En er is één merk, Vodafone, dat op tijd dat succes naar zich toe heeft kunnen trekken. Hulde en complimenten. Nou heeft succes meteen dertienhonderd vaders, zo konden we in de papieren Adformatie lezen. Gelukkig maar. Want om alle credits alleen aan John de Mol te geven, voelt ook zo lullig.
Nou heb ik op deze plek vaker aangegeven tot de fanclub van De Mol te behoren. Vooral omdat hij alle fröbelaars continu laat zien dat je wat groter moet durven denken om tot succes te komen en dat creativiteit een kwestie is van keihard werken en luisteren naar wat de kijker, de consument, de klant wil.
Vodafone werkte en werkt samen met heel veel bureaus. De reclamebureaus wilden al die tijd hét ultieme spotje maken voor Vodafone. De bladenmakers hun blaadje. En het internetbureau wilde online lekker iedereen activeren. Maar ja, het idee hè… Dat moest nog wel worden bedacht.
Totdat John dus langs kwam en iedereen aan het werk zette. Met zijn idee, onder zijn voorwaarden, op zijn manier. En anders niet.
Ja, en toen bleek dat alle andere adviseurs ineens prachtige ideeën kregen wat je allemaal met The Voice en Vodafone kon doen. En dan ineens is er sprake van waanzinnig teamwork en iedereen claimt en krijgt zijn deel in het succes. Maar dat idee, waarom moest dat (weer) uit Laren komen? En niet uit Amsterdam?
En nog een vraag waarop een antwoord zou kunnen komen: bekijken de reclamebureaus de briefings van hun klant niet te beperkt? Is het niet tijd om met ideeën te komen buiten het reclameblok?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!