets, en dat geldt voor zowel de 40 verliezende sectoren als voor de 50 sectoren die flink zijn gegroeid.

Welke bewegingen liggen ten grondslag aan deze volatiliteit? Het blijkt niet alleen maar de schuld van internet. Volgens Eysink Smeets zijn het er vijf:

1. Consumentenbewegingen (trends/ vergrijzing/ krimpgebieden)
2. Retailersbewegingen (consolidatie, zoals bijvoorbeeld de uitholling van de meubelwinkel door de meubelwarenhuizen, idem in fashion, fusies)
3. Producentenbewegingen (technologie, prijzen, zoals bijvoorbeeld in de groei van de cartridge refillers, waar de dure cartridges door de fabrikanten goedkoper worden gemaakt, en dus de retailsector naar een eerste grote stijging weer daalt)
4. Internet (e-retail, showrooming)
5. De Crisis (uitgestelde kopen, geen huizenbewegingen, waardoor de bouw en home retailers klappen krijgen)

Eysink Smeets zette de data om in een diagram, waarbij elk huisje voor 10% groei of daling staat. Rood: daling met (afgeronde) 10%. Groen: stijging met (afgeronde) 10%.

Wat betekenen deze cijfers in het echte leven? Eysink Smeets nam Alkmaar als voorbeeld. Een stad met ongeveer 100.000 inwoners. De stad zou volgens de retaildata 417 gesloten winkels tellen sinds 2003. Van de sectoren die meer dan 30 procent verloren, zou Alkmaar 127 winkels tellen. Daarnaast zou Alkmaar 582 nieuwe winkels tellen, en van de 30 procent stijgers zouden dat dan dus 130 zijn.

Hieruit kun je afleiden dat slechts een minderheid van de sectoren weinig verandering liet zien de afgelopen 10 jaar. 21 sectoren veranderden slechts tussen de -5 en 5 procent. 41 procent veranderde tussen de -10 of 10 procent.

Eysink Smeets heeft enkele tips voor bedrijven die zich in een volatiele sector bevinden:
Neem een vel wit papier en vind je format opnieuw uit, from scratch. Start met de behoefte van de consument en vergeet even wat je nu hebt. Hoe kun je de consument de komende 10 jaar verleiden, en geld verdienen? Niet alleen met een product, maar met alle elementen uit de mix van de retailfornat? Daarna pas werk je terug naar wat dat betekent voor je huidige retailformat.

Het hele onderzoek kun je hier teruglezen