Met m’n kapper bespreek ik elke paar weken de micro-economie van onze Amsterdamse buurt. We nemen de lokale leegstand en overcapaciteit door. Wie is er ne weer verdwenen? Op het manchet schatten we de omzetten van de lokale ondernemers in, om ze te verbinden aan een huursom, want m’n kapper weet wat de huren in de buurt doen. Sommigen kunnen in onze margeschatting amper een ondernemerssalaris verdienen.
We verbazen ons erover dat de er zoveel horeca-ondernemers zijn meegegaan in een megalomaan project van het stadsdeel en een projectontwikkelaar, waardoor er in één klap ruwweg 500 stoelen zijn bijgekomen en een terras van 3.000 vierkante meter. Alsof de Watergraafsmeer een tweede Rembrandtplein zou kunnen worden: ‘de tweede uitgaansparel van de stad’. Tegen overcapaciteit is geen marketing opgewassen.
Ons respect was er voor een startende superspecialist, op een hoek met amper traffic. Een plek waarvan je vooraf zou denken dat het nooit iets kon worden. Maar de man stopt veel liefde in z’n slijtersvak, hij levert aan consumenten én bedrijven. Hij weet wat-ie verkoopt en het gaat goed.
De onmacht van de winkeliersvereniging blijkt groot te zijn, de meeste heibel die ze met hun leden hebben, is over de plek waar de kerstverlichting moet hangen en per wanneer en over de hoogte van de contributie. Klein bier.
Het bevalt me wel op de vroege zaterdagochtend, om de vinger aan de pols van de lokale economie te houden, het plaatselijke inkijkje. De wereld is al groot genoeg, de verschuivingen tussen kanalen zijn ingrijpend. Zet ‘eurozone’ in een formule met ‘omnichannel’ en laat er een paar Harvard-profs naar kijken en het wordt abstract.
Isaac Newton zei het al: elke kracht creëert zijn tegenkracht. Het is leuk om alle internationale, economische complexiteit af te pellen naar de winkelstraat om de hoek waar je woont, de Amsterdamse Middenweg. Uiteindelijk worden merken lokaal gebouwd en gebroken. Daar gaat de thermometer in het lijf.
Ondertussen doet m’n kapper het goed. Hij is trouw aan zijn positie, ondanks kappersketens die oprukken. Daar maakt hij zich niet druk om. Z’n mensen verstaan hun vak goed en de koffie is oké. De zaak heeft een reserveer-app, daar spaart-ie overdag 30 telefoontjes van twee minuten mee. Plus de onderbrekingen in onze analyses.
