door Ingrid van Frankenhuyzen
De verpleger deed de deur open en betrapte de demente bewoner in de kamer van zijn eveneens demente buurvrouw. Zij lag tegenstribbelend op haar bed, niet in staat zich te verzetten tegen de buurman die haar verkrachtte. Het schijnt vaker voor te komen op afdelingen met zwaar demente bewoners; de pijnlijkste vorm van ontremming.
Een tehuis is uiteraard verplicht een dergelijke gebeurtenis te melden bij de bevoegde instanties, die vervolgens een onderzoek instellen en ook de familieleden van de man en de vrouw inlichten.
Zowel de demente ‘dader’ als het slachtoffer herinneren zich de verkrachting al snel niet meer, maar uiteindelijk kan een rechtbank er een uitspraak over doen. Is het verkrachting? Is de dader schuldig, toerekeningsvatbaar?
Rechtspraak is altijd openbaar en de zoon van de demente man bleek een bekende Nederlander. Die zag de bui van die openbaarheid wellicht al hangen dus toog hij met een advocaat naar de directie van het tehuis.
Ze mochten nergens, maar dan ook nergens maar iets melden, zo maakte de bekende Nederlander duidelijk. Zijn vader was geen verkrachter maar de liefste man ter wereld die nog nooit een vlieg had kwaad gedaan.
Als het tehuis zou bijdragen aan welke vorm van bekendmaking ook, zou hij hoogstpersoonlijk een media-actie op touw zetten om het tehuis in diskrediet te brengen.
Hij maakte gevoeglijk duidelijk dat hij overal mediavrienden had en eh….wisten ze wel hoeveel volgers hij had op sociale media?
Nadat de directie was bijgekomen van zowel de gebeurtenis zelf als het verbijsterende gesprek met de zoon, moest de organisatie aan de preventieve crisiscommunicatie.
Wat als een journalist toevallig een rechtbankverslag leest waarin een bekend klinkende achternaam opduikt? Wat als de zoon op Facebook een bijltjesdag voor het tehuis begint en aanschuift bij alle praatprogramma’s (en de Hugo Borst 2.0 wordt) terwijl je als organisatie met privacywetgeving zit en dus weinig tot niks kunt zeggen?
Wat als … wat als … wat als?
De scenario’s liggen klaar. Met als belangrijkste oneliner: dit is een zaak met alleen maar verliezers. Alleen maar.