Het communicatiejaar startte in 2018 met een case om van te smullen, al is dat precies in deze context wat ongepast. Maar wonderlijk is het allemaal wel wat er zich rondom de ahum-bekentenis van Camiel Eurlings afspeelde.
Allereerst de bekentenis zelf. Toen ik em las vroeg ik me letterlijk af vanaf welk ruimteschip deze strategie bedacht was. Vrij snel daarna vroeg ik me af of de kwaliteitskrant NRC zich niet verplicht voelde tot een wat kritischer houding dan zij hadden in het interview.
Dat kwam allemaal pas na de ophef. De Volkskrant schreef de analyse die het NRC eigenlijk al naast het interview had moeten plaatsen. En dan was er natuurlijk nog het gespeculeer over de adviseur die achter dit alles zou hebben gezeten. Daarover doen vele lezingen de rondte, die bespiegelingen laat ik graag over aan anderen.
Ik vraag me wel af: stel ik zou gevraagd worden door een individueel persoon, wat zou ik doen?
Merk VS Persoon
Wij werken vrijwel uitsluitend voor organisaties. Die enkele keer dat ik gevraagd ben om voor iemand persoonlijk te werken heb ik nee gezegd. Ik voelde me er vaak niet comfortabel bij. Ik heb me afgevraagd waarom.
Ten eerste: Wanneer een persoon bij je komt om je te helpen dan heeft zo’n vraag vaak wat weg van een vraag die ook in de advocatuur zou kunnen belanden. De vraag begint meestal bij shit. Daar is 100% toewijding en focus voor nodig. Als je daarnaast voor klanten werkt en ook een bureau runt, dan is het een praktisch gegeven dat het lastig is om onplanbaar alles te laten vallen.
Een tweede argument dat het lastig maakt, is dat veel mensen alle ratio verliezen wanneer het over hun eigen persoon gaat. Mensen vinden het lastig om op te geven wat ze hebben, terwijl dat qua reputatiebehoud soms gewoon de beste keuze is.
Iedere simpele ziel die de analyse over Eurlings in de Volkskrant las denkt nu: “Camiel, had gewoon gezegd: “Ik ben een domme lul geweest en mijn gedrag past niet bij dat van een sportinstantie, ik stap op”. Dat besluit zou de enige mogelijke weg zijn naar rehabilitatie. Maar nee, toch werd er een weg gezocht in wetboeken en het verfomfaaien van woorden waardoor het volgens de letter van de wet allemaal wel kon wat meneer Eurlings debiteerde. Geen enkele lezer snapt dat.
Morele kompas van een generatie
Het valt mij de afgelopen jaren meer dan eens op dat er (vooral) mannen van een bepaald allooi zijn die denken dat ze in de achterkamer nog wel het een en ander kunnen wegmoffelen. Ik denk aan een bonusincident bij ABN AMRO of de diverse echecs aan het adres van de voormalige minister Opstelten.
Ook al deze ervaren mensen zullen zich gewend hebben tot een reputatie-adviseur die ze ongetwijfeld van zinnige adviezen zullen hebben voorzien. Maar, vraag ik me altijd af, is het wel zo ingewikkeld allemaal?
Als jij als individu vaart op een voor jou duidelijk moreel kompas, en je houdt daar aan vast, dan is dat áltijd je lijn in woordvoering. En dan kun je niet gaan draaikonten en dan word je geen Boef. En als je sensoren hebt naar wat er in deze tijd speelt.
Waar de langetermijnrelevantie bij het publiek zit, dan is het in mijn ogen allemaal niet zo ingewikkeld. Maar dat vraagt misschien wel een nieuwe generatie leiders. Of het is echt ingewikkelder dan ik denk, en is het terecht dat ik niet de telefoontjes krijg om mensen als Eurlings te helpen?
Ik ben blij toe. Ik zou na een zin of twee uitgeluld zijn. Ik heb liever een duidelijk moreel kompas dan dat ik de meest gebelde reputatie-adviseur ben.
Foto: Toenmalig IOC-lid Camiel Eurlings tijdens de kwartfinale hockey op de Olympische Spelen van Rio. ANP Robin Utrecht
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!