De ranking is samengesteld door Brainjuicer, een onderzoeksbureau dat zichzelf omschrijft als pionier in het testen van reclame op emotie. Volgens Brainjuicer, dat zich baseert op onderzoek, zijn reclames die emotie bevatten een betere voorspeller van marktsucces op lange termijn dan reclames die een persuasieve, rationele communicatiestrategie bevatten. Hoe meer emoties mensen voelen, hoe meer ze kopen.
Voor de FeelMore 50 werden ruim vierhonderd prijswinnende commercials getest. Deze zijn gerangschikt volgens een rating van een één tot vijf sterren. Hoe hoger de rating, hoe groter de kans op marktsucces op de lange termijn. Waar advertenties gemiddels slechts twee sterren scoren, halen de FeelMore50 commercials allemaal vier of vijf sterren.
Verrassende winnaar is: "Oh Emma", gemaakt door Leo Burnett Paris voor Le Trefle, een Frans wc-papier merk. De commercial drijft de spot met onze obsessie voor technologie. 'Deze advertentie bewijst dat een klein merk in een alledaagse categorie genoeg emotie kan oproepen om te concurreren met de grootste adverteerders ter wereld,' aldus Brainjuicer.
De nummer twee laat op vrolijke wijze het wonder van vliegen tot de verbeelding laat spreken. Turkish Airlines werd bekritiseerd dat ze niet genoeg vluchten aanboden naar verschillende bestemmingen in eigen land. Hun antwoord, deze commercial die is gemaakt door Lowe Istanbul, is een emotionele belofte om het beter te doen.
De nummer drie is Puppy Love, gemaakt door Anomaly US voor Budweiser, dat met deze commercialvoor de tweede keer op de strijd om de beste Super Bowl ads won. De commercial is een vervolg op Brotherhood, de FeelMore50 winnaar van vorig jaar. De combinatie van ruige mannen en schattige dieren en zelfs een vleugje romantiek lijkt een succesvolle formule om mensen blij te maken.
De enige commercial van Nederlandse bodem staat op nummer 28. Dit is 'Vodafone first Concert', gemaakt door Achtung.
De complete Global FeelMore50 is hier te bekijken. De ranking zal geüpdate worden met de reclames van de Super Bowl 2015.
