Door Erwin Wijman
De publiekscampagne over de voordelen van hybride werken die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vandaag start, gaat niks uithalen. De slogan van de overheidscampagne met twee televisiecommercials luidt: ‘Hybride werken. Wat win jij er mee?’
Ik weet het antwoord al: niets.
En daarin zit hem juist de crux. Mensen verliezen alleen maar met thuiswerken. Thuiswerken heeft minder status dan werken op kantoor. De mens is een sociaal dier, en kan niet zonder mensen om zich heen. En dan liever collega’s, bazen en voetveegjes dan hun eigen vrouw of man en kinderen.
Bovendien hebben de meeste bazen hun medewerkers het liefst op kantoor. Niet voor niets hebben zes van de tien werkgevers op dit moment nog niet duidelijk gemaakt aan hun personeel hoe er na de coronapandemie wordt omgegaan met thuiswerken. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de Coalitie Anders Reizen, die CO2-reductie in het zakelijk verkeer nastreeft.
Smáchten naar kantoor
Dat betekent dat mensen die wel thuis willen werken dat lang niet altijd ook echt gaan doen, citeert de NOS het onderzoeksinstituut.En het gros wíl ook niets liever dan naar kantoor. Drie van de vier Nederlandse werknemers zeggen sterk te hechten aan de keuzevrijheid om ook naar hun werkplek op kantoor te mogen, toont het I&O Research-onderzoek aan.
Dat is ook niet meer dan logisch gezien de al genoemde redenen. Daar komt nog bij dat na an-der-half jaar lockdowns en thuiswerken mensen echt smáchten naar werken op kantoor. Dat is immers hun natuurlijke biotoop van 9 tot 5.
Recordlengtes
Ik zou hier kunnen aanvoeren dat ik van een hoop mensen in mijn omgeving hoor dat ze superblij zijn dat ze weer naar kantoor kunnen. Sommigen van hen vlúchten gewoon hun huis uit. Maar een beter en objectiever bewijs zijn het de laatste weken draconisch toegenomen spitsverkeer en de enorme files. Filerecórds zelfs.
Dinsdagochtend stond er 760 kilometer file, en een week geleden al braken de woon-werkforenzen samen het 2021-record met 555 kilometer file. Volgende week staat er 960 kilometer in de ochtendspits, en misschien zorgt een novemberdepressietje nog wel voor een 1000+-file. Dan is de lockdown op straat een feit.
En juist om die files terug te dringen is het de overheid allemaal begonnen, blijkt uit de woorden van minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat in het persbericht van de Rijksoverheid over de campagne: ‘Kijk of je thuis kunt werken, zodat je niet in de spits komt vast te staan. Kleine beetjes helpen, want als we 8% minder auto’s tijdens de spits op de weg hebben, scheelt dat al de helft in files.’
Maar die 8% minder auto’s, die komen er niet. Het worden er juist meer. Want ook de auto geeft status. Daarvoor is de leaseauto zelfs uitgevonden. En wat heb je als accountmanager, innovatiestrateeg of categorymanager aan je lekkere BMW of Audi of zelfs maar Kia van de zaak als die thuis voor de deur stilstaat? Ennuh minister Visser werkt zelf toch ook niet thuis?
Sterker, zelfs in de file staan geeft mensen status. ‘De omgeving van de mens is de medemens’, dichtte Jules Deelder, en hoe meer mensen om je heen hoe beter.
Lekker druk
Serieus: een substantieel deel van het autoverkeer zijn mensen die hun eenzaamheid verdringen door in hun auto te stappen en gewoon een eind gaan rijden. Omdat ze dan letterlijk aan het sociale verkeer deelnemen.
Daarom gaan oudere mensen ook niet overdag in de daluren naar de Jumbo of Albert Heijn maar juist in het spitsuur, rond 17 of 18 uur. Juist omdat het dan druk is, en zij graag in die drukte willen verkeren.
Daarom heeft Arnoud Broekhuis van de ANWB ongelijk als hij tegen de NOS over de toenemende verkeersdrukte () beweert dat ‘niemand voor de lol in een file gaat staan: mensen die de auto voor iets anders gebruiken, wachten wel tot na 09.30 uur’.
Auto als mondkapje
Het tegendeel is het geval. Van forenzen is bekend dat ze zelfs hóúden van hun dagelijkse file. Ze kunnen niet zonder die tussentijd in de geborgenheid van de cocon die auto heet. Niet voor niks is carpoolen nooit een succes geworden, evenmin als de deelauto. Mensen zien hun eigen auto, hoe rommelig en vies ook, als toevluchtsoord van comfort, hygiëne en veiligheid.
Hun auto is hun mondkapje, beter gezegd pantser. Mensen hechten aan hun auto waarin ze kunnen roken, ongegeneerd uit hun neus kunnen eten en onbeschaamd hard mee blèren met Gloria Gaynor’s I Will Survive.
Daar komt bij dat nog veel mensen die het OV overwegen dat nu juist mijden uit vrees voor besmetting of hun afkeer van het verplichte mondkapje. Volgens het Nederlands Verplaatsingspanel nemen beduidend minder mensen de trein, bus, metro of tram dan voor de uitbraak van het coronavirus. De tijd die mensen in het OV doorbrengen, is dit najaar de helft minder dan in najaar 2019.
Kortom: afblijven
Ondertussen stijgt vanwege corona het personenautobezit gestaag (al naar bijna 9 miljoen), vooral omdat Nederlanders massaal tweedehandsauto’s aanschaften om niet met het OV te hoeven.
Kortom, die overheidscampagne valt in het water en Nederlanders blijven gewoon hun file omarmen, wat zeg ik, omklémmen. De overheid moet van hun kantoor, auto en file afblijven.
Erwin Wijman schreef het boek De geluksmachine (Uitgeverij Haystack), meer lees je hier
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!