Gemeenten willen de leegstand in de Nederlandse retail aanpakken door met huurders – vaak grote institutionele beleggers – te gaan overleggen over meer marktconforme huurprijzen. Dit ligt in lijn met de mening van Ronald van Zetten, CEO van Hema, die concludeerde dat de winkelleegstand-ellende niet wordt veroorzaakt door de (online) e-tail, maar door de gemeente zelf. Jarenlang bouwden zij meters winkelruimte bij, bijvoorbeeld als onderdeel van de financiering voor een woonproject. ‘Daardoor is Nederland wereldrecordhouder vierkante meters leegstaande winkelruimte per inwoner’, aldus Van Zetten.
In werkelijkheid wordt slechts tien procent van alle producten en goederen online gekocht óf verkocht, blijkt uit de afgelopen Thuiswinkel Monitor. Dat is evengoed veel, maar dat percentage liep op in een periode van 15 jaar en heeft 'brick-retailers' niet van de ene op de andere dag overvallen...
Daarom legden wij ons panel de volgende stelling voor: ‘De impact van e-tail wordt – in relatie tot leegstand in de Nederlandse retail – overschat.’
Marc van Eck, Managing Partner van Business Openers, stelt dat een overschot aan winkel- en kantoorruimte niets bijzonder is. ‘Het is het gevolg van te veel bouwen in ‘booming’ tijden. Als het dan tegenzit ontstaat er een overschot dat eerst gesaneerd moet worden, voordat er weer groei kan ontstaan. Dit heet de varkenscyclus. Dit effect is dit keer hevig door enerzijds de langdurige crises, anderzijds dat door e-tailing en het nieuwe werken de fundamentele vraag ook daalt. Saneren is dus de oplossing: afbreken of omzetten in woningen. Marktconform huren is – in mijn ogen – geen oplossing, omdat het namelijk de ongezonde situatie kunstmatig in leven houdt. E-tailing is niet de hoofdschuldige, maar het heeft het overschot wel versterkt.
Goos Eilander, eigenaar van TrendBox, is het niet met de stelling eens, omdat hij denkt dat iedereen buiten de retail het effect onderschat. ‘We hebben het nu over een dikke tien procent die naar het web gaat en dat in een business waar de marges flinterdun zijn. Eén á twee procent is gebruikelijk. Niet voor niets zegt menig zelfstandige dat de laatste dagen van het jaar voor de winst moeten zorgen.’
Eilander: ‘Bovendien onderschat men het mentale aspect van de beschikbaarheid van het internet. De consument heeft de mogelijkheid om zich in te lezen en met stevige kennis de winkel binnen te stappen. Daardoor zit de consument nu in de ‘drivers seat’. Het effect van e-tailing wordt nog veel groter dan we nu zien. Daar helpt geen gemeentelijke regel tegen.’
Wiemer Snijders, eigenaar van Idephix Merkingenieurs, vindt het te makkelijk om de indrukwekkende groeicijfers in een stijgende lijn door te trekken. ‘Wellicht vlakt die groei binnenkort wel weer af? Je ziet overigens ook e-tailers zoeken naar beschikbaarheid in fysieke kanalen. Naast de overvloed aan vierkante meters, hebben retailers ook een ander probleem: ‘parked capital’. Veelal levert slechts een klein percentage van de inventaris de grootste bijdrage aan de omzet. Het overgrote gedeelte van de producten ligt in het schap, maar kost wel geld. Dat is voor e-tailers wel anders, die kunnen het wel af met een plaatje van een product op hun site. Het zijn interessante tijden…’
Natuurlijk zijn we ook benieuwd naar jouw mening. Schroom niet om een comment achter te laten of te tweeten naar @marketingonline.
