Niet de kijker, maar de adverteerder dient te betalen voor commercials, dat standpunt neemt BVA in een persbericht in. De aanleiding voor het persbericht is de berichtgeving in De Telegraaf van vorige week: ‘de kijker betaalt voor tv commercials’. BVA preciseert in het persbericht: ‘Stichting TICK (Stichting Ter Incasso van Commercial Kabelgelden) is opgericht door VCP, vereniging commercial producenten en VEA, vereniging communicatie-adviesbureaus. De stichting incasseert namens de auteursrechthebbenden commercial kabelgelden in verband met de ongewijzigde doorgifte van door televisie-uitzending openbaargemaakte commercials.’
BVA is volgens de belangenvereniging destijds door VEA en VCP gevraagd om te participeren in Stichting TICK. Jan Driessen (voorzitter BVA) zegt: ‘Wij hebben ons hiervan als adverteerders al vanaf de oprichting gedistantieerd. BVA was en is van mening dat de opdrachtgever (adverteerder) al betaald heeft voor de commercials inclusief de auteursrechten (en dus de eigenaar van die rechten zou moeten zijn). En er daarna helemaal geen rechten meer rusten op de commercials. Het is voor BVA sowieso onacceptabel dat de consument hiervoor alsnog moet betalen. De regeling van teruggave van gelden (ca. 160.000 €/jaar) vinden wij dan ook onnodig en onterecht. BVA is voor transparantie in geldstromen. BVA vraagt VEA en VCP om af te zien van deze in onze ogen onterechte teruggave.’
In een reactie aan Adformatie laat Frans Blanchard, directeur VEA, weten dat ‘als de consument een cent extra moet betalen vanwege toewijzing van de ingediende claim, dan zal TICK meteen afzien van al haar aanspraken’. Hij wijst er overigens op dat de claim tegen Buma werd afgewezen, omdat Tick de kabelmaatschappijen had moeten aanspreken volgens de rechtbank.
Volgens Blanchard is het goede nieuws dan ook dat de consument tot op heden niets extra heeft betaald: ‘de kabelmaatschappijen innen de bedragen die ze altijd al inden en Tick is een overeenkomst aangegaan met een van de betrokken partijen over een jaarlijks aan haar te betalen beperkte vergoeding uit de zogenaamde liggende gelden zolang de Kabelregeling voort bestaat. Een vergoeding die vervolgens is aangewend ten behoeve van het vak.’
Blanchard licht toe aan welke twee activiteiten de ontvangen gelden tot nu toe vooral zijn aangewend. Ten eerste het veiligstellen van het cultureel erfgoed door alle commercials die ooit in Nederland zijn uitgezonden te digitaliseren en via de website van het ReclameArsenaal voor consumenten beschikbaar te maken, dat is een nog lopend project volgens Blanchard. Het tweede is ‘een van de meest succesvolle tentoonstellingen die het Cobra museum ooit organiseerde en die in de zomer van 2007 circa 35.000 enthousiaste bezoekers trok: “De Kunst van het Verleiden”.’
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!