Grote adverteerders als Procter & Gamble, Unilever, Adidas en Mars hebben samen met Google, Facebook en bureaus plannen gemaakt om schadelijke content – zoals terrorisme en geweld - aan te pakken.
Dat gebeurde afgelopen woensdag tijdens een bijeenkomst in het Zwitserse Davos. Het is de eerste grote aankondiging van de Global Alliance for Responsible Media (GARM), een werkgroep rond digitale veiligheid die vanuit de World Federation of Advertisers (WFA) is ontstaan.
Doel is om schadelijke online content geheel de kop in te drukken en zorgen dat degenen die dergelijke content verspreiden geen advertentiegeld meer naar zich krijgen toegeschoven. GARM wil de lat hoger leggen als het gaat om het identificeren en elimineren van dergelijke content, waarbij ook een actieve rol gevraagd wordt van Google en Facebook. Zij hebben dit toegezegd en schuiven daarom ook aan in GARM.
Drie pijlers
GARM heeft een strategie uitgestippeld die bestaat uit drie pijlers:
- tot een consensus komen wat schadelijke content is
- ontwikkeling van technologie waarmee merken en mediabureaus beter kunnen bepalen waar hun media-uitgaven naartoe gaan, om te voorkomen dat uitingen op de verkeerde plaats terechtkomen
- het instellen van gezamenlijke meetstandaarden en onafhankelijk toezicht, zodat de industrie grip houdt op het verwijderen en blokkeren van schadelijke content.
Pritchard
Marketingbaas Marc Pritchard van P&G staat bekend als één van de grootste criticasters van de digitale advertentie-industrie. Al een paar jaar is het zijn missie om als het gaat om transparantie en ‘brand safety’ de lat hoger te leggen. Sindsdien
zijn er wel ontwikkelingen in die richting, maar een grotere stap is nodig.
In Davos zei Pritchard woensdag – gequote door The Drum – wat hij in feite al sinds 2017 roept: ‘Het is tijd om een verantwoorde mediaketen te creëren die werkt op een manier die veilig, efficiënt, transparant, verantwoordelijk en gecontroleerd
is voor alle betrokkenen, maar met name voor de consumenten die we bedienen.’
Google en Facebook
Ook afgelopen jaar bleek weer dat het weren van gewelddadige en terroristische content van YouTube, Facebook en Instagram. Meest schrijnende voorbeeld was dat Facebook gebruikt werd om de terroristische aanslag in Nieuw-Zeeland live te streamen.
Hoewel Google en Facebook het afgelopen jaar hun eigen maatregelen hebben genomen om de verspreiding van schadelijke content te bestrijden, blijft het een groot probleem. Bijvoorbeeld omdat er dagelijks een enorme hoeveelheid content wordt geüpload.
Woordvoerder Rob Rakowitz van GARM ziet het nieuwe gezamenlijke initiatief als een echte stap vooruit. ‘Eerdere aanpak van schadelijke content was tot nu toe vaak reactief. We zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking nodig is om het spel te veranderen.’
Het initiatief brengt adverteerders samen die ongeveer 97 miljard dollar in de online advertisingmarkt pompen. Het gaat om 39 adverteerders, zes bureaunetwerken, zeven mediaplatforms en zeven brancheverenigingen.
Hoe snel GARM de plannen tot uitvoering wil brengen, is niet bekendgemaakt.
Reactie bvA
bvA-directeur Henriette van Swinderen laat weten dat de adverteerdersbond dit initiatief om nog actiever de strijd met schadelijke content aan te gaan 'van harte toejuicht'.
'Alleen als we dit soort problemen ook op wereldwijd niveau aanpakken, kunnen we hier structurele verbeteringen bereiken. Grote adverteerders zetten zich hier al langer voor in, maar het is verheugend dat de global platforms nu ook aan tafel zitten om bij te dragen aan transparantie, veiligheid en efficiëntie van digitale media.'
Daarnaast zijn er volgens Van Swinderen ook op lokaal niveau en door lokale spelers resultaten te bereiken. 'Als bvA organiseren we regelmatig kennisbijeenkomsten over onderwerpen zoals brand safety waarbij adverteerders handvatten krijgen om te zorgen dat ze met hun merken in een veilige omgeving communiceren. Ook zoeken we naar manieren om met lokale mediapartijen transparantie en veiligheid te bevorderen.'
'Uiteindelijk gaat het erom dat consumenten onze boodschappen willen blijven ontvangen. Daarvoor zijn veiligheid en kwaliteit van de digitale omgeving noodzakelijk.'
