Ruimere mogelijkheden bij vergelijkende reclame

Als een adverteerder het beeldmerk van een concurrent of een variant op een slogan op een opvallende wijze gebruikt kan dat niet langer worden verboden door de betreffende merkhouder.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Het Hof van Justitie heeft vorige week in de telecomzaak O2/H3G beslist dat er maar één reden is waarbij de adverteerder zijn merkrechten in de strijd kan gooien tegen een vergelijkende reclame die hem niet bevalt: indien sprake is van verwarring tussen de adverteerder en de concurrent waarmee vergeleken wordt.

En dergelijke verwarring zal zelden voorkomen, aldus Ebba Hoogenraad van Hoogenraad & Haak advocaten: 'De adverteerder wil immers juist géén verwarring veroorzaken maar de consument wijzen op de voordelen van het eigen product.'

Het gebruik van variaties op de merken van de concurrent in vergelijkende reclame is volgens Hoogenraad hierdoor makkelijker geworden. Natuurlijk blijft de eis bestaan dat een vergelijking niet misleidend mag zijn en op soortgelijke producten/diensten betrekking moet hebben. Wie die regels overtreedt kan problemen verwachten wegens schending van de Wet Misleidende Reclame. Ook mag de vergelijking niet kleinerend zijn. Maar ‘spelen’ met het vergeleken merk ligt nu binnen handbereik, zonder dat merkinbreuk om de hoek komt kijken, zolang geen verwarring wordt veroorzaakt. En de financiële risico’s die gelden bij merkinbreuk (volledige proceskostenveroordeling, inclusief de advocaatkosten van de merkhouder) zijn daarmee dan ook van de baan.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie