Winner of loser?

Drinken doe je niet alleen, maar met mensen. Als je alleen drinkt, ben je een loser. Dat moet je dus zien te vermijden. En de beste manier om dat te doen is met Grolsch.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Van de week zat ik in Pathé de Munt met een 8 liter emmer popcorn, niet alleen om postapocalyptisch te smullen van The Road maar ook om het daar woonachtige muizenvolk bij te voeren.
Had ik me nog maar net genesteld in een fijne stoel, volgt er een onaangename verrassing. ‘Met wie proost jij?’, vraagt Grolsch in zijn commercial met Moke en Junkie XL. Jaha, dat komt hard aan.... Ehm, shit, met wie proost ik eigenlijk? Kom op, zeg het dan, met wie proost ik, eh, jij? Krrr, krrr, mijn harde schijf knarst als een roestige oldtimer... Kom op jongen, je bent toch niet eenzaam of zo!?, prevel ik tegen mezelf. Maar nee, het antwoord blijft uit.

Tot op de dag van vandaag blijft het uit. Laat ik daarom maar liever de waarheid vertellen: helaas heb ik momenteel even niemand om mee te proosten want ik zit tijdelijk in de verpietering. En als ik in mijn vale vrijgezellenflat onverhoopt kom te overlijden, duurt het ongeveer een maand of zes voor de GG&GD mij vindt voor een hectisch flakkerend plasmascherm waarop net het commercialblok van SBS 6 voorbij rolt.

Grolsch heeft mij feilloos gewezen op mijn eenzaamheid en mijn verantwoordelijkheid als drinker. Ze weten daar namelijk als geen ander dat je bier niet in je uppie hoort weg te tikken. Het is een drankje dat je in een sociale context nuttigt, met vrienden, collega’s en het liefst natuurlijk met vips en popsterren. Zo stond het ook in de briefing. Bier, en dan vooral Grolsch, is een sociaal smeer- en bindmiddel zonder welke je binnen de kortste keren Joegoslavische toestanden krijgt in de wijken.

Dat is precies de reden waarom de vraag van Grolsch zo steekt. Als geatomiseerd individu dat is losgeraakt van alle mogelijke sociale verbanden, voelt het voor mij alsof gevraagd wordt: ‘Zeg, met wie drink jij eigenlijk!?’ - zo’n beetje op de omineuze toon aan het begin van een enhanced interrogation. ‘Eh, met vrienden’, antwoord ik stamelend. ‘Namen!’, brult Grolsch. Maar, zoals ik al zei, ik kan niet op namen komen en dat markeert het begin van ‘a world of hurt’.
Ik probeer het verhoor nog de goede kant op te krijgen: ‘Jaren geleden heb ik nog een beugeltje gedronken met een paar kraaktrollen, maar ik weet niet meer precies hoe ze heten... Die ene heette geloof ik Pjotr en die andere...’

Helaas, het is allemaal tevergeefs. Grolsch veronderstelt met zijn vraag dat ik met íemand drink, maar nu dat dus niet zo blijkt te zijn, is mijn sociale uitsluiting bezegeld. Ik ben voorbij het point of no return.

Ik nestel me op mijn bank, omringd met lege pizzadozen, en trek een beugeltje open. Terwijl ik m’n plasma inschakel, denk ik onwillekeurig aan de bewonderende woorden die een van die jongens van Moke uitsprak over Junkie XL: ‘Ja tof, daar hou ik wel van, mensen die hun eigen ding doen.’

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie