[door Brigit Kooijman in Binnenlands Bestuur 29 augustus]
In Oss, waar in november raadsverkiezingen zijn, hebben vrijwel alle politieke partijen zich verplicht om hun verkiezingsprogramma’s in begrijpelijk Nederlands op te stellen. Dat laatste is voornamelijk te danken aan Aysegül Demirci en Theodora Verploegen, communicatieadviseurs bij deze gemeente. Ze hebben de afgelopen drie jaar met hun project ‘Klare Taal’ de hele organisatie weten te doordringen van het belang van duidelijk schrijven.
Taalcoach
Alle 350 ambtenaren in Oss die wel eens iets moeten schrijven wat bestemd is voor burgers, volgden een driedaagse training ‘eenvoudig Nederlands’ door Bureau Taal uit Beusichem. De veertig meest enthousiaste deelnemers werden benoemd tot ‘taalcoach’, zij dienen als vraagbaak voor collega’s. Iedere afdeling heeft er minimaal één.
Schrijven op B1-niveau
Eenvoudige taal hanteren betekent in Oss, net als bij steeds meer andere gemeenten en overheidsinstellingen: schrijven op B1-niveau. Bureau Taal, samenwerkingspartner van Oss en 45 andere gemeenten, maakt gebruik van het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) om het taalniveau van teksten vast te stellen. B1 zou het ideale niveau zijn voor het communiceren met burgers omdat teksten in die moeilijkheidsgraad voor 95 procent van de bevolking begrijpelijk zouden zijn.
Dubieus
Carel Jansen ziet de toename van het schrijven op B1-niveau met lede ogen aan. ‘Het Europees Referentiekader is ontwikkeld om de taalvaardigheid van mensen te meten, niet de moeilijkheidsgraad van teksten’, stelt de hoogleraar communicatie- en informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Bovendien gaat het bij het ERK over kennis van vreemde talen, niet over het begrijpen van je moedertaal. Wetenschappelijk gezien is deze methode dus dubieus.’
Beleidsstukken
Het zou volgens Jansen allemaal niet zo erg zijn als het B1 goed werkte. ‘Maar dat is naar mijn idee lang niet altijd zo. Bij teksten die uitleggen wat je moet doen, zoals handleidingen, is het voor iedereen prettig wanneer die in eenvoudige taal zijn gesteld. Korte zinnen, geen moeilijke woorden. Maar in andersoortige teksten, zoals een beleidsvisiestuk, is de kans groot dat je je doel voorbijschiet wanneer je jezelf diezelfde dwingende regels van eenvoud oplegt. Soms kun je de complicaties van de werkelijkheid dan geen recht doen. Als betrokken burger wil ik kunnen meedenken over – soms ingewikkelde – beleidskwesties. Al te simpele teksten kunnen dat belemmeren.’
Een uitgebreider artikel over dit onderwerp is gepubliceerd in Binnenlands Bestuur van 29 augustus.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!