door Marc Oosterhout
‘Er is een hoogtekaart te tekenen, met hoogtelijnen die de culturele invloed en de economische macht ter plaatse zouden aangeven. Op die hoogtekaart zou New York City verschijnen als de absolute wereldtop, de Mount Everest van cultuur en economie. En alles wat zich afspeelt op het snijvlak van die twee: reclame, amusement en natuurlijk de kunsten’.
Dat schreef Professor Bram de Swaan ooit in NRC Handelsblad. In analogie met deze analyse zou ik Amsterdam willen duiden als de Mont Blanc van cultuur en economie. Creativiteit viert hoogtij in Amsterdam. En iedereen die het fantastische boek van de Amerikaanse journalist Russell Shorto heeft gelezen over Amsterdam begrijpt waarom. Design. Architectuur. Mode. Reclame. Reclame is hoogcultuur. Zeker in Amsterdam.
Een schitterend beeld, maar hoe anders wordt dit vaak beleefd in het werk van alledag.
Opdrachtgevers die her en der shoppen naar bij voorkeur gratis ideeën. En de executie niet meer erkennen als een onderdeel van creativiteit.
Bureaus die niet verder komen dan een goedkope, schreeuwerige commercial waar Nederland massaal van wegloopt met als bureaumotto: het verkoopt toch.
Creatieven die vooral op jacht zijn naar kortetermijnresultaat, waarbij het realiseren van likes en shares het hoofddoel wordt tot eeuwige roem.
En bloggers die te hooi en te gras een mening hebben over het werk van anderen. En bij voorkeur niet gehinderd door enige kennis van zaken met makkelijke niet gevalideerde argumenten het werk van de ander kapot schrijven. We herinneren ons vast de discussie over de Kikker van Triodos. Geluk bij een ongeluk: de kikker is in de lijst nominaties van de ADCN rijkelijk vertegenwoordigd.
Daar waar professor Bram de Swaan reclame nog verheft tot hoogcultuur, vernedert de reclamebranche zichzelf tot laagcultuur. Waarom? Waarvoor?
Zijn we het niet eens met de stelling van professor de Swaan? Is reclame inderdaad niet meer dan een ordinair verkoopinstrument? Erkennen we de impact van reclame op de merkwaarde niet meer? Is reclame uitgewerkt?
Lijdt de reclamebranche inderdaad aan chronische zelfoverschatting zoals Roland van Kralingen schrijft? Zijn strategen inderdaad geen knip voor de neus waard zoals Edward Bardoul blogt? Weigert de branche te leren van nieuwe wetenschappelijke inzichten?
Scheppen we er genoegen in om elkaar de maat te nemen en te schofferen? Of is er in de reclame een collectieve vorm van zelfkastijding gaande waarin we het samen blijkbaar prettig toeven vinden? We weten het niet. Vooralsnog geloof ik in reclame als hoogcultuur zoals professor Swaan deze schetst.
Maar er is te veel in aan de hand om dit zomaar te geloven. Daarom kruisen een aantal prominente vakgenoten op 12 maart de degens in club ADCN. Het debat over de inhoud van het vak. En iedereen die wil, kan meepraten. Wees er bij.
Marc Oosterhout is voorzitter van de VEA, die het debat samen met de ADCN en Adformatie organiseert. Aanmelden kan via events@adcn.nl
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!