Wie steekt vrijwillig zijn hoofd onder de guillotine van social media en tabloids? Mark Simmonds, de Britse staatssecretaris van wij nog nooit hadden gehoord tot hij van de week zijn aftreden aankondigde. Niet vanwege een nobel principe of een smeuïg seksschandaal, maar omdat hij te weinig verdient om met vrouw en kinders fatsoenlijk te kunnen wonen in de huisvestingsnachtmerrie die Londen heet.
Kranten, commentatoren en reaguurders hadden een topdag met het besmeuren van parlementaire zakkenvullers in het algemeen en de publicitaire zelfmoordenaar in ’t bijzonder. Met Mark en het volk komt het nooit meer goed.
Verfrissend
Zijn aftreden lijkt een nachtmerrie voor de spindocters en reputatiemanagers van David Cameron. Maar Simmonds’ stap is verfrissend voor de discussie over bonussen, beloningen en Balkenendenorm die ook Nederland in haar ban houdt. Inmiddels zijn we ’t erover eens dat bankemployees niet met miljoenen naar huis hoeven gaan en dat managers die nul ondernemersrisico lopen, geen salarissen mogen incasseren die gelijk zijn aan de omzet van menig MKB-bedrijf.
Maar dit ontaardt in een heksenjacht waarin iedere ziekenhuisdirecteur die een paar mille ‘te veel’ verdient, wordt neergezet als de nieuwe ‘greed is good’. En wee de werknemer die op zijn contract wijst en gewoon zijn bonus opeist.
Nieuwe discussies
Mark Simmonds zegt in wezen ‘fuck you; het systeem werkt niet en ik wil een bepaald levensniveau ’. Daar is hij heel eerlijk in –hoewel veel kiezers dromen van zijn salaris van omgerekend € 150.000.
Maar zelfs met dat inkomen kom je niet ver in een stad waar woningprijzen maandelijks met dubbele percentages stijgen en het gemiddelde appartement tegen het miljoen aantikt. Simmonds’ frustratie wordt gedeeld door honderdduizenden en leidt tot verhitte discussies over de scheefgroei in de regionale kosten van levensonderhoud; een probleem dat ook in Nederland speelt.
PR buigt mee
Excessieve beloningen zijn terecht aangepakt. Maar de aanpak ervan dreigt door te slaan. Internationaal talent is écht heel mobiel en vertrekt écht als het buitenland méér biedt. Maar wie durft dat argument nog te gebruiken? Publieke druk noodzaakt managers om af te zien van zaken waar ze op basis van bestaande afspraken recht op hebben. Als dat bij ‘gewone’ werknemers dreigt, zijn Den Haag en de voorpagina’s te klein.
Communicatieadviseurs en reputatiemanagers buigen even hard mee. Op basis van PR-risicoanalyses adviseren we om toe te geven, terwijl ons morele kompas zegt ‘houd vast en leg uit’.
Om deze discussie zuiver te krijgen is moed nodig. Iemand moet daarin de eerste stap zetten. Daarom mogen we bewondering hebben voor een politicus die opstapt omdat hij te weinig verdient en is het wachten op de vakgenoot die het bredere plaatje kan presenteren en in het offensief kan gaan als onderdeel van de verdediging. Wie biedt?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!