Een paar jaar geleden was ik op een congres waar een spreekster aan het publiek vroeg wie vond dat we in een informatiemaatschappij leven. Iedereen vond dat. De tweede vraag was wie maatschappelijke betrokkenheid belangrijk vond. Weer iedereen. De derde vraag was wie iets aan had of bij zich had waarvan hij wist door wie het was gemaakt en onder welke omstandigheden. Niemand, op een jongen na. Zijn visitekaartjes waren ontworpen door een goede vriend, dat wist hij zeker, zei hij met lichte trots. Maar het papier en de inkt dan? werd hem gevraagd. Tja, dat wist hij ook niet.
Onze onbewuste gemakzucht maakt dat we in ons dagelijks leven niet continu bezig zijn voor een betere wereld om ons heen. Maar gelukkig doen velen van ons als ze er bewust mee bezig zijn wel degelijk goeds.
Even een uitstapje naar het bedrijfsleven. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek naar Commerciele Communicatie (SWOCC) heeft onlangs onderzocht dat bedrijven drie motieven hebben om aan MVO te doen: 1. “Omdat het hoort”. Vanuit een interne overtuiging dus, bijvoorbeeld Triodos Bank. 2. “Omdat het moet”. Meestal omdat er druk van de buitenwereld op een organisatie ligt, zoals bij Iglo. 3. “Omdat het loont”. Hier gaat het om toegevoegde waarde voor de producten en diensten, zoals bij Unilever.
Als we deze drie motieven doorvertalen naar individuen sluit met name het derde motief, “Omdat het loont”, aan bij het gedrag van mensen op social media. Bij individuen gaat het lonen immers niet over omzet of winst, maar over status, aanzien en personal branding. En omdat steeds meer mensen een belangrijk deel van hun personal brand op social media hebben gaat het hier steeds vaker om status en aanzien op bijvoorbeeld Twitter, Facebook en Hyves.
En zo komen we weer terug bij de gemakzucht van de mens. Want vooral op social media moeten dingen niet te teveel tijd kosten. Zo liep er afgelopen periode op Twitter een campagne tegen kanker. Door de hashtag #beatcancer te retweeten doneerde het bedrijf Paypal 5 dollarcent tegen kanker. Zo’n tweet doorsturen kost nauwelijk moeite en dus zat mijn timeline vol met dergelijke berichten.
Ribbons en pandaberen die zijn toegevoegd aan avatars zijn de t-shirts en mokken van het internet: je kunt laten zien wie je steunt. Het verschil: het is veel makkelijker en veel zichtbaarder. Voor al je vrienden en volgers. En dat is heel goed voor je status, je aanzien en je personal branding.
Nog een typische social media verschijnsel: bestaande menselijke behoeften worden anders ingevuld. Zo wordt vertrouwen in goede doelen niet meer gehaald uit een CBF keur, maar door een recommendation, een like of een tweet van online vrienden. Zo tweette een vriendin kortgeleden over haar wandeltocht tegen borstkanker en hop, ik sponsor blindelings. Vrienden die me op Facebook vertellen dat ze voor het goede doel op de Alpe d’Huez gaan fietsen? Ik betaal. Als zij zeggen dat het goed is hoef ik niet meer uit te zoeken of het deugt. Lekker makkelijk.
Social media moeten misschien dus wel gewoon easy media heten. En trouwens: misschien vindt de belangrijkste social interaction nog wel gewoon op straat plaats. Ik bezwijk vaak als zo’n leuke meid met hoge rating en sportieve winterjas me in een winkelstraat plotseling begint te followen en vertelt dat Zehna, Mehbooba en Thobani (waarvan de avatars in een boekje te bekijken zijn) graag vrienden met me willen worden. Door real time wat euro’s te sharen kan ik zo een stukje betere wereld bewerkstelligen. Yeah. Like! ;-)
(*)Het docententeam van de post-hbo-opleiding NextMarketeer (Lectric) organiseert op 27 oktober belangeloos een seminar voor marcom professionals van charitatieve instellingen (zie)
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!