[door Jeroen Siebelink]
Toen Jan Harm Spijkervet een paar weken geleden het septembernummer van Communicatie Magazine opensloeg en in zijn eigen ogen keek – voor hem lag de rubriek Beeld waarin hij poseerde met zijn zoetwaren – dacht hij even gestreeld te moeten zijn; totdat hij het bijgaande stukje las. Het ging over de spagaat die een topman moet voelen bij het aan de man brengen van een tweeslachtig product. Snoep brengt plezier, maar kan ook ellende veroorzaken. Tandbederf, obesitas en erger. Hoe leg je dit uit aan een dik, aan suiker verslaafd kind dat wordt gepest?
Kritische vragen over snoepjes
In mijn stukje fictie werd ten onrechte gesuggereerd dat Spijkervet op wereldvreemde wijze kritische vragen over zijn snoepjes afwimpelt. Niet eerlijk, ik had hem niets gevraagd. Ik wilde iets vertellen, en zijn foto illustreerde die boodschap mooi. Fout van mij. Journalistiek, ook een tweeslachtig product dat vaak lastig uit te leggen is.
Levensgrote lolly’s
Om het goed te maken ben ik in de auto gesprongen en heb ik Oosterhout aangedaan. De standplaats van Holland Foodz, alwaar al die lekkernijen worden geproduceerd. Kaneelkussentjes, wijnballen en Montelimar-nougat. Ik parkeer. Staar naar de ludieke uitingen rondom het terrein – en snap dat ik iemand op zijn ziel heb getrapt. De levensgrote lolly’s. Een enorme zuurstok. Een suikersilo in de vorm van de Oosterhoutse Kaneelstok. Getuigen van ambachtelijke trots.
Als kind al in een snoepwinkel willen werken?
‘Ik heb alleen een vroege herinnering aan snoep op de kermis, iets met een laatste kwartje dat ik in zo’n bulldozerapparaat gooide. Ik ben toevallig in de zoetwaren terechtgekomen. Ik kom uit Drenthe, groeide op in een beschermd gezin. Werd net als mijn moeder leraar aan een mavo, totdat ik begreep: dit ben ik niet. Ik ben een handelsman, ik vind het leuk om producten te maken die mensen plezier geven. In de middaguren studeerde ik Economische Geografie, maar bij topbedrijven als Heineken en Unilever kwam ik niet binnen. Bij gebrek aan beter nam ik een baan bij een tabaksfabrikant – terwijl ik tegen roken ben. Een keuze contre coeur. Al snel volgde ik mijn baas naar zijn nieuwe werkgever: Redband Venco van CSM. Na CSM volgde nog FrieslandCampina, en sinds tien jaar heb ik mijn eigen bedrijf in zoetwaren en zuivel. Snoepbaas? In bewuste keuzes geloof ik niet, het leven is een aaneenschakeling van toevalligheden.’
Je bent nu geen manager meer, maar ondernemer. Je kunt vrijuit spreken. Laten we het over de gevaren van suiker hebben.
‘Wat zit er in mijn lolly’s? Vijftig procent suiker en vijftig procent glucose uit maïs, wat ook suiker is. Snoep is puur suiker. Hoe dat in te passen in een gezond levenspatroon? Niet. Ik zeg dan ook niet: eet meer kaneelstokken. Ik heb zakverpakkingen van hoogstens 135 gram in het assortiment, want ik wil geen vraatzucht aanwakkeren. Tenslotte blijft het nooit bij één snoepje, de zak moet leeg. Zo zijn wij calvinisten, we gooien niets weg. Ik geloof in een snoepje als beloning, het bijzondere moment. Onze nougat is uitsluitend op de kermis verkrijgbaar. Twintig procent amandelen, echte honing, in tegenstelling tot de concurrentie, die er pinda’s en kunstmatige eiwitten in stopt. Ik lever vooral aan kermisondernemers, pretparken en kleine snoepwinkels, waar mensen het gevoel van een leuke dag nog even willen vasthouden – en bewust voor een snoepje kiezen. Neem ons magazijn hier. Kermisexploitanten komen voorrijden, en zoeken doosjes uit naar hun gading. Ik ben tegen uitgekookte routings om het aankoopbedrag te verhogen, zoals je dat ziet in supermarkten, en bij de voordeelmandjes bij tankstations. Ik hanteer geen expansieve groeistrategie. Ik kan mijn prijzen ook niet verhogen, ik wil een kleine koopman niet de duimschroeven aandraaien. Kan ik zo overleven? Ik heb geen leningen. Als het rendement op mijn geïnvesteerd vermogen ergens tussen de nul en één procent is, ben ik tevreden. Dan verdien ik meer dan met sparen.’
Als je zou zien dat een kind verslaafd is aan jouw lolly’s en daar ernstig onder zou lijden en zou worden gepest, wat doet dat dan met jou?
‘Dan denk ik toch, hoe verdrietig zijn situatie ook is: die neemt te veel kilocalorieën in. Een actieve jongen van acht mag volgens het Voedingscentrum per dag 1.700 kilocalorieën consumeren. Daarvan is zeventig gram suiker. Met de ketchup op zijn hotdog zit hij dus al bijna aan zijn taks. In veel producten zitten toegevoegde suikers; iets waar ik overigens grote moeite mee heb. De Unilevers van deze wereld kloppen zich op de borst dat ze dertig procent minder in hun producten gaan stoppen, en dan nog zit er vaak veel te veel in. Maar ja, zonder suiker en vet smaken producten nergens naar. Het moet erin. En aan smaakvervangers doe ik niet. Aspartaam is kankerverwekkend. Ik volg alle wetenschappelijke onderzoeken op dat gebied, alsmede de onderzoeken die door de suikerindustrie worden gefinancierd, maar wat dit betreft vertrouw ik op de kennis van mijn broer, die oncoloog is. Ook te veel suiker en vet verhogen de kans op aandoeningen. Ik geloof dan ook niet in de Infokicks die worden betaald door de industrie. Quasiwetenschappelijke filmpjes waarin suikerverslaving wordt betwijfeld. Niet geloofwaardig. Wij van WC-eend adviseren WC-eend.’
Wat doe je concreet om obesitas tegen te gaan?
‘Ik kan alleen matigheid aanmoedigen, al klinkt dat ongeloofwaardig uit de mond van een fabrikant. En bewegen. Het is in feite simpel. Dat wat je inneemt, moet je verbranden. Elke dag opnieuw. Zo simpel moeten we het ook voor kinderen maken. Op elke smartphone zit tegenwoordig standaard een gezondheidsapp, maar wie gebruikt die? Ouders en docenten moeten kinderen leren hoe ze hun verbranding kunnen bijhouden. Kopen ze van hun zakgeld schepsnoep? Nou, dat sporten ze die dag niet meer weg. Nu is het rare, op die zelfschepbakken staat welke dropjes glutenvrij zijn, zonder allergenen, maar de kilocalorieën staan er niet op. Terwijl het daar om gaat. Al die tabellen op verpakkingen worden nauwelijks gelezen. Te complex, het zegt de mensen niks. Laten we één cijfer er op zetten, vetgedrukt. Hierin zitten 398 kilocalorieën. Dat is dus boven jouw taks, jongen. Het lastige is dat mensen behoefte hebben aan uitspattingen. Mijn dochter heeft dertig paar schoenen in de kast staan. Waarom? Of neem de barbecue. Moeten we ineens vijf stukken vlees wegwerken. In mijn eentje kan ik mensen niet heropvoeden. Alles wat ik zeg of doe, zal in twijfel worden getrokken. Dit moeten we met zijn allen willen.’
Waarom neemt jouw sector niet meer initiatief?
‘De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie zet in op voedselonderwijs op basisscholen, maar dat kan meer structureel. Ik kom veel in politiek Den Haag, de suikerkwestie leeft daar niet. Het komt toch aan op ouders en onderwijzers. Maar ouders willen niet worden betutteld. Een grootse campagne? Geniet, maar drink met mate, zoals de alcoholbranche doet? Vroeger zetten we een tandenborstel op de verpakking. Snoep verstandig, eet een appel. Het leidde tot weinig. En na een appel kun je ook maar beter je tanden poetsen. Wat wij ook communiceren, het zal altijd op een bepaalde manier worden uitgelegd. Neem Holland Heineken House. Een poging om te laten zien dat af en toe een biertje goed bij een sportief leven past? Ik ben er geweest. Een zuipkeet. Ik zag topsporters rondzwalken, elke dag waren ze stomdronken. Als topman van Heineken zou ik dat niet kunnen uitleggen. Dit geldt ook voor snoep. Het is niet uit te leggen. Niet door onszelf. Alleen een volstrekt geloofwaardige BN’er kan dat doen. Turnkampioene Sanne Wevers, die kinderen op heldere wijze uitlegt hoe ze ook zo lenig en slank kunnen worden. Hoe ze het beste kunnen omgaan met snoep en verleidingen.’
FOTO: ANP