Harry Obdeijn snapt niks van het hedendaagse marketing- en mediajargon. Gelukkig is hij niet de enige.
Hoe gaan de dingen als je ergens niet meer middenin staat? Omdat je bijvoorbeeld oud bent en gepensioneerd. Precies, dan verlies je het contact. Je raakt out of touch, zoals ze dat noemen. Je kunt jezelf een tijdje blijven wijsmaken dat dit voor jou niet geldt, dat jouw blik van buitenaf nog iets nuttigs of objectiefs kan bijdragen, maar er is één ding dat je vroeg of laat genadeloos buiten de deur zet: het jargon.
Onnozelste aandoening
Elke beroepsgroep staat en valt bij zijn jargon. De dokter zal liever zijn tong afbijten voordat hij ook maar de onnozelste aandoening bij zijn Hollandse naam noemt. Beleggingsadviseurs praten net zolang door tot je absoluut geen idee meer hebt waar het ene hedge fund begint en de andere high yield goocheltruc ophoudt. Om van kunstcritici, amateurvissers en IT-managers nog maar te zwijgen.
Dus als je – stel – in de reclame werkt (of gewerkt hebt, zoals ik) en je hebt geen idee meer waar ze het over hebben, dan is het zover: je ligt eruit. Je bent een buitenstaander geworden, een beklagenswaardige consument die zijn bek moet houden. Tenminste, dat dacht je – en je had er vrede mee.
Vrolijke, tandeloze Spanjaard
Maar toen zag ik een filmpje van iemand die nog vol in het leven staat, zal ik maar zeggen: meneer Van der Lecq van het bureau Etcetera. Die had onlangs een presentatie gemaakt voor een bijeenkomst van de MWG, de Media Werkgroep. Daarvoor had hij een vrolijke, tandeloze Spanjaard ondertiteld met dingen die hij helemaal niet zei. Dat was grappig, maar daar gaat het nu even niet om.
Die ondertiteling zat vol met hedendaags marketing- en mediajargon, zoals contextual targeting, content-driven testing, data-voice control, social programming, adressable tv, behaviour retargeting en engaging storytelling. Allemaal bedoeld, dacht ik, om mij nog verder in de diaspora te drukken.
Dankjewel, dankjewel Dick!
Maar nee: Dick van der Lecq maakte duidelijk dat hij er ook geen snars van begreep. Sterker nog: dat het allemaal bedóéld was om niet te begrijpen. Een truc, een rookgordijn. Dankjewel, dankjewel Dick! Dit had ik nodig. Ik hoor er nog bij, want ik snap er ook niets van.