Waarom het Rijksmuseum Glass (niet) verbiedt

Er wordt heel verschillend gereageerd als je een Glass draagt. De onzekerheid die het oproept kan een gevaar zijn voor de acceptatie van wearables.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Vorige week was ik in het Rijksmuseum. Al enige tijd ben ik actief de mogelijkheden van Glass aan het onderzoeken, de nieuwe slimme bril van Google. Sinds enige weken heb ik zelf ook een exemplaar en probeer daarmee verschillende dingen uit. Zo ook rondlopen in het museum. Aangezien het beleid van museum fotograferen en videoopnames toestaat leek me dat geen groot probleem. Dat bleek echter anders. De suppoost in de zaal bij het vroeg mij de bril af te zetten. Als toelichting gaf ze aan dat dit het beleid was zolang er geen beleid is geformuleerd. Daarbij gaf ze aan dat het probleem niet is dat je fotografeert met de bril, maar wel dat je niet ziet dat iemand dat doet.

 

En daarmee wordt wel een interessant punt geraakt. Bij alle presentaties die ik geef of bijwoon over de Glass komt altijd de privacy vraag langs. Wat gebeurt er met de data en zijn we nu echt volledig overgeleverd aan Google. Ook afgelopen donderdag bij het seminar . Geleyn Meijer prikkelde in zijn aftrap met de vraagstelling of de data van een persoon die een device als Glass vastlegt eigenlijk niet van die persoon zou moeten blijven. Een discussie op zich.

 

In het licht van Glass een interessant punt uiteraard, maar een andere spreker () vertelde over de geavanceerde radar en camerasystemen (8 stuks) die in een nieuwe Mercedes zitten en zorgen dat de auto voorkomt dat je een voetganger aanrijdt door in het uiterste geval zelf te remmen. Die foto&;s die Glass maakt zijn misschien nog maar een fractie van alle foto&;s en signalen die worden opgevangen door alle auto&;s straks. Er is natuurlijk wel een verschil. In de auto zit geen mens aan de andere kant van het glas die naar de beelden kijkt.

 

Voor marketeers en mediamakers is het interessant te beseffen dat met de nieuwe golf &;intimate mobile devices&; of &;wearables&; weliswaar een heel nieuw speelveld ontstaat waarin marketingcommunicatie en -concepten kunnen worden bedacht, vol met mogelijkheden om dat toe te spitsen op die ene persoon. Maar aan de andere kant zorgen die devices ervoor dat mensen argwanend worden. De vraag is of de data die wordt afgegeven bij het gebruik van wearables niet &;permission-based&; moet zijn. Google heeft met Glass daarin een interessante positie gekozen. Door het interactiemodel van diensten met triggers is het alleen mogelijk succesvol te zijn op deze device als je superrelevant communiceert. Als je daar dan specifieke data van die consument nodig hebt is de kans een stuk groter dat die wordt afgegeven.

 

Daarin zijn er modellen te bedenken waarin die data een tijdelijk karakter heeft. Zoals bij de radardata van de Mercedes. Het denken over profileren van consumenten moet verschuiven naar herkennen van gedrag, en daar op inspelen. Lerende systemen zijn daarin essentieel. Zoals een van je gedrag leert, het is niet voor niks dat Google deze partij heeft gekocht; Google is bij uitstek de partij om deze kennis te verfijnen en op basis van anonieme profielen heel veel input te geven aan marketeers. Context as a Service kan Google als de beste aanbieden.


De wearables zijn zeer interessant en maken een hoop los. Dat zal de komende tijd vaker gebeuren. Overigens reageerde de directeur van het Rijksmuseum later dat Glass wel welkom is. Een teken hoe we nog zoeken naar de goede vorm voor deze datagedreven context.

 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie