Op het eerste gezicht leek Menzis de regie stevig in handen te hebben. Eind juni liet Bas van Riet Paap - de GGZ-baas van de zorgverzekeraar - een proefballonnetje op in een blog voor het digitale zorgplatform Skipr. Hoewel de plannen daarin al grotendeels werden beschreven, ontlokte het geen enkele reactie.
De Volkskrant vond het nieuwswaardig genoeg om de krant mee te openen: ‘Resultaat is de norm bij vergoeding door Menzis’. In het artikel enkele kritische reacties, maar geen enkele indicatie dat Menzis door het nieuws werd overvallen. Op Menzis’ eigen site verscheen die dag een keurig bericht: “Door waarde van zorg centraal te stellen in plaats van het volume, komt er meer focus op kwaliteit. De uitkomsten van zorg gaan daardoor zwaarder wegen”. Niets mis mee, zou je zeggen.
Menzis is ook niet de enige die in deze richting denkt. Ab Klink (VGZ) zegt al langer dat zorgverzekeraars teweinig kijken naar kwaliteit van de zorg. Artsen die meer tijd nemen in de spreekkamer waardoor een operatie soms niet nodig is, en ziekenhuizen die aantoonbaar beter werk leveren waardoor patiënten niet terug hoeven te komen voor een nieuwe ingreep, zijn daardoor dief van hun eigen portemonnee.
Storm van verontwaardiging
Het enige nieuwe in de plannen van Menzis is het voorstel om kwaliteitsdenken ook bij de behandeling van een depressie toe te passen. Daar is alle reden voor. De kosten voor de GGZ lopen de spuigaten uit, wachtlijsten groeien en de kosten die instellingen in rekening brengen voor een en dezelfde behandeling lopen enorm uiteen. Menzis zegt geen enkele ambitie te hebben om op de stoel van de behandelaar te gaan zitten. Het wil ook niet zelf beoordelen wat kwaliteit van de zorg is, maar dit overlaten aan GGZ-instellingen. Het wekte zelfs de indruk al GGZ-instellingen bereid te hebben gevonden om hieraan mee te werken.
Toch trok een storm van verontwaardiging door het land. Dit onder aanvoering van professor Damiaan Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Hij sprak van een ‘zeer gevaarlijk plan’. Ingewikkelde patiënten die meer behandeling nodig hebben, zouden aan hun lot worden overgelaten. Bovendien is het succes van een behandeling bij depressie vooral afhankelijk van de patiënt zelf. Daar heb je als behandelaar beperkte invloed op. Ook Kamerleden ter linkerzijde zagen de kans schoon om te roepen dat je dit soort ellende krijgt met marktwerking in de zorg. Zelfs collega-zorgverzekeraars haastten zich om te zeggen dat ze niets zagen in de Menzis-methode. Een spottende column van Pieter Derks op Radio 1 gaf de genadeklap.
Zeuren over geld
Deze casus toont maar weer eens aan dat een ogenschijnlijk redelijke boodschap tot kortsluiting kan leiden wanneer de boodschapper niet wordt vertrouwd. Vanuit het perspectief van zorgverzekeraars is dit om moedeloos van te worden. Zij hebben de maatschappelijke opdracht om de zorg betaalbaar te houden. Onderlinge concurrentie biedt een extra prikkel om scherp te blijven op de kosten. Daarbij werken zorgverzekeraars zonder winstoogmerk. Van iedere euro premie die zij ontvangen, keren zij 95-98% uit in de vorm van geleverde zorg. Bij ‘normale’ schadeverzekeraars ligt dat rond de 65% en dan nog hebben ze moeite om voldoende rendement te behalen.
Het mag allemaal niet baten. De zorgsector en andere stakeholders slagen er keer op keer in om te framen dat zorgverzekeraars alleen uit zijn op winstoptimalisatie. Over de rug van patiënten roken zij dikke sigaren terwijl ze hun Porsche in een hogere versnelling drukken. Alleen door het verzet van dappere dokters kunnen we voorkomen dat weerloze patiënten met ondermaatse zorg genoegen moeten nemen. Zeuren over geld is misplaatst. Zorg mag wat kosten. Zelfs als diezelfde dappere dokters daarvoor dik boven de Balkenende-norm beloond worden.
Had Menzis het anders moeten aanpakken? Mijn indruk is dat ze voldoende hebben gedaan om draagvlak te verwerven bij de zorgverleners. Steun van GGZ-bestuurders was aanwezig. Echter, steun van de bestuurders is wezenlijk iets anders dan steun van de professionals. Daarvoor is de afstand tussen het management en de werkvloer in dit wereldje gewoon te groot. Menzis is er niet in geslaagd om de opiniemakers binnen de geestelijke gezondheidszorg te identificeren en tijdig aan boord te krijgen.
Moedige poging
Belangrijkste les die we uit dit verhaal kunnen trekken, is dat Menzis er beter aan had gedaan om het nieuwe beleid niet als een eigen PR-succes te verzilveren. Hadden de betrokken GGZ-instellingen het bericht maar buiten gebracht dat zij voortaan meer op resultaat en kwaliteit beloond willen worden, dat ze daarvoor bij elkaar in de keuken gaan kijken en dat ze in Menzis een partij hebben gevonden die dit prachtige streven wil stimuleren, dan was de storm waarschijnlijk uitgebleven.
Ook in de wereld van zorgverzekeraars zijn er genoeg die vinden dat zorgverzekeraars vooral niet een te grote broek moeten aantrekken. Dat ze zich beter kunnen beperken tot het netjes afhandelen van declaraties. De profeten die menen dat zorgverzekeraars zich (vooral) ook met de kwaliteit van de zorg moeten bezighouden, hebben na deze veldslag weer bakzeil gehaald. Het zou jammer zijn als zorgverzekeraars nu door koudwatervrees worden bevangen en zich helemaal terugtrekken uit het zorgdebat. De moedige poging van Menzis om een doorbraak binnen de geestelijke gezondheidszorg te forceren, lijkt vooralsnog alleen tot reputatieschade voor Menzis zelf te hebben geleid. Dat hebben ze niet verdiend.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!