Door Serge van Rooij,partner bij Bex*communicatie.
Een tijdje geleden stond ik naar een CEO te kijken die haar medewerkers toesprak. Ik was daar vrijwillig, in tegenstelling tot de mensen om mij heen die duidelijk door hun managers vriendelijk doch dringend naar de townhall meeting waren gedirigeerd.
En toch haakten haar medewerkers binnen 5 minuten af. Ze scoorde duidelijk geen punten. Dat was ook letterlijk de oorzaak van haar slechte performance. Haar hele presentatie was namelijk één lange zin die 20 minuten duurde.
De draad kwijt
Ik zal je uitleggen wat ik bedoel met één zin. Want natuurlijk is het niet zo dat de CEO één lange zin had voorbereid. Op papier was haar verhaal prima. Opgebouwd uit een mix van korte en wat langere zinnen. Maar ze sprak alsof er alleen maar komma’s en geen punten in de tekst stonden. Het resultaat was alsof de zin eindeloos doorging. En daardoor raakte haar publiek letterlijk de draad van het verhaal kwijt.
Een punt (=korte stilte) is voor onze hersenen namelijk het signaal dat de zin is afgelopen. Dan wordt die zin razendsnel nog een keer ‘gelezen’ zodat we ook echt begrijpen wat er zojuist gezegd is. Daarna kan de zin door naar het vakje in je hoofd met “Belangrijk/ onthouden!” of in het vakje “Gaap/ zo snel mogelijk vergeten”. Dit is een onbewust proces, maar wel een waar je als spreker rekening mee moet houden.
Je punt maken is belangrijk
Veel mensen die presenteren zetten helemaal geen punten. Meestal omdat ze het niet in de gaten hebben, maar bij sommige sprekers is het een bewuste strategie. Want als voor een groep staan niet echt je hobby is, dan is elke punt een kwelling. Want wat moet je met die oorverdovende stilte? Dus dan is een komma (lees meteen doorpraten) veel fijner. Dat is een verkeerde impuls. Je publiek vindt die punten veel fijner dan komma’s. Ze kunnen je namelijk veel beter volgen dankzij die punten.
Hoe zet je punten?
Het lijkt zo eenvoudig om een punt te zetten, maar in de praktijk valt het nog niet mee. De meeste mensen zetten namelijk geen echte punt (toon omlaag), maar een komma (toon omhoog). En laten geen stilte vallen.
Om een punt te zetten, ga je aan het einde van de zin in toonhoogte omlaag. Daarna ben je even stil. Als je dat lastig vindt, kun je ook na je laatste woord ‘punt’ zeggen (niet hardop maar in je hoofd). Dan ga je als vanzelf in toonhoogte omlaag. Maak je niet druk om de stilte (die overigens maar 1 á 2 seconden duurt), want die stilte biedt volop mogelijkheden:
- Je kunt even nadenken over wat je na deze zin gaat zeggen;
- Je kunt met iemand anders oogconnectie maken;
- Je kunt even ademhalen;
En bijkomend voordeel: Je zegt veel minder ‘eh’s’.
Snelle prater
Ben je een snelle prater? Dan is ‘punten zetten’ dé tip voor je. Veel beter dan dé klassieker ‘Je moet langzamer praten’. Dat laatste gaat je toch niet lukken. Maar punten zetten wel. Dus doen! Punt.
-
Dit is de zesde aflevering uit een serie van 10 over hoe je meer interactie creëert. In de posts verkent Van Rooij welke technieken zijn in te zetten. Eerder verschenen:
1. Hoe je een pijnlijke presentatie voorkomt: ontspan eerst je publiek
2. Presenteren: zo maak je met je ogen verbinding met je publiek
3. Met deze magische formule blijf je boeien tijdens presentaties
4. Gooi PowerPoint en Prezi het raam uit, en daarna de beamer
5. De emotionele les van Obama voor betere speeches
Foto: Lightpoet
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!