Door Sybren Brands
Veel studenten beginnen in februari aan hun stage, zo ook studenten die later de gaafste reclames, campagnes en virals gaan bedenken. De meeste reclamestudenten zijn zich niet bewust van hun waarde en reclamebureaus staan te springen om nieuw talent. Je kunt de 'reclameheld-in-de-dop' daarmee best vergelijken met een ICT-student: je bezit iets waardevols, een harde skill die je tijdens een stage verder wilt ontwikkelen. Je moet er alleen voor oppassen dat je door de waanzinnige indruk die je wilt achterlaten, niet wordt uitgebuit.
Gelukkig organiseerde RA*W University een avond voor de reclamevedettes van de toekomst over 'hoe je de perfecte stage loopt'.
Solliciteren
Maarten Boer en Reuben Alexander van Buutvrij beter het spits af. Deze beste vrienden uit het vak zijn goed op elkaar ingespeeld en hebben samen al heel wat stagiairs meegemaakt. Zo vertelden ze dat je nooit, maar dan ook nooit als stagiair de auto van de baas moet parkeren. Maarten zijn auto is in de prak gereden door een stagiair en je kan nooit genoeg koffie halen om dat goed te maken. Niet doen dus!
Op serieuzere toon vertelden Maarten en Reuben hoe je het beste die ene droomstage kunt regelen. Voordat je begint, moet je jezelf de volgende vragen hebben gesteld:
- Waar wil ik stage lopen?
- Hoe zorg ik ervoor dat ik gevonden word?
- Wil je bij een groot of een klein bureau lopen, bij TBWA of Buutvrij?
Als je echt iets wilt creëren adviseren de mannen om bij een klein bureau te gaan werken. Natuurlijk zijn de Buutvrijers niet geheel objectief, maar de algemene aanname is wel dat je bij een kleiner bureau sneller als volwaardig teamlid wordt beschouwd, je meer verantwoordelijkheid krijgt en dat jouw stem ook echt telt. Het is te vergelijken met de tegenstelling 'zuidas versus start up'. Wil je wegkwijnen in de anonimiteit, maar wel bij het grote en internationale bureau werken? Kies daar dan voor. Wil je niet de prestige, maar wel hard werken aan iets wat je (co)kindje is? Kies dan voor een kleiner bureau!
Ludieke extraatjes
Als je eenmaal een keuze hebt gemaakt, moet je nog binnenkomen bij het bureau van je dromen. Hoe zorg je daar dan voor? Het gewone solliciteren - cv, motivatiebrief en portfolio – lijkt niet meer voldoende te zijn. Met de nadruk op lijkt. Buutvrij wordt overspoeld met sollicitatie-extraatjes. Hierbij kun je denken aan bier, wijn, tennisballen, zadelhoesjes, ballonnen, grotere ballonnen, nog grotere ballonnen en een op schaal gemaakte paspop van de desbetreffende persoon. Of dit nou de standaard moet zijn in de reclamewereld laten we daarbij even in het midden. Feit is wel dat het een goede manier is om op te vallen. Maar als het ludieke extraatje totaal niet bij je past slaat het, om Johan Derksen te citeren, ‘als kut op Dirk’. Dan wordt het geforceerd en werkt het eerder in je nadeel.
Afsluitend gaven de mannen nog een lijst aan do’s en don’ts. De opvallendste:
DO: Zorg dat je spelling klopt. Taalvouten in je brief levert heel veel minpunten op.
DO: Stuur iets geks bij je papieren sollicitatie. De ludieke actie moet bij je passen
DON’T: Doe niet je mitrailleur-truc. Stuur niet 1 brief naar meerdere kantoren, maar neem echt de tijd om een unieke brief voor dat ene kantoor te schrijven.
DO: Gebruik geen uitroeptekens, of doseer. Uitroeptekens zijn griezelig!
DO: Bezit een rijbewijs.
DO: Woon in Amsterdam (of in de stad waar het bureau is gevestigd) of regel er een slaapplek.
DO: Schrijf to the point met een persoonlijk tintje.
DON’T: Claim geen groepswerk in je portfolio.
DO: Laat je beste werk zien in je portfolio. Hoe meer = niet hoe beter.
DO: Wees een lekker wijf, werkt altijd.
DON’T: Doe niet aan namedropping.
DO: Regel een laptop. Het liefst een macbook!
DO: Bluf niet op je sollicitatie, wees bescheiden, maak niet de zinnen af van de interviewer (#mega-irritant) en laat zien dat je cool bent.
DO: Bereid het gesprek goed voor. Ken de klanten van het bureau en durf te benoemen als je niet zo 1,2,3 het antwoord hebt.
DO: durf je kwetsbaar op te stellen, maar niet onzeker.
DON’T: Push. Het kan best zijn dat een reactie van een bureau even op zich laat wachten. 1 mailtje of belletje is oké, maar word geen stalker.
Gedrag op de werkvloer
Na een slice pizza was het tijd voor de tweede spreker: Wicher Schols, talentontwikkelaar en verbonden aan Uncommon, het samenwerkingsverband tussen Natwerk, Dawn, Achtung en Sue om reclametalent op te leiden. Wicher ging verder waar Maarten en Ruben waren gestopt, door het te hebben hoe je je opstelt als stagiair wanneer je eenmaal binnen bent en ervoor zorgt dat je alles eruit haalt wat er in zit. Zijn verhaal begon met een interactieve oefening voor de studenten.
De bedoeling was dat studenten een eerste indruk bij elkaar achterlieten. Na een minuut smalltalk moesten ze drie woorden opschrijven die als eerste omhoog kwamen na de ontmoeting en een aantal kenmerken aanvinken die bij de persoon pasten. Deze oefening moesten ze met twee verschillende mensen doen en de belangrijkste insight voor de studenten was dat de twee briefjes eigenlijk best wel overeenkwamen. Wat zegt dit? Wordt een eerste indruk echt gemaakt in “The Blink of the Eye”? Is wat je zegt niet interessant? Vragen waar niet gemakkelijk een antwoord voor bestaat.
Het blijkt dat voor een succesvolle indruk authenticiteit het kernwoord is. Hoe dicht je bij jezelf staat, kent twee kanten. Namelijk, hoe denk jij over jezelf en hoe denken anderen over jou. Het is jij versus zij. Wat kan jij en welk bureau past daarbij. Wanneer je van beide kanten een aardig inzicht hebt, heb al je een grote voorsprong op de concurrentie.
Authenticiteit blijft een moeilijk vraagstuk waar nog eindeloos over gediscussieerd kan worden. Een belangrijke tip aanhakend op dit debat kwam van Rein Hannah Bojahr, een van de oprichters van RA*W University: durf! Brutalen hebben de wereld. Toon enthousiasme en wees niet bang om het gesprek aan te gaan. Iedereen in de reclamewereld vindt het leuk om ongekend talent te helpen en staan altijd open voor een kop koffie. Dit kan heel nuttig zijn voor je loopbaan. Een cool voorbeeld hiervan is de Facebook-pagina Bitches on Monday.
Evalueren
Het laatste woord was aan Wendy van Luyck van Kingsday. Nadat Buutvrij en Wicher respectievelijk de thema’s ‘hoe krijg je een stage’ en ‘hoe haal je alles uit je stage’ behandelden, sprak Wendy over het thema stagelopen en evalueren. Stage lopen is immers een leerproces waarbij goede feedback noodzakelijk is voor je ontwikkeling.
Wendy vertelde vanuit haar eigen perspectief wat ze geleerd heeft van haar stages:
- Als er iets mis gaat, durf het te zeggen.
- Benoem je eigen fouten.
- Bedenk van tevoren goed wat je kwaliteiten zijn
Zoals de Dikke van Dale zegt: ‘evalueren is het achteraf bespreken om ervan te leren’. Met evalueren laat je je stem horen, het helpt je hoofd leeg te maken en om een stapje hogerop te komen voor zowel jezelf, als binnen het bureau waar je stage loopt.
Nog enkele tips van Wendy volgden, want niet ieder bureau geeft ruimte aan het evaluatieproces. Hierom moet je goed bedenken:
- Wat je wilt leren tijdens je stage
- Schrijf problemen waar je mee zit op
- Gebruik het excuus “ik moet het van school” als je zelf niet een evaluatiegesprek durft aan te vragen
- Plan tijdens je stage standaard momenten om “even te zitten” voor een stage
- Evalueren kan altijd, maar doe het sowieso na projecten
Meer over Ra*w University lees je hier.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!