Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Dat we bij Harry Mens moeten betalen om door hem te worden geïnterviewd is genoegzaam bekend. Dat is sinds jaar en dag het verdienmodel van zijn programma Business Class. Trots meldt de website open en bloot alle commerciële mogelijkheden: ‘Een interview met gastheer Harry Mens, een begeleidend filmpje (op locatie in binnen- of buitenland) ter ondersteuning van het interview; deelname met een Suze (dochter Mens)-item; deelname met een keuken- en wijnitem in de studio’. Alles kan en is voor slechts ‘enkele tienduizenden’ euro’s te koop. De journalistieke afweging en samenstelling van het programma wordt hier dus volledig bepaald door de portemonnee van de klanten. Het is feitelijk één grote commercial en heeft met kritische en onafhankelijke journalistiek weinig van doen. Niet erg, want dat is ook helemaal niet de pretentie van Harry Mens.

Dat de Telegraaf niet vies is van commercie weten we ook. Met die krant zijn heel heldere afspraken te maken. Een deal met de Telegraaf levert niet alleen een goede plek in de krant, maar men creëert daaromheen ook een hele look and feel die past bij je merk. Dat is voor iedereen zichtbaar, levert een win-winsituatie op en staat los van hun journalistieke, kritische houding.

Zorgelijker vind ik de situatie die aantref nu ik steeds vaker wordt benaderd voor een ‘interessante aanbieding’ in de zogenaamd strenge journalistiek-onafhankelijke kwaliteitskranten. Niet voor een herkenbare advertorial, neen, voor een echt interview. Kosten? Zo rond de 20.000 euro!
Wil je je ceo met zijn eigen verhaal in NRC weekend? No problem! Wil je de nieuwe visie onder de aandacht brengen van de FD-lezers? Het kan voortaan allemaal. Deze ondoorzichtige, hybride journalistiek is de laatste jaren een miljoenenbusiness geworden.

De aanvraag bij het FD is blijkbaar zo groot, dat ze daar een speciale bijlage voor maken in FD.outlook. Voorafgegaan door een noviteit in de serieuze journalistiek: de ‘Advertorial Index’. Waardoor verdere vermelding van de financiële vervlochtenheid bij de interviews wordt voorkomen. Elk kwartaal zie je daar welke ijdeltuiten zichzelf laten portretteren op kosten van de zaak.

Gek genoeg vertonen diezelfde krantenredacties normaal gesproken een afkeer van commercie. NRC noemt principieel nooit de sponsornamen bij sportevents. FD schrijft redactioneel niet over hun eigen, mijns inziens nieuwswaardige commerciële activiteiten waarvoor zelfs advertenties worden ingekocht.

En hoewel ik vind dat commercie en journalistiek dus best goed en functioneel kunnen samengaan, heb ik met die verkoop van interviews toch enige moeite. Ik wil als lezer namelijk weten of ik met eerlijke, onafhankelijke journalistiek van doen heb of dat ik een heimelijk betaalde commerciële boodschap zit te lezen? Daarnaast mag een krant best commercie bedrijven. En hoeft men wat mij betreft niet roomser dan de Paus te zijn. Hoofdredacties zijn naarstig op zoek naar nieuwe vormen van inkomsten, dat begrijp ik. Maar behoud daarbij alsjeblieft de scherpe en mijns inziens ook noodzakelijke grens tussen onafhankelijke journalistiek en commercie! Dat moet en is voor alle partijen beter.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie