Adverteren op Google's Adwords, een discussie.

Zoekmachinemarketing is in, maar de regels over wat wel en niet mag, zijn nog lang niet duidelijk. Oneigenlijke praktijken komen steeds vaker aan het licht, zoals cloaking, of massaal tikken op de link van je concurrent, om hem extra te laten betalen. En op MolBlog werd vorige week een interessante discussie gevoerd over adverteren op Google AdWords, echter met de merknaam van je concurrent. Een bloemlezing.

Mede-Molblogger Stephan Fellinger tikte op Google de merknamen in van Veritate en Webpower, en stuitte daarbij op de Adwords-advertentie van concurrent Measuremail. Dit soort acties hebben volgens Fellinger een juridische en een ethische kant. Want adverteren op een merknaam van een ander is volgens de wet niet toegestaan, en een adverteerder is zeker niet gebaat bij een bureau dat de regels aan zijn laars lapt, en daardoor schade kan berokkenen aan het merk van zijn klant.

Wat is hierin de rol van Google? Qua jurisprudentie verwijst de redactie naar het SOLV weblog van advocaat Christiaan Alberdingk Thijm. Hij schrijft dat Google de verantwoording legt bij de adverteerder. Deze geeft immers de Adwords op. Dat verweer is volgens Alberdingk Thijm niet helemaal juist, aangezien Google de adverteerder een suggestie doet op basis van de Adwords van andere geplaatste advertenties. Gevolg: iemand die ‘verzekeringen’ als Adword opgeeft, krijgt van Google de suggestie ‘Nationale Nederlanden’. En in dat geval is het Google die het merk gebruikt. Verschillende rechters in Frankrijk en Duitsland stelden Google al in het ongelijk.

De discussie op Molblog ging in eerste instantie over de vraag of en hoe de branche op het foute gedrag moet reageren, met gedragsregels bijvoorbeeld, of een nieuw aparte branchevereniging voor zoekmachinemarketing.

Marco Derksen van Marketingfacts.nl start de discussie: ‘Wat mij betreft komt er op hele korte termijn een belangengroep, branchevereniging or whatever die deze zorg op zich neemt. Het is de volgende stap in het volwassen worden van zoekmachinemarketing.’ Waarop Paul Aelen van Checkit reageert met: ‘We kunnen wel overal een clubje voor oprichten, maar is dit (hier) wel voor nodig? Het merkenrecht dekt deze gevalletjes prima af: het mag domweg niet. Hier hoef je echt geen belangenclub voor op te richten. Ten tweede kun je een brief naar Google sturen en geen hond die meer op je naam kan adverteren. En ook daar heb je geen belangenclub voor nodig, maar een specialist.’

IAB-voorzitter Igor Beuker: ‘Heel veel zaken in de online wereld zijn te vergelijken met de offline wereld. Of het nu in een advertentie in de krant is, op een website of ergens in meta data van een website of zoekmachine advertenties: inbreuk op geregistreerde producten of merken mag NIET. Het gaat dus niet om techniekjes maar om ethiek. Als bedrijven inbreuk maken op bijv. merkrecht, kan men juridische stappen ondernemen. Ik raad ook aan om dat direct te doen. Of IAB/ DDMA hier de aangewezen partijen voor zijn: Nee, zij mogen geen juridische uitspraken doen over merkrecht en het inbreuk daarop. Er lopen nog teveel mensen rond die menen zichzelf op internet wel alles te kunnen permitteren. Die cowboys verzieken het voor een grote groep professionals.’

Vervolgens neemt de discussie een andere wending als de boosdoener zich zelf meldt. Martijn Groeneweg van Measuremail stelt onder andere dat ‘Vele anderen dat met ons doen, zoek maar eens op Veritate.’ Waarop door Stephan Fellinger gereageerd wordt met: ‘Feit is gewoon dat iedere interactieve marketeer weet dat dit soort zaken niet horen. En als je het niet weet, zorg je, dat je je als bedrijf van te voren informeert.’

De uitgebreide versie, inclusief reacties, kunt u lezen op www.molblog.nl/reacties. U kunt overigens zelf ook nog reageren.

Overigens zegt Checkit zijn leveringsvoorwaarden te zullen aanpassen en er standaard in wil laten opnemen dat het voldoet aan de Google-regels voor partijen die actief zijn op het gebied van zoekmachine-optimalisatie. Checkit-directeur Paul Aelen tegen Emerce: ‘Dat verhoogt de transparantie en geeft derden inzicht in hoe wij opereren en welke maatstaven we daarvoor hanteren.’

En in hetzelfde artikel zegt Aelen toch wel een belangenvereniging te willen, alhoewel hij enkele dagen daarvoor op het Molblog fel tegen was. Het liefst zou hij zien dat een dergelijke gecertificeerde groep bedrijven onder een organisatie als het IAB komt te hangen en daardoor ook gecontroleerd wordt. Aelen hoopt dat op die manier het kaf van het koren gescheiden wordt en dat de branche verder geprofessionaliseerd wordt. De tijden van foute zoekmachinepraktijken zijn wat hem betreft dan ook voorbij.