Universiteit van Wageningen deed onderzoek naar de beleving van maaltijden.
Ouderen zijn op grond van hun emotionele beleving van maaltijden in vier groepen te verdelen, menen wetenschappers van Wageningen UR Food & Biobased Research op basis van hun onderzoek uitgevoerd bij leden van een seniorentestpanel.
De studie moet productontwikkelaars en marketeers handvatten bieden om hun producten beter af te stemmen op de verschillende behoeften en wensen van de groeiende groep oudere consumenten.
De onderzoekers deelden ouderen in op grond van emotiewoorden die ze associëren met hun maaltijden.
De belangrijkste variabelen zijn positieve of negatieve waardering (bijvoorbeeld plezierig, gelukkig, schuldig of afschuwelijk) en de mate van opwinding en activiteit (avontuurlijk, kalm) die de deelnemers koppelen aan eten.
‘Eerder onderzoek naar eetgedrag van ouderen hield weinig rekening met emoties, terwijl die juist belangrijker lijken te worden naarmate mensen ouder worden’, aldus de onderzoekers.
4 fictieve personen
In het onderzoek werd gebruik gemaakt van een fictief personage als ijkpersoon.
‘Zo vertegenwoordigt mevrouw Jansen de grootste groep, de “genoeglijke gemiddelden”, waarin ongeveer 50 procent van de deelnemers zit. Mevrouw Jansen is gematigd in haar emoties over eten. Gezondheid en smaak vindt ze belangrijk en ze probeert wel eens wat nieuws, maar ze is niet op zoek naar culinaire verrassingen.
‘De “uitdagende avonturier” meneer De Jager, representant van een kwart van de deelnemers, geniet van zijn maaltijden en houdt juist wel van iets avontuurlijks op zijn bord.
‘De “tevreden genieter” mevrouw De Roos, en met haar ongeveer een achtste van de deelnemers, houdt van eten en vindt gezondheid belangrijk. Ze hecht meer waarde aan de mensen met wie ze eet dan aan bijzondere hapjes.
‘De “onverschillige criticus” meneer Zuurbier, die een achtste van de deelnemers vertegenwoordigt, is weinig geïnteresseerd in zijn maaltijden. Hij associeert ook negatieve gevoelens met eten, en loopt daardoor het meeste kans op ondervoeding.’
In de toekomst zullen er meer ouderen zijn, maar volgens de onderzoekers speelt het voedingsmiddelenaanbod nog weinig in op de diverse behoeften en wensen van deze doelgroep.
‘De verwachting is dat producten die aansluiten bij de behoeften van de verschillende groepen ouderen in combinatie met een goede communicatie kunnen leiden tot een betere inname van voedingsstoffen. Op de lange termijn kan dat bijdragen aan het langer zelfstandig wonen van ouderen’, aldus de Wageningse onderzoekers.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!