Max Walraven is co-founder van uitzendbureau The Social Pact, dat hij in 2018 oprichtte samen met Tobias Oele. Het bureau bemiddelt uitzendkrachten die in hun rol werkelijk iets bij kunnen dragen aan de wereld. Met een toekomst waarin sociaal-maatschappelijk ondernemen steeds belangrijker wordt, krijgt The Social Pact stééds meer potentie.
‘Nee, eigenlijk niet. Ik kom wel uit een heel ondernemend gezin. Zowel mijn moeder als vader had een eigen winkel. Maar ik zag mezelf eerder bij een corporate. Tijdens mijn stages kwam ik er alleen achter dat dat helemaal niet mijn plek is.’
‘Ik heb toch wel gezien dat de business vaak ten koste gaat van de politiek, binnen grote bedrijven. En dat is heel erg zonde. Hoog in de boom wordt het best wel bureaucratisch, duurt het lang voordat er beslissingen worden genomen. Als je houdt van een snelle, dynamische omgeving, dan ga je dat daar niet vinden.’
‘Bij toeval. Tijdens mijn studie wilde ik werk doen waar je iets van leert en dat aansloot bij mijn studie Commerciële Economie. Maar dat was er niet echt. Wel telesales-achtige baantjes, maar daar wilde ik mijn tijd niet in stoppen. Dus toen ben ik het zelf gaan bedenken. Een belangrijk uitgangspunt was dat ik wilde dat de business niet ten koste zou gaan van iemand anders. Dat wil zeggen; dat het niet schadelijk is. Ik had namelijk ook balpennen kunnen gaan verkopen, die ik voor één cent in China zou laten maken, in een fabriek met schadelijke inkt, waar iets of iemand onder lijdt. Ik geloof niet dat dat nodig is. Ik geloof heel erg in de win-win-win. Dus toen hebben we Thuisgebeld opgericht, een bellijn voor eenzame ouderen die we verkochten aan zorginstellingen en gemeenten.’
‘Tobias en ik keken een keer het nieuws en toen hoorden we dat een dame in Rotterdam al tien jaar dood in haar appartement lag. Het eerste wat Tobias zei was; jeetje wat ben je dán eenzaam. Toen bedachten we, moeten we voor dat soort mensen niet een soort sociale telefoonlijn oprichten. Dat werk hebben we twee, drie jaar gedaan. En we hebben er veel van geleerd. Bijvoorbeeld hoe je een duurzame business runt. Wat wil zeggen; niet te afhankelijk van subsidies. Want zodra het politieke thema veranderde, werden de subsidiepotjes opeens weer voor andere zaken gebruikt.’
‘Op een gegeven moment moesten we de ouderen van Thuisgebeld laten weten dat we stopten en dat deed best wel pijn. Als ondernemer denk je, dit is het idee waar de wereld op zit te wachten. Aan de andere kant; waar een deur dicht gaat, gaat ook altijd weer een deur open. We hadden een aantal studenten bij ons op de payroll staan, en ook bij hen voelde het niet goed om een exitgesprek te voeren. Toen vroeg Tobias zich hardop af of we niet een andere baan voor ze konden regelen, in lijn met hun opleiding. Dat was in de tijd waarin je voortdurend hoorde dat er handen te kort waren in de zorg. Dus toen kwamen er wat puntjes bij elkaar. En kwamen we onbedoeld in contact met de uitzendsector.’
‘Bij Randstad heb ik niets gedaan met intercedenten. Ik zat op de sponsoring en events-afdeling. We organiseerden events voor grote klanten.’
‘Als je binnenkomt op het hoofdkantoor, dan zie je in de koffiecorner de fiets staan waarmee de oprichter, Frits Goldschmeding, zijn eerste medewerkers naar de opdrachtgever heeft gebracht. Als je het hebt over een bijzonder, authentiek en tastbaar verhaal, dan kunnen zij dat wel heel goed.’
‘Misschien wel, misschien niet, time will tell.’
‘Als je de naam helemaal platslaat dan is het gewoon een ‘pact’ dat we sluiten met onszelf, met de scholen, de opdrachtgevers en de kandidaten die voor ons werken.’
‘Exact. Dus zo zijn we op die naam gekomen. Wat zo leuk is aan ons werk is dat het heel tastbaar is wat onze uitzendkrachten bijdragen. In de kinderopvang kun je dat bijvoorbeeld terugrekenen naar het aantal uur zorg dat er is besteed aan de kinderen. En tijdens corona hebben we meer dan zevenduizend studenten aan het werk geholpen op Test en Vaccinatie en de Bron- en Contactlijn. Die studenten hebben een x-aantal prikken gezet of bijgedragen aan infectiebestrijding.’
‘Het mooiste voorbeeld is de ANWB. Ik krijg weleens de vraag: wat dragen zijn nou bij aan wereld? Nou, sinds de energiecrisis verkopen zij abonnementen op energie voor zeven euro per maand. Tegen dat bedrag kunnen gezinnen energie inkopen tegen kostprijs, wat hun huishoudkosten flink drukt. Verder zijn alle traumahelikopters in Nederland van de ANWB. Het bedrijf is constant bezig met hoe ze maatschappelijk relevant en betrokken kunnen blijven.’
‘We bestaan inderdaad pas vijf jaar en hebben nog geen trackrecord van de andere grote uitzenders. Dus het gaat – laten we eerlijk zijn – negen van de tien keer om of je binnenkomt bij de juiste DMU (decision making unit, WB).’
‘Ja, daar verbaas ik me weleens over. Mijn schoonvader zegt altijd; het gaat er niet om wat je kent, maar wie je kent. En dat merk ik ook. Bedrijven doen geen zaken met bedrijven, maar mensen doen zaken met mensen.’
‘Niet hoe wij het doen.’
‘Ja, ze hadden een commercial gemaakt die draait om ‘money’ en geld verdienen verheerlijkt. Jongeren zijn daar gevoelig voor. Terwijl wij zeggen: geld verdienen is de hygiënefactor van werk. Dat kun je ook doen in combinatie met iets waar de wereld op zit te wachten. Dus niet als de pizzabezorger die op z’n fietsje door de stad crost. Wat voegt dat nou écht toe?’
‘Soms probeer je inderdaad dezelfde opdrachten binnen te halen. Maar vanuit onze belofte moeten we kritisch blijven kijken naar onze opdrachtgevers. Eerlijk gezegd is dat soms lastig. Laatst waren we in gesprek met een vliegtuigmaatschappij, hebben we toch nee gezegd. Maar nu voeren verschillende organisaties, samen met het Ministerie en SOS International, noodvluchten uit voor Gaza. Dan kan het weer wel.’
‘Veelal organisch, via mond-tot-mond. En onze partnerships met opleidingen zijn ontzettend belangrijk. Wij staan niet op het schoolplein, maar geven workshops voor de klas. En jongeren vinden ons ook gewoon via Google.’
‘18 tot 30 jaar, studenten en young professionals.’
‘Ja, zeker wel, ik zie een groeiende groep. Dat is niet zo gek, overal lezen ze over klimaatverandering. Die staan op met slecht nieuws en gaan ermee naar bed – zeker door de mobiele telefoon. Onze doelgroep weet eigenlijk niet beter. En het zijn allemaal thema’s die grote impact hebben. Maar ook de opdrachtgevers gaan er steeds meer mee doen.’
Ja, als je het zo zegt, dat klinkt een beetje tegenstrijdig…
‘In your face, ja. We begonnen vijf jaar geleden met een leuke, groene, frisse look and feel. Een beetje het braafste jongetje van de klas. Dat waren we toen. Tegenwoordig doen we grotere projecten, waarvan we precies weten hoe we ze moeten aanvliegen. Dus in de gesprekken met klanten hadden we een andere tone of voice nodig. Deze nieuwe huisstijl zet ons in onze kracht als we bij potentiële klanten aan tafel zitten.’
‘Bij Fitzroy hebben we allemaal stappen doorlopen over onszelf en wie we zijn als merk. We moesten bijvoorbeeld drie woorden kiezen, die goed bij ons passen. Iedereen binnen ons team koos trouwens exáct dezelfde woorden. En die woorden zijn het uitgangspunt geworden voor onze nieuwe huisstijl.’
‘Betrokken, impactvol en persoonlijk. Want we zijn heel erg betrokken bij onze mensen en opdrachtgevers. We doen impactvolle projecten. En elke uitzendkracht die hier de revue passeert kennen we bij naam.’
‘We wilden een zekere herkenbaarheid vasthouden. Zowel voor onze opdrachtgevers als onze uitzendkrachten. Bovendien waren de andere voorstellen voor een nieuw logo gewoon niet beter. Hahaha.’
‘Het is een kruising tussen een leerboek dat je openslaat en een hart. Onze uitzendkrachten doen namelijk iets met hun opleiding én hun hart.’
In de serie Merkpioniers gaat merkstrateeg Wouter Boon op bezoek bij merken van de markten van morgen. Luister het volledige interview via merkpioniers.nl of een van de bekende podcastplatforms.
Lees ook
- Merkstrategie Merkpionier Merijn Everaarts van Dopper: 'Begaan zijn met de wereld zat er al vroeg in'
- Merkstrategie Merkpionier Valentijn van Santvoort: 'Je moet op je bek durven gaan’
- Merkstrategie Julie Munneke Tromp (Tiny Library): 'Als je teveel in de groene hoek blijft, word je nooit mainstream'
- Merkstrategie De Koffiejongens gaat internationaal