In het relatieblad van de Vrije Universiteit, Gewoon Bijzonder, staat een aardig artikel over vrijetijdsbesteding.
Econoom Jaap Boter bestudeert de consumptie van plezierproducten. Zo heeft hij al weer enige tijd geleden uitgevonden dat bij bibliotheken vooral vrouwen komen die romantische boeken lenen. Literatuur vindt slechts aftrek bij schooljeugd en een héél kleine groep volwassenen.
De grootste groep consumenten vormt echter de groep romantici, en die is ook weer te splitsen in twee groepen: streekromans zijn vooral populair bij oudere dames, terwijl de Bouquetreeks-achtige boeken bij jongere vrouwen aftrek vinden.
Het vreemde is echter dat in bibliotheken alles op alfabet staat. Het is logischer om dat op smaak in te delen, vindt Boter. 'In een museum hangt Monet ook niet naast Mondriaan, omdat ze allebei met een M beginnen.'
Print vindt overigens steeds minder aftrek, constateert het blad. Dick Schram, bijzonder hoogleraar leesbevordering haalt SCP-cijfers aan die duidelijk maken dat de belangstelling verschuift.
In 1975 vroeg het SCP aan mensen hoeveel uren ze aan media besteden per week. Dat was toen 18,5 uur en in 2000 was dat 19,0 uur.
De verdeling is wel veranderd: tv kreeg in 1975 10,2 uur en in 2000 12,7 uur.
Radio ging van 2,2 naar 0,8 uur.
Gedrukte media gingen van 6,1 naar 4,0 uur per week.
Internet was er niet in 1975, maar kreeg in 2000 al 1,7 uur.
Schram: 'Vraag aan jongeren waarom ze niet lezen, en dan hoor je: lezen doet afbreuk aan je imago'.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!