Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde resultaten van de eerste NOM Kids Monitor. Het multi-client onderzoek is uitgevoerd door GfK Intomart in het najaar van 2013 onder 2.020 kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar (populatie: 1.367.000 kinderen). Er moet antwoord verkregen worden op vragen over het mediagebruik van kinderen in deze leeftijdsgroep.
Volgens NOM-directeur Irena Petric is er behoefte aan een currency voor printbereik bij de doelgroep 6 t/m 12 jarige kinderen. Het initiatief komt van een aantal NOM-leden dat zich met hun media op deze doelgroep richt.
De afnemers van het onderzoek krijgen de gegevens, plus de bij het PMA aangesloten mediabureaus. Een van de eisen was dat het onderzoek geschikt is voor mediaplanning. De gegevens zijn vanaf morgen beschikbaar voor planners.
Bij voldoende interesse volgt er in het najaar een tweede onderzoek.
In dit eerste onderzoek is gekeken naar de interesses en activiteiten van kinderen en hun mediagebruik. Gekeken werd naar de apparaten die ze gebruiken, internet, sociale media, gamen, print, tv, radio, bioscoop.
Interesses en activiteiten
Bij de interesses geven de meeste kinderen ‘dieren’ (77%) en muziek (62%) aan. Bij activiteiten (‘Hoe vaak doe je deze dingen’) noemen kinderen ‘buiten spelen’ (vaak 75%, af en toe 24%), sporten (58% vaak, af en toe 37%), binnen spelen (56%/37%) en boeken lezen (47%/49%) het meeste.
Mediagebruik
De computer/laptop wordt het meeste gebruikt: 43% zegt vaak, 50% af en toe. De tablet staat tweede (41%/32%) en de smartphone/mobiel derde (22%/35%). Het gebruik van de smartphone is hoger onder meisjes.
Bij de activiteiten op die apparaten staan gamen (95%) en filmpjes kijken (93%) ver bovenaan, ook muziek, huiswerk maken en televisieprogramma’s kijken worden veel genoemd.
Internet
Voor het internetbereik is gebruikgemaakt van de gegevens van DDMM. Google.nl staat daar bovenaan (70%), voor YouTube (45%) en Facebook 36%). Dat beeld is ongeveer gelijk bij jongens en meisjes.
Op de vraag ‘Hoe vaak ga je naar deze websites?’ antwoordden de respondenten: 1 Zapp.nl (31%), 2 Nickelodeon (30%) en 3 Donald Duck (18%).
Sociale media
Facebook staat bovenaan in gebruik: 29%, waarvan 12% vaak. Daarbij aangetekend dat je 13 moet zijn om een Facebook-profiel aan te maken. Maar 6-12-jarigen spelen regelmatig een game op Facebook, is de verklaring. Hyves, dat toen nog bestond, wordt als tweede genoemd met 20% en Twitter als derde met 9%. Opkomende sociale media als Snapchat, Pinterest en Tumblr worden nog nauwelijks gebruikt. Het socialemediagebruik onder de doelgroep is sowieso vrij laag. Meiden gebruiken het meer dan jongens.
Print
Opvallend is dus de hoge score als het gaat om printgebruik. Maar liefst 94% geeft aan het afgelopen jaar een tijdschrift te hebben gelezen en 38% een krant. Meer jongens dan meisjes lezen kranten, bij tijdschriften gaat dat redelijk gelijk op.
Het totaalbereik bij de kranten is als volgt: De Telegraaf 19,9%, AD 12,5% en de Volkskrant 8,2%. Het totaalbereik hoofdkostwinner in gezinnen 6-12 (NPM): De Telegraaf 54%, AD 37,3% en de Volkskrant 24,6%.
Bij de tijdschriften staat bij de weekbladen Donald Duck bovenaan in bereik met 80,6%, Kidsweek met 33,4% en Tina met 25,0. Bij de maandbladen is dat Donald Duck Extra met 44,4%. Kijken we naar bereik per gemiddeld nummer dan staat daar ook Donald Duck op 1 met 34,1 en Kidsweek 2 met 11,5%.
Bij de jongens is Donald Duck in alle leeftijdsgroepen het populairst en dat geldt ook voor de meiden. Bij wat oudere meisjes (10-12) komen ook Tina en Meiden Magazine sterk naar voren.
Televisie
Kinderen kijken gemiddeld 13,1 uur per week tv, waarbij op woensdag en in de weekenden wat meer wordt gekeken. Er wordt vaak gekeken naar Nickelodeon (59%), Disney XD (45%) en Zapp (44%). Zappelin is vierde en RTL4 vijfde.
Radio
63 Procent van de ondervraagde kinderen geeft aan wel eens naar de radio te luisteren. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze luisteren.
Bioscoop
Kinderen van 6-12 gaan vaak naar de bios. Zo geeft 85% aan 1x of vaker per jaar te gaan. De meeste kinderen gaan 2 of 3 keer per jaar. De cijfers zijn ook uitgesplitst naar stedelijkheid. Bij zeer sterk stedelijk ging 89% naar de bioscoop, bij niet stedelijk is dat ook nog altijd 81%.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!