Klassenmaatschappij

In de lucht heerst een verbeten statusstrijd om elke vierkante centimeter elleboogruimte.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

We maken ons op de grond steeds drukker over ongelijkheid, maar in de lucht bloeit de klassenmaatschappij als nooit tevoren. Laatst vloog ik naar Azië in een Airbus A380 van British Airways met niet minder dan vier verschillende klassen: First, Business, Premium Economy en Economy.

Ook op Schiphol is het egalitarisme ver te zoeken. Overal zie je reclames van KLM met de verschrikkelijke tekst ‘A little more room, a lot more comfort’. Je ziet de doorsnede van een vliegtuig met een rijtje reizigers die in ‘economy comfort’ niet klem zitten met hun knieën.

’A little more room’ dus, wat een harteloze bevestiging is van de benarde positie van de gewone economy-reiziger, die dom genoeg niet extra betaalt voor een gezonde afstand tot de volgende stoel. In de lucht bestaat geen solidariteit, daar heerst een verbeten statusstrijd om elke vierkante centimeter elleboogruimte.

Ik wed dat als je mensen in economy comfort in een anonieme questionnaire vraagt of ze zich beter voelen dan mensen in economy je vaak ja zult horen.

Ondertussen richt Etihad Airways voor de 0,1 procent appartementen in met tweepersoonsbed en douche. Mile-high club approved. Als je nog redelijk gelukkig op het vliegveld aankomt, word je geconfronteerd met fast lanes, lounges, hekjes, silver, gold en platinum voordringers en tenslotte een lelijk gordijntje dat jou scheidt van de mensen die wel versgeperste jus d’orange krijgen voor het opstijgen.

De luchtvaartmaatschappijen voegen steeds meer van zulke jaloezie-opwekkende prikkels toe zodat je gaat betalen voor alles wat ooit vanzelfsprekend was als je ging vliegen. Hun loyaltyprogramma’s geven je al vliegend de illusie van sociale mobiliteit. Zelfs Flag carriers worden steeds kariger. Terwijl je bij een nationale luchtvaartmaatschappij graag wat meer betaalt voor service en zorgeloosheid.

Op een vlucht naar Helsinki met Finnair moest ik betalen voor een glaasje appelsap. Koffie, thee en bosbessensap waren wel complimentary. Op de daarop volgende intercontinentale vlucht werd elke film voorafgegaan door commercials van Finse verzekeraars, terwijl de stewardessen de Duty Free-artikelen pushten met de zichtbare tegenzin van een kind dat moet collecteren.

Weegt het geld dat zulke schraalheid opbrengt echt op tegen de schade die het toebrengt aan je merk?

Deze column staat in Adformatie 13.

 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie