Publieke omroep first, andere media second in partijprogramma's

Evert Bronkhorst (Vizeum) en Julius Minnaar (Dentsu Aegis Network) lazen de partijprogramma’s en concluderen dat de digitale mediarevolutie nog niet is doorgedrongen tot de meeste partijen. 'Er is meer dan de publieke omroep. Weet de politiek dat?'

Met de komst van president Trump is de relatie tussen de Amerikaanse regering en de journalistiek er niet bepaald warmer op geworden. Journalisten behoren volgens Trump tot 'de verschrikkelijkste mensen die hij ooit heeft ontmoet'.

Een dergelijke uitspraak van de minister-president zou in Nederland ondenkbaar zijn. De onafhankelijke journalistiek is immers één van de pijlers van onze parlementaire democratie.

Maar dit betekent niet dat de politiek zich in het verleden afzijdig heeft gehouden van het beleid ten aanzien van de media. En dat is in het verkiezingsjaar 2017 niet anders, concluderen we na het lezen van de partijprogramma’s.

Publieke omroep first
De aandacht voor de publieke omroep overtreft de aandacht voor andere media in ruime mate. Zo hecht 50Plus aan het belang van de omroepverenigingen als basis van de publieke omroep. De Partij voor de Dieren pleit voor geen verdere bezuiniging op de publieke omroep of de regionale omroepen.

Het Forum voor Democratie heeft een vrij uitgebreide mediaparagraaf en deze gaat ook alleen over de publieke omroep. Er wordt vooral ingegaan op de vermeende ‘gekleurde’ berichtgeving.

DENK houdt het algemener en noemt niet specifiek de publieke omroep maar is vóór het uitrekken (nee, geen tikfout) van meer budget voor lokale media die politici controleren, zodat burgers voldoende op de hoogte worden gebracht van lokale besluitvorming. De ChristenUnie pleit voor een verbod op gokzenders, een strakke regulering van belspelletjes en geen ruimte voor seks in reclameblokken.

De huidige grotere partijen doen ook een duit in het zakje. De PvdA wil 100 miljoen euro per jaar extra investeren in de publieke omroepen, zowel op landelijk als regionaal en lokaal niveau. Daartegenover staan wensen als een nieuw fonds voor nieuw talent, onconventionele programma’s en meer aandacht voor cultuureducatie en het bijbrengen van mediawijsheid.

D66 wil de door de kabinetten Rutte ingezette bezuinigingen op de publieke omroep terugdringen en de journalistieke onafhankelijkheid versterken.

Het CDA benadrukt het belang van een pluriforme publieke omroep en stelt dat deze niet nog meer onderworpen mag worden aan de marktlogica van kijkcijfers en advertentie-inkomsten.

De SP kiest voor een brede publieke omroep, waar kijkcijfers niet meer leidend zijn en programmamakers meer mogelijkheden krijgen om te experimenteren met formats en programma’s.

GroenLinks lijkt zich goed te kunnen vinden in de huidige situatie: nieuws, informatie, cultuur en educatie vormen de kerntaak van de publieke omroepen. Daar moet voldoende geld voor zijn. Sport en amusement zorgen ervoor dat een breed publiek wordt bereikt.

Rechtse partijen snoeien verder
De VVD laat een ander geluid horen. Er wordt gepleit voor meer ruimte voor innovatie bij zowel de publieke omroep als de commerciële media. De publieke omroep moet zich meer richten op zijn kerntaken (nieuws en educatie en waar het om nationale aangelegenheden gaat ook op cultuur en sport) en ruimte bieden aan commerciële partijen. Daarom pleit men voor een lager budget voor de publieke omroep.

De PVV kiest voor een radicaal andere weg en wil juist geen geld besteden aan de omroep en plaatst deze in het rijtje ontwikkelingshulp, windmolens, kunst en innovatie.

VNL zit ook op deze koers en wil de publieke omroep verkleinen tot één TV- en radiozender, waarbij educatieve programma’s voorop staan. Forum voor Democratie wil slechts twee publieke kanalen met minder aandacht voor amusement en ontspanning en daarnaast ook de Ster afschaffen.

Er is meer dan publieke omroep, weet de politiek dat?

Nauwelijks andere media
In de partijprogramma’s wordt amper gesproken over commerciële omroepen, dagbladen, tijdschriften en andere media. Alleen het internet komt bij sommige partijen aan bod. De focus ligt daarbij met name op het onder controle krijgen van de negatieve uitwassen van het internet.

Zo pleit 50Plus voor de invoering van een digitaal paspoort om anoniem internetgebruik tegen te gaan. De kleine christelijke partijen willen dat kinderen op scholen leren veilig om te gaan met internet en sociale media.

GroenLinks pleit voor een open en vrij internet, inclusief een afschaffing van het downloadverbod en het opheffen van geoblocking. Bij de VVD komen we ook de wens tegen om geoblocking op te heffen. Het CDA en de PvdA reppen geen woord over andere media.

D66 is daarentegen een van de weinige partijen die een vrij uitgebreide mediaparagraaf heeft. Zo pleiten de democraten voor strenge naleving van de Europese verordening voor dataprotectie en ze willen datadiscriminatie voorkomen. Ze willen misbruik van dominante marktposities tegengaan, leesbare privacyvoorwaarden invoeren en D66 wil dat inzicht gegeven wordt in de gevolgen van algoritmen, vergelijkbaar met de bijsluiter van een medicijn. De partij wenst verder een aanpassing van de cookiewet en dat het recht op afname van smart diensten (intelligente auto’s, slimme energiemeters) niet kan vervallen als er geen gegevens worden overlegd.

Conclusie
Onder het kopje media concentreren de meeste politieke partijen zich in hun partijprogramma’s op de publieke omroep. In grote lijnen pleiten de linkse en middenpartijen voor meer geld voor de publieke omroep of in elk geval het stoppen van de bezuinigingen. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum gaat de bezuinigingsdrift onverminderd door. Een alomvattende visie op het brede medialandschap en het belang van de onafhankelijke journalistiek ontbreekt.

Even opvallend en niet minder pijnlijk is dat de politieke partijen, met uitzondering van D66, amper aandacht hebben voor de digitalisering en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse economie en maatschappij. Er is geen aandacht voor thema’s als werkgelegenheid in het licht van nieuwe technologiën en robotisering, het stimuleren van digitale innovatie en kennis, de voordelen van het gebruik van big data en tegelijkertijd het waarborgen van de digitale veiligheid van burgers.

De politieke partijen moeten hun aandacht verleggen. In plaats van het verder reguleren van de omroepen dient het nieuwe kabinet een brede visie op de digitalisering van onze samenleving te ontwikkelen om geen kansen op het economische en maatschappelijke vlak te missen. Het pleidooi van VNO-NCW voor het oprichten van een Ministerieel Topteam Digitalisering is een noodzakelijke stap en ondersteunen wij dan ook van harte.

Evert Bronkhorst is Strategy Director bij Vizeum. Julius Minnaar is CEO van Dentsu Aegis Network Netherlands

Foto's boven en onder: ANP.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie