door Mustafa Himdi
Deze week kwam het nieuws dat Google standaard een adblocker wil inbouwen in Chrome. Nogal opvallend voor een bedrijf dat bijna al haar verdiensten uit advertenties haalt, maar tegelijk een logische stap op weg naar een betere balans tussen inkomsten en gebruiksvriendelijkheid, iets wat elk bedrijf wil om mensen aan hun product of dienst te binden.
Het installeren van adblockers door consumenten wordt in stand gehouden door een overload aan online advertentie-uitingen. Bij een bezoek aan NU.nl vliegen de advertenties je om de oren. Alle uitingen vechten om je aandacht, met averechts effect want ze roepen eerder irritatie op dan dat ze tot conversie leiden. Daarom gaan er steeds meer stemmen op om advertenties klantvriendelijker te maken.
Irritatie verminderen
IAB Nederland, de branchevereniging voor digitale marketing, maakt zich sterk voor een zorgvuldige inzet van advertising en bekijkt hoe je deze klantvriendelijker kunt maken. Advertenties zijn namelijk nodig – het internet is niet gratis – maar ze hoeven niet opdringerig te zijn. Mensen moeten zelf kunnen kiezen of ze er wat mee doen.
Stel je voor, je wilt een product aan de man brengen. Je kunt er dan voor kiezen om huis-aan-huis een foldertje in de bus te doen, of je kunt bij iedereen aanbellen om persoon je verhaal te doen. Twee benaderingen, met elk een heel ander effect op de consument. Het ongericht presenteren van banners is te vergelijken met de hah-folder. Mensen zitten er niet op te wachten en raken geïrriteerd door de hoeveelheid reclame.
Wil je irritatie verminderen, dan moet de kwaliteit van banners omhoog en moet je beter bedenken wat je met een banner wilt doen. Vanuit de mediastrategie bekijk je hoe je de juiste persoon op de juiste plek en op het juiste moment kunt bereiken. Je probeert dus meer in te spelen op de behoeftes van de consument in plaats van te schieten met hagel. Niet elke banner is interessant voor iedereen.
Kwaliteitsborging
Natuurlijk, targeten gebeurt wel, maar niet iedereen doet dit even goed. Er moeten daarom richtlijnen komen voor banners. Zeg maar, een kwaliteitsborging waardoor het niet voor iedereen mogelijk is om zomaar alles online te gooien. De drempel om te adverteren op het web is te laag. De controle door het IAB moet strenger en adverteerders moeten zelf ook bewuster zijn van internetvervuiling.
Adblockers zijn effectief tegen banners, maar content in de vorm van een blogserie komt er doorheen. Dan ben je dus al kwalitatief aan het adverteren. Plaats ads voor een voedselproduct op een receptenwebsite, en banners voor babyverzorging op een site voor jonge ouders. Gebruik data om de juiste persoon te bereiken op welke website ook, waardoor je wél relevant bent! Met andere woorden: denk aan een passend umfeld.
Verschuiving naar relevantie
Nu al vindt er een verschuiving plaats naar native advertising, omdat je daarmee voor hogere impact zorgt en adblockers kunt omzeilen. Maar veel adverteerders blijven schreeuwen en werken daarmee bannerblindheid in de hand. Dus moeten we ons sterk maken voor meer kwaliteit op het net. Met effectieve reclame moeten we inspelen op behoeftes, in plaats van behoeftes te creëren die er niet zijn.
De installatie van adblockers is de afgelopen tijd al afgenomen, omdat steeds meer consumenten (mede door de campagne van het IAB) beseffen dat het internet niet gratis is. Maar het is wel zaak dat al die verschillende mensen geen ‘one size fits all’ aangeboden krijgen. We weten heel veel van klanten, laten we die kennis dan gebruiken om ze zo efficiënt mogelijk te faciliteren.
Mustafa Himdi is digitaal strateeg bij Dept
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!