Privacy: 38% vindt het prima om zijn gegevens te delen

DDMA: ‘Consumenten vinden dat bedrijven meer profiteren van het delen van persoonsgegevens dan zijzelf.’

Driekwart van de Nederlandse consumenten staat welwillend tegenover het delen van hun gegevens. Maar 89 procent van alle ondervraagden geeft aan het gevoel te hebben dat het bedrijfsleven daarvan op dit moment meer profiteert dan zijzelf.

Dit blijkt uit het , waarin de houding van de consument ten aanzien van het delen van persoonlijke gegevens in kaart wordt gebracht.

De drie belangrijkste conclusies volgens DDMA:

1. 28 procent van de Nederlanders wil zijn gegevens niet of zo min mogelijk delen, 38 procent maakt zich juist geen zorgen
Het onderzoek maakt onderscheid tussen drie typen consumenten. De Scepticus (28 procent van de ondervraagden) maakt zich zorgen over wat er met zijn persoonlijke gegevens gebeurt en is amper bereid deze te delen. De Pragmaticus (34 procent) is relatief bezorgd, maar is wel bereid een redelijke hoeveelheid gegevens uit te wisselen voor een betere dienstverlening. De Onbezorgde (38 procent) bekommert zich niet om het feit dat er gegevens van hen worden gebruikt. De Pragmatici en de Onbezorgden zijn gemiddeld jonger dan de Sceptici.


2. 89 procent van de consumenten vindt dat het bedrijfsleven het meest profiteert van de data-economie
Het privacybewustzijn van consumenten is groot: 7 op de 10 geven aan zich meer dan voorheen bewust te zijn dat hun data wordt verzameld. Ook accepteren consumenten data-uitwisseling steeds meer en staat driekwart welwillend tegenover het delen van data. Toch hebben mensen niet het gevoel hier zelf het meest van te profiteren. 89 procent van de ondervraagden denkt dat het bedrijfsleven het meeste voordeel heeft in de data-economie. 8 op de 10 geeft daarbij aan meer controle te willen over de manier waarop hun data gebruikt wordt.

3. Consumenten maken zich zorgen om privacy, maar handelen daar niet naar
43 procent van de ondervraagden noemt vertrouwen in een bedrijf als kritische succesfactor om gegevens te delen, gevolgd door transparantie (36 procent) en controle (33 procent). Het vertrouwen in organisaties is relatief laag. Daar tegenover staat een soort privacyparadox: laag vertrouwen in een merk of dienst leidt niet tot minder gebruik. Amerikaanse tech-bedrijven worden het minst vertrouwd, maar toch kijkt 64 procent elke dag op Facebook en heeft 82 procent een smartphone. De meeste mensen zijn bovendien niet bereid te betalen voor diensten, zoals e-mail en sociale media, als dat betekent dat hun gegevens niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Slechts 9 procent is hiertoe wel bereid.

Verre van duurzaam
Diana Janssen, directeur van brancheorganisatie DDMA meent dat er een taak voor het Nederlandse bedrijfsleven is weggelegd: ‘De consument accepteert data-uitwisseling als onderdeel van de moderne economie, maar heeft niet het gevoel hier zelf van te profiteren. Dit maakt een data-economie verre van duurzaam. Organisaties moeten hun toegevoegde waarde tonen en beter laten zien hoe data hun dienstverlening verbetert, in lagere prijzen of betere content. Bewustzijn van de verschillende opvattingen en verwachtingen van consumenten over privacy is daarbij cruciaal: een one-size-fits-all benadering doet hier geen recht aan, het faciliteren van keuze en controle wel.”

Het onderzoek is uitgevoerd door GfK onder ruim 1.000 Nederlanders.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie