Vijf misverstanden over televisie

KRO-NCRV mediadirecteur Taco Rijssemus hield donderochtend op het Mediapark jaarcongres een pleidooi voor een meer relaxte houding tegenover het inzetten van digitale media.

De stemming rond online is heel lang geweest dat er van alles moet. Dat wil ik graag ombuigen naar ‘dat er van alles kan’. De insteek is vaak geweest: we gaan een nieuw programma brengen en daar moet dan ook een website bij, en we moeten iets op sociale media. Terwijl dat soms tot geringe resultaten leidt.

In wezen blijkt veel online innovatie technisch gemotiveerd. We doen het, omdat het kan. Of er een behoefte is bij de gebruiker, wordt vaak als veel minder relevant afgedaan.

Maar het werkt niet altijd. Zo zit de gebruiker tijdens een ‘lean-back’ ervaring, zoals bij veel human interest programmering op NPO1, helemaal niet op interactie tijdens de uitzending te wachten.
Het tweede scherm bij de Rijdende Rechter is in absolute getallen en bereik geen groot succes te noemen: slechts 3000 spelers tijdens een uitzending met ruim 1,5 miljoen kijkers, dat is 0,2 procent. Dat wil niet zeggen dat human interest geen online mogelijkheden biedt, maar wel dat wij als televisiemakers beter moeten kijken waaraan de gebruiker behoefte heeft, willen wij in de digitale wereld succesvol blijven. Niet denken vanuit zenders, maar denken vanuit behoeften.’

Digital immigrant
Ik ben een digital immigrant. Geen absolute vooroploper en zeker niet van nature zo handig als mijn dochters met nieuwe mogelijkheden. Maar ik ben ook geen digital loser. Digital immigrants zijn niet geboren in het tijdperk van nieuwe technologie, maar er wel nieuwsgierig naar en gefascineerd door de adaptatie van allerlei aspecten ervan.

Vaak hebben televisiemakers er jaren over gedaan om alles van het complexe vak onder de knie te krijgen. Ze begrijpen ieder detail ervan, in de oude wereld... Het gevolg is dat wanneer zich nieuwe digitale mogelijkheden voordoen, digital immigrants de neiging hebben oude media op nieuwe te projecteren. Dat leidt tot verwarring en misverstanden. Zoals de absurde gedachte dat jongeren geen tv meer kijken. Of de gedachte dat content koning is en platformonafhankelijk, je altijd crossmediaal moet handelen, internet een extra televisiekanaal is en digitale televisie een specialisme.

Vijf misverstanden

Misverstand 1: Content is platformonafhankelijk
Content is vaak juist platformspecifiek! Neem KRO’s Goedemorgen Nederland, gemaakt voor radio en tv. Zelfs bij de voorbereiding van de uitzendingen bleek synergie nauwelijks te behalen. Een ochtendprogramma om 7 uur op televisie vraagt om totaal andere onderwerpen, gasten, aanpak, etc. dan een ochtendprogramma op Radio 1, dat om half tien start. Content is eigenlijk nooit platformonafhankelijk. Ieder medium kent zijn specifieke eisen: wat kan wel, wat niet.

Misverstand 2: Je moet crossmediaal zijn
De must van crossmedialiteit zie je bij veel televisiemakers ook terug in een andere vorm: de noodzakelijke website. Het gevoel bij veel televisiemakers is dat een programma zonder website niet meedoet. De website als statussymbool. De teleurstelling blijkt altijd groot wanneer bekend wordt dat bij een tv-programma geen website komt. In wezen blijkt veel online innovatie technisch gemotiveerd. We doen het, omdat het kan.
Of er een behoefte is bij de gebruiker, wordt vaak als veel minder relevant afgedaan. Televisiemakers moeten beter bekijken waaraan de gebruiker behoefte heeft, willen wij in de digitale wereld succesvol blijven. Niet denken vanuit zenders, maar denken vanuit behoeften.

Misverstand 3: Content is koning
Goede content is daarom slechts een belangrijke voorwaarde voor het bouwen van een succesvol kanaal. De distributie ervan, het bereiken van een online publiek, daar draait het om.

Misverstand 4: Internet zien als een extra tv-kanaal
Vaak wordt internet door tv-makers beschouwd als een soort inferieur televisiekanaal waar alles wat de tv-uitzending niet haalt, kan worden uitgezonden. Dat heeft geen zin.
Online video is geen televisie. Online media bieden andere mogelijkheden zoals discussieplatforms, crowdsourcing, user generated content, gamification, enzovoort.

Social media zijn zoveel meer als je ze goed gebruikt. Ze zijn een bron van redactionele content, je kan er content mee uitspelen, je kan in gesprek met je doelgroep. Je kan er zelfs een community mee opbouwen. Community’s bieden omroepen de kans de maatschappelijke verankering in de toekomst vorm te geven. En daarmee een antwoord te geven op afkalvende ledenaantallen.

Misverstand 5: Digitale televisie is een specialisme
Het laatste en misschien wel grootste misverstand van de tv-maker is het scherpe onderscheid tussen tv en digitale media. ‘Laat ons maar gewoon tv maken en de specialisten de online media bedienen’. Maar de ervaring leert dat deze processen steeds meer door elkaar gaan lopen.
Het lichtend voorbeeld is De Monitor, een vernieuwend crossmediaal journalistiek concept. De centrale gedachte ervan is dat we the wisdom of the crowd beter moeten gebruiken. Niet door vragen de wereld in te slingeren - deze ruwe vorm van crowdscourcing doen meer rubrieken - maar door het research proces radicaal te openbaren.
Door het voortdurend openbaren van het onderzoek, wordt er continu content gepubliceerd. De gebruikers voegen hieraan informatie toe, hetgeen het onderzoek weer verder helpt. Doordat informatie gedeeld en aangevuld wordt, krijgt De Monitor steeds meer bekendheid. Online lopen redactie, content productie en promotie dwars door elkaar heen.

Digitaal is geen specialisme of aparte afdeling – digitaal is de wereld waarin we opereren, digitaal is het nieuwe normaal.

Taco Rijssemus is mediadirecteur KRO-NCRV

Dit is een samenvatting van zijn presentatie vandaag op het Mediapark jaarcongres tijdens de expertsessie van 3Rivers.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie