Tekst: Nancy Krijnen
Schemata
Het is waarschijnlijk al tijdens mijn studie (Communicatiewetenschap) behandeld, maar een paar jaar geleden kwam ik er in ons vakgebied voor het eerst op een voor mij ietwat confronterende manier mee in aanraking: schemata. Oftewel: A pattern imposed on complex reality or experience to assist in explaining it, mediate perception, or guide response.
Tijdens een workshop over positioneren kregen we een slide met de volgende tekst en de vraag ‘hoe zit dit?’, die ik later zelf ook in colleges heb gebruikt (het antwoord heb ik nog even op grijs gezet, nu niet stiekem meteen verder lezen):
Er waren er misschien 1 of 2 die ‘m al kenden, maar de rest kwam maar niet tot het goede antwoord. Ook niet in mijn eigen lessen en tot mijn grote spijt, ook wij vrouwen niet. Nu zie je ‘m al aankomen, desbetreffende surgeon is… een vrouw. Blijkbaar hebben onze schemata hier een patroontje aangelegd, bepaalde beroepen worden nu eenmaal uitgevoerd door een bepaalde sekse.
(Even een zijspoor: In Zweden willen ze iets doen tegen het op jonge leeftijd ontwikkelen van deze stereotypen en hebben ze leerboeken waar vaker mannen koken of schoonmaken dan vrouwen, hear hear!)
‘Blijkbaar hebben onze schemata hier een patroontje aangelegd’
Ik wil in deze korte introductie in schemata ook nog even opmerken dat ik er op zich niets tegen heb, ze helpen je sneller dingen te duiden en structuur aan te brengen, iets wat we zeker in deze tijden van information overload goed kunnen gebruiken. En ik maak er ook dankbaar gebruik van in mijn werk, als bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde beelden, kleuren, lettertypes etc je doelgroep sneller op het juiste spoor kunnen zetten. Of andersom, door op dit gebied iets onverwachts te doen en zo de aandacht te trekken.
Het wordt alleen wat minder als je er zelf last van krijgt….
Het grote-merken-syndroom
Je ziet mensen toch meer reageren als je de grote merken waar je gewerkt hebt noemt dan wanneer je zegt dat je bij Multikabel of EMTÉ hebt gewerkt. Iets wat ik altijd jammer heb gevonden. Als je me namelijk zou vragen waar ik met de meeste trots op terugkijk dan zijn het, naast mijn docentschap, precies die twee periodes die ik zal noemen. Met een klein team en beperkte budgetten pionieren en proberen in jouw gebied net zoveel impact te maken als de grote spelers, dat waren mooie tijden.
Na wat uitleg heb je de mensen wel mee, maar ‘wat kortzichtig dat men dat niet uit zichzelf ziet’, denk je dan….
Vervolgens begin je als interimmer en ga je aan de slag met je LinkedIn-profiel. Nu ben ik altijd wel van ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ en laat ik me graag inspireren, dus die People also viewed-functie was erg handig (moet je overigens ook weer op tijd mee stoppen, want het zijn er namelijk nogal wat, interimmers in ons vakgebied…, goede interimmers…).
En wat merk je dan opeens bij jezelf? Waarvan raak je onder de indruk op profielen? Van goede teksten én… de grote merken.
Au, ik kan het anderen niet kwalijk nemen, het is gewoon een schemata!
Het liever-niet-te-oud-syndroom
Een paar jaar geleden een gesprek met een collega. Zijn moeder wil terugkomen naar Nederland, maar heeft grote moeite met het vinden van een baan. Dit heeft waarschijnlijk te maken met haar leeftijd, ze is al een paar jaar 50-plusser.
Raar vinden we dat, toch wel wat kortzichtig. ‘Ze kan zeker nog ruim tien jaar voor je werken en hoeveel mensen doen dat tegenwoordig nog? Ze weet (allang) wat ze wil en kan, ook een groot voordeel? En ze heeft een bak aan ervaring, toch veel meer dan anderen?’
‘Raar vinden we dat, toch wel wat kortzichtig’
Nog wat langer doorpratend weer die spiegel… Wat doe ik zelf in sollicitaties? Kijk ik in mijn eerste selectie niet ook het eerst naar laatste functies én… leefijd! Heb ik laatst niet de mensen van voor 1960 (of zelfs 1965) ook opzijgelegd?
En hier kwam de au nog wat harder aan, als dit blijkbaar een algemeen geldend schemata is, ik ben van 1970!
Het ervaring-in-de-branche syndroom
Zegt deze kop al genoeg? Hier hebben we het natuurlijk over het er in theorie mee eens zijn dat iemand uit een andere branche een frisse kijk kan bieden. Je kan behoeden voor al teveel beroepsdeformatie. Sneller eens out-of-the-box zal gaan. Learnings uit die andere branches kan inzetten om vernieuwend te zijn. Maar in de praktijk…
Ook hier ben ik dus regelmatig verbaasd over, zeker in het interim-vak lijkt branche-ervaring zwaar te wegen. Twee reacties vorig jaar: ‘Telecom / Media Manager heeft zeker veel raakvlakken met Media, maar we hebben al veel reacties van mensen met specifieke ervaring bij een Omroep.’ ‘Mooi dat je in het Hoger Onderwijs hebt gewerkt, maar we hebben genoeg andere kandidaten die echt Communicatie in het Onderwijs hebben gedaan.’
En wederom is de uitkomst niet zo fraai, als ik mezelf die spiegel voorhoud. Geven kandidaten uit de branche mij ook niet een veilig(er) gevoel?
Wat nu?
Bewust blijven van de schemata-valkuilen en er tijdig voor zorgen dat mensen er niet in (ver)vallen. Zou ik gebruik kunnen maken van tegengestelde invalshoeken? Headings met onverwachte onderzoeksresultaten? Of opvallende quotes van oud-collega’s, een soort van testimonials?
En er zijn leuke oefeningen om mensen uit hun vaste (denk)patronen te halen, de andere hersenhelft te activeren, daar voortaan mee beginnen? ‘Loop een rondje door de kamer, raak dingen aan en benoem ze. Loop nu nog een rondje en geef de dingen eens een andere naam. Beginnend met het aanraken van je beeldscherm, noem het eens een spiegel’.
Nancy Krijnen is werkzaam als zelfstandig adviseur in Marketing / Communicatie. Andere gastbijdragen van Nancy Krijnen leest u hier:
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!