In een vorig nummer van dit blad las ik een curieus ingezonden artikel; vooral zo curieus omdat ik het al veel vaker heb gezien. Het onderwerp keert terug met het onverbiddelijke ritme van de seizoenen – zonder dat het ooit aanwijsbaar zin lijkt te hebben.
Het artikel ging over de vraag of een collega zomaar had mogen zeggen dat zijn KLEIN per definitie sneller, leuker en creatiever is dan jouw GROOT, omdat grote bureaus nu eenmaal log, afstandelijk en muf zijn. De toon van de reactie was gekwetst en tamelijk bitter.
De schrijver van het antwoord is creatief directeur bij een bureau dat hijzelf kennelijk groot vindt, maar wat is tegenwoordig nog groot? Ik schat dat er zo’n twintig vaste krachten werken – nou, vooruit, vijfentwintig. Hij zet zich af tegen uitspraken van iemand die beweerde dat in je eentje opereren vanuit een koffietent aanzienlijk pittiger werk oplevert dan vanuit zo’n groot, sloom, ouderwets kantoor.
Het was een dispuut waarin alle afgekloven (en nooit bewezen) clichés de revue passeerden: klein is snel en direct, groot maalt langzaam; klein levert fris werk op, groot staat bol van de compromissen. Uiteindelijk kwam het neer op welles-nietes, dan wel nietes-welles.
Wat mij verbaasde was niet zozeer de folklore, maar het feit dat er kennelijk nog steeds vakmensen zijn die deze argumenten serieus nemen. Het is reclame, jongens. Het is gewoon ouderwets afzetten, framen, vergelijken.
Het is wat we elke dag doen voor onze klanten, of we nou in een koffietent zitten of in een groot kantoor. Maar als het om onszelf gaat, worden we boos, verdrietig en gekwetst. We willen terugbijten, jij-bakken uitdelen. Waarom?
Omdat we denken dat opdrachtgevers erin trappen. We zijn bang dat zij die bullshit geloven omdat we er zelf gevoelig voor zijn. ‘Ik is groot en jij is klein en dat is niet eerlijk’, zeg maar. We geloven zelf in de magie van de sticker met het woord NIEUW erop – in dit geval dus KLEIN.
Maar ja, wat wil je: uiteindelijk kan er maar één de kleinste zijn. En nogmaals, hoe groot is groot nog, tegenwoordig?
Beeld: Erwin Wirapramata/123RF
