Het publiekelijk schandpalen van minister Hennis is een fiks discussiepunt, maar het eruit gooien van Radar met de politie door E.ON krijgt niet echt veel steun vanuit communicatieland.
Vooropgesteld: als groen meisje vind ik het schandalig dat er nog bedrijven zijn die zich zo inlaten met grijze energie en ja, E.ON moet een goed antwoord hebben op de WISE-score. Als woordvoerder vind ik het eigenlijk nog schandaliger dat we deze organisaties niet netjes de kans geven om zich voor te bereiden. Zeker omdat ze geen ervaring hebben met nieuws.
Bedrijven zonder nieuws
Een bedrijf als E.ON heeft, in tegenstelling tot een ministerie, nooit nieuws. Stroom is sowieso een lastig onderwerp; we zien het als commodity en als je het aanraakt ben je dood. Het enige nieuws wat een organisatie als E.ON naar buiten brengt is dat ze een goedkoper contract hebben en daar schrijft geen zichzelfrespecterende journalist over, zelfs niet als dat verpakt wordt in een sausje van semi-geknutseld nieuws.
E.ON heeft dus ook niemand op de communicatieafdeling met ook maar een kilometer ervaring op het gebied van woordvoering, zeker voor ‘de overval’ zoals we deze interviewvorm in trainersland noemen. Dat maakt de wedstrijd oneerlijk en als ze dan ook nog de politie sturen, ga je wrijven in de publiekelijke schandpaal-vlek.
Vele wegen naar Rome
Ik heb als woordvoerder van een minister ook meerdere malen het genoegen gehad om Milieudefensie op de stoep te mogen ontvangen. Daar leerde ik dat je er nogal verschillend mee om kunt gaan.
De ene minister ging zonder blikken of blozen met een glimlach naar buiten, schudde lief en vriendelijk de hand van alle mensen die er stonden, gaf ze een kop koffie en zei dat hij graag met ze inhoudelijk verder praatte als ze een afspraak maakte. Hij was supervriendelijk op de relatie, maar liet zich op geen enkele manier inhoudelijk verleiden om wat dan ook te zeggen. Vijf minuten erin en eruit. De dames en heren ruimden daarna keurig hun spullen op en het item was klaar.
De andere minister kreeg klotsende oksels van die ‘activisten’, verliet na veel vijven en zessen scheldend via de achterdeur het pand en liet het aan mij na ruim een uur gesoebat voor de deur om ze weg te sturen. Niet een hoogtepunt in mijn carrière, om te mogen melden dat er behalve mij niemand naar buiten komt en ik ze verder veel plezier wens. Zeker omdat ik het inhoudelijk wel achter hun verhaal stond.
Tegelijkertijd, ik werd ervoor betaald. Ik deed de hele godganse dag niets anders dan journalisten te woord staan. Soms met onderwerpen waar mijn eigen hart snel van ging kloppen, soms met onderwerpen waarvan ik dacht mwah.
De overval is niet te trainen
De overval is niet nieuw, zowel niet in journalistieke vorm als vanuit de belangenorganisaties. En kan heel effectief zijn. De overval is eigenlijk niet te trainen, zeker niet bij mensen met nauwelijks ervaring. Het heeft tegelijkertijd eigenlijk niets meer te maken met journalistieke waarden als hoor- en wederhoor.
En wat gebeurt er dan? Dan zijn de receptionistes en de studentes van de klantenservice weer de sjaak. En de politieagenten, niet te vergeten. Al waren die laatsten naar mijn inziens niet nodig geweest om te sturen want daardoor werd het leedvermaak alleenmaar groter.
Klantenservice plagen met de camera erop
Het is een oneerlijke wedstrijd waarin leedvermaak ineens de grootste nieuwswaarde wordt, en wederhoor volledig zoek is. Is dit journalistiek nou echt waar je je toe wil verlagen? En vinden wij in communicatieland dat dus gewoon ok? Tot het publiekelijk plagen van dames die voor een minimumloon netjes de telefoon moeten opnemen? .
Het is alsof je het een beginnend coureur zonder aankondiging en voorbereiding tegen Max Verstappen laat opnemen. Het enige waar je dan nog op kunt hopen is dat zijn auto uitvalt, want verder ben je gedoemd om te mislukken.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!