Google onderzoek over mobiel gebruik

Om beter inzicht te krijgen in het mobiele gebruik, is het zoek-, video-, sociaal en e-mailgedrag, het mobiele onderzoek en de aankoopbereidheid van mobiele gebruikers bestudeerd. De resultaten daarvan zijn te vinden op de site 'Our Mobile Planet'. De meeste gegevens over mobiel gebruik worden afgezet tegen gegevens over het klassieke internetgebruik via desktopcomputers om de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee kanalen te evalueren.

Enkele resultaten:

- 54 % van de Nederlandse consumenten gebruikt mobile internet dagelijks.
- 30 % van de aankopen worden gefaciliteerd door smartphones, voornamelijk aan het begin van het proces (wanneer mensen naar inspiratie en ideeen zoeken).
- 23 % deed onderzoek naar een product via hun smartphone and kocht het daarna online via hun computer.
- 22 % van de smartphonegebruikers in Nederland deed al eens een aankoop via de telefoon.

methodologie
Periode

De enquêtes werden uitgevoerd in maart en juli 2011.

Populatie

Tot de doelpopulatie behoorden de privé-smartphonegebruikers die in elk land waarin de enquête werd uitgevoerd via hun mobiele apparaat verbinding maakten met internet.

De frame-populatie (steekproefgroep) was afkomstig van online access-panels van Ipsos en van partnerpanels in elk land waarin de enquête werd uitgevoerd.

Steekproeven

De steekproeven die werden genomen in elk betrokken land, waren representatief voor de doelpopulatie.

De omvang van de steekproeven was n=6000 in de VS, n=2000 in Duitsland, VK, Frankrijk en Japan, n=500 in Indonesië en Maleisië en n=1000 in alle andere onderzochte landen.

Om de representativiteit te garanderen, werden in de steekproefprocedure quota's toegepast met betrekking tot leeftijd, geslacht, mobiel internetgebruik en merk mobiele telefoon.

Enquêtebeheer

De enquêtegegevens werden in alle landen verzameld via een online vragenlijst (CAWI - Computer Aided Web Interview)

De enquête werd in alle betrokken landen in de lokale taal uitgevoerd.

De lengte van de enquête was 20 minuten.

Weging van gegevens

Er werden wegingprocedures toegepast op de verzamelde steekproefgegevens op basis van bepalende structurele variabelen van de smartphonepopulatie in elk land.

De benodigde structurele gegevens werden in alle betrokken landen verzameld via offline interviews, in aanvulling op de hoofdinterviews.

Offline

De offline interviews werden in alle betrokken landen afgenomen via de telefoon (CATI - Computer Assisted Telephone Interviewing) of persoonlijk (CAPI/PAPI - Computer Assisted Paper Interviewing/Pen and Paper Interviewing).

De omvang van de steekproeven was n=2000 in de VS, Duitsland, VK, Frankrijk en Japan en n=1000 in alle andere deelnemende landen.

Tijdens de offline interviews werden gegevens verzameld over smartphones, mobiel internet- en internetgebruik, het besturingssysteem en zoekfunctie-, video-, e-mail en sociaal-netwerkgebruik.

De offline gegevens werden in maart en juni 2011 verzameld

Interpretatie van de gegevens

Bij het interpreteren van de gegevens van de site, moet met een paar essentiële zaken rekening worden gehouden: aangezien de gegevens voor de site verzameld werden via een online enquête, is het waarschijnlijk dat de ondervraagden gebruikers zijn die vaker online zijn. We hebben geprobeerd de potentiële effecten van deze vertekening te compenseren met behulp van de offline enquête, waarin nationaal representatieve klanten algemene vragen werden gesteld over het mobiel internetgebruik en het besturingssysteem. Met deze offline gegevens erbij konden we de site wegen en een dataset garanderen die representatief is voor de smartphonegebruikers die internet gebruiken op hun mobiele telefoon.

De definitie van een smartphonegebruiker is gebaseerd op meerdere variabelen, die in het onderzoek werden gebruikt. De belangrijkste daarvan waren privé-smartphonegebruik, besturingssysteem, groot display, touchscreen en de zelfcategorisering als smartphonegebruiker.

De gegevens met betrekking tot alle uitspraken zijn gebaseerd op een schaal van één tot vijf, uiteenlopend van 'Zeer mee eens' tot 'Zeer mee oneens' (en de optie 'Ik weet het niet/Kan ik niet beoordelen'). Om grafieken te kunnen maken, werd ervan uitgegaan dat de ondervraagden het eens waren met de uitspraak als ze met 'Mee eens' of 'Zeer mee eens' hadden geantwoord.

In sommige gevallen vormen de gegevens in het Onderzoeksgedrag en het Aankoopgedrag geen totaal van 100 procent. Hiervoor zijn twee redenen:
• Afronding - ter vereenvoudiging zijn de getallen afgerond op het eerstvolgende gehele getal
• Totale gegevens kunnen niet worden opgeteld. Als de vier onderzoeks- en aankoopcategorieën aan de overkoepelende categorie van alle producten worden toegevoegd, vormt dit geen totaal van 100 procent. De aankoop van meerdere producten kan namelijk bij al die 17 producten voorkomen en elk daarvan kan op een andere manier zijn onderzocht en gekocht. Zo is de som van 'Onderzocht' en 'Niet onderzocht' in totaliteit niet gelijk aan 100 procent.

Woordenlijst