Waarom Heineken me ontroert, en andere 'samen'-communicatie me zo ergert

Ik wil me herkenbare communicatie van merken in plaats van een weinig realistische wereld voorgeschoteld te krijgen van 'wij' en 'samen'.

beeld uit commercial-reeks #metelkaar van DE

Hoewel ik niet zo’n enorme knuffelaar ben, kun je me na het zien van de video van Heineken opvegen. De aanrakingen die twee maanden geleden nog zo normaal waren, komen nu als een blast from the past langs. Ik word er emotioneel van.

Heineken heeft  de krater die in ons sociale leven is geslagen prachtig verbeeld. Ieder shot is spot on. Uiteindelijk biedt het ook troost. Het laat een beeldbel-vrijmibo zien en fluistert nog even zachtjes in je oor dat we nu meer dan ooit dichter bij elkaar zijn. Er rolt nog net geen traan over mijn wang.

Waarom raakt deze spot me zo enorm? En waarom roepen die vele andere commercials die we op dit moment te zien krijgen juist zoveel ergernis op?

Alle brancheverenigingen, supermarkten en, ja wie niet, kiezen voor “gewone” mens die voortdurend klaarstaat voor zijn naaste. Het is alleen maar “wij” en samen. Soms weet ik niet eens meer van welk merk het spotje is, omdat ze zo op elkaar lijken. Het glazuur van mijn tanden is verdwenen na het zien van al deze onbaatzuchtigheid.

Mijn leven ziet er anders uit in deze coronatijd. Als ik het internet platleg komen mijn pubers niet gezellig naar beneden om een latte machiatto te drinken. Deze commercial uit 2018 van Douwe Egberts is blijkbaar ook in deze tijd van corona van toepassing. DE zendt hem nog steeds uit. Het leven dat het koffiemerk schetst met de pubers zou ik wel willen, maar het gebeurt nóóit; ik verzand in een discussie met de mijne waarom dat fokking internet eruit ligt.

Waar blijft dat merk dat het aandurft om ook de lelijkheid van deze crisis vast te leggen. Je wil een consument toch het gevoel geven dat jij weet waar hij nu mee te maken krijgt. Of je nu een biermerk bent of een supermarkt of koekjes verkoopt.

Mijn gezinsleven stel ik gratis ter beschikking voor het scenario. Twee kinderen van 16 en 18 jaar die constant storen tijdens een conferencecall. De oortjes in mijn oren houden ze niet tegen, de driftige gebaren met mijn handen evenmin. ‘Wat eten we vanavond’ (pubervraag nummer één), ‘Waar ligt dit of dat?’, ‘Kun jij mijn pakketje aannemen want ik ga in bad’ tot aan ‘Waarom zijn de koeken op?’

Laat maar zien hoe boos ik word, breng in beeld hoe een puber woedend wegbeent. En dan mag er best een ‘eind goed  al goed’ zijn; blijk ik  bijvoorbeeld toch hun lievelingskoeken te hebben gekocht, die ik dan geef tijdens conferencecall.

Geef ons in ieder geval de emotie, de boosheid, frustratie of wanhoop die ons geregeld overvalt. Herkenbaarheid is juist nu van belang, zoals Heineken liet zien. Dus kom op makers, kap met het die samen-staan-we-sterker-boodschap, laat die aan de overheid om te gebruiken.  Blijf weg van vals sentiment want daar zit niemand op te wachten. Nu niet, nooit eigenlijk.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie