De tijd van onbezorgdheid is voorbij – vandaag begint de lange weg naar morgen. In deze coronaperiode best een treffende tekst. Toch is de eerste zin van de Goede Tijden, Slechte Tijden-introsong al zo’n dertig jaar oud. En terwijl 2020 hét comebackjaar van de soapserie moest worden - de Volkskrant mocht zes maanden achter de schermen meelopen om hiervan verslag te doen - veranderde het leven zelf in één grote cliffhanger die ook de comeback van GTST overhoop gooide. Hoewel twee totaal verschillende werelden, legt de reportage een aantal treffende gelijkenissen tussen de soap en de overheidscommunicatie bloot.
Guilty pleasure
Sinds er in ons gezin een kleine rondscharrelt, kijken we (bijna) elke avond Goede Tijden, Slechte Tijden. Dat zit zo: kort na acht uur ’s avonds is zo ongeveer het eerste moment dat er even niets meer hoeft. Het nieuws hebben we dan meestal al tijdens het eten - of beter gezegd: hoe krijg je de yoghurt in je kind in plaats van op de grond – gezien op de iPad. Daarna heeft mijn vriendin meestal geen zin meer om het journaal nog een keer te zien en zapt naar RTL.
Had me dit een paar jaar geleden verteld en ik had je voor gek verklaard. De tv zette ik eigenlijk alleen aan voor nieuws, actualiteiten en sport. Maar het is heerlijk: even gedachteloos televisiekijken en je verliezen in de licht verteerbare sores van andere mensen. Waar de soapserie me eerder niet kon boeien, is dat nu blijkbaar veranderd. Komt dat door de behoefte aan ontspanning na een dag thuiswerken en voor de baby zorgen of is de serie zelf ook veranderd?
Kijkcijfers
Dat laatste is zeker het geval. GTST bestaat inmiddels ruim dertig jaar en heeft zichzelf letterlijk opnieuw moeten uitvinden. Dat lijkt – vooralsnog – gelukt. Voor een soapserie is het essentieel dat de verhaallijnen blijven aansluiten op veranderingen in de maatschappij. Daar zorgen de scenario- en tekstschrijvers voor en dat is knap. Ondanks concurrentie van Netflix en YouTube stijgen de kijkcijfers weer, ook in de categorie 24 tot 54 jaar.
Mijn werkgever Rijkswaterstaat bestond afgelopen weekend 222 jaar. Bijna 7,5 keer zo lang als Goede Tijden. Gelukkig worden wij in ons werk niet direct ‘bestuurd’ door kijkcijfers, maar dat neemt niet weg dat het ook voor de overheid (en dus voor RWS) belangrijk is om ons ‘verhaal’ regelmatig te moderniseren. Sluit het nog voldoende aan bij de belevingswereld van mensen? Lukt het ons om ons werk te vertalen in woorden en verhalen die echt blijven plakken?
‘Writing for the dumb’
Eén uitspraak van GTST-scenarioschrijver Karin van der Meer blijft hangen: ‘In de vakliteratuur noemen ze ons werk smart people writing for dumb people. Onze kijkers zijn absoluut niet dom, maar de verhaallijnen mogen niet te complex worden’.
De uitdaging die zij beschrijft is ook voor de overheidscommunicatie heel treffend. Ook wij kijken in ons werk steeds naar de balans tussen het begrijpelijk maken van wat er bij RWS gebeurt zonder dat het te kinderachtig of simpel wordt.
Complexe zaken simpel uitleggen kan heel moeilijk zijn. Vooral omdat je de materie eerst zelf goed moet doorgronden voordat je het zo kunt opschrijven dat iedereen het volgt. Einstein zei daarover ooit: ‘Als je het niet eenvoudig kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg.
In deze coronatijd was dat ook te zien bij de toelichting van een aantal maatregelen: er was simpelweg te weinig tijd om goed te doorgronden wat alle praktische implicaties van bijvoorbeeld het houden van 1,5 meter afstand zouden zijn. Hoe meer tijd daarvoor genomen wordt, des te duidelijker wordt de uitleg.
Ook daar is een treffende parallel te zien met het schrijven van scenario’s en verhalen voor een soapserie. In de woorden van Karin van der Meer: ‘Het tempo is moordend: elke week moeten vijf nieuwe scripts klaarliggen. Er is weinig tijd om te reflecteren op de verhalen die je bedenkt. De grootste uitdaging is onder tijdsdruk kritisch te blijven’.
Schrijven = frustratie
RTL boeit haar kijkers met cliffhangers en plotwendingen. Dat werkt bij de overheid wel iets anders. De inhoud van de communicatie van de overheid is – hopelijk – voldoende interessant om de aandacht te trekken. Informatie over belastingtarieven, de hoogte van de eigen bijdrage van de kinderopvang of de vergunningsvoorwaarden voor het bouwen van een dakkapel is voor heel veel mensen relevant.
Hoe je die informatie verpakt, is ontzettend belangrijk, dat mag geen verrassing meer zijn. De manier waarop de schrijvers van GTST-producent EndemolShine dat aanpakken is leerzaam. In de eerdergenoemde Volkskrant-reportage is te lezen dat teksten en scripts door vele handen gaan en tot op woordniveau geanalyseerd worden – tot frustratie van de schrijvers. Karin van der Meer: ‘Frustratie hoort gewoon bij het vak. Als schrijver lever je een halfproduct, daar mag iedereen iets over zeggen en dan gaat de regisseur ermee aan de haal’.
Bij overheidsorganisaties is die regisseur veelal een bestuurder of politicus. Echter, ook voor het toegankelijk maken van overheidsbeleid geldt dat het kiezen, uitproberen en testen van woorden en boodschappen belangrijk is. Vakgenoot Wiep Hamstra koos daar zo’n prachtig woord voor: meersterschap. Schrijven, schaven, doen, maken. Het wordt in ons vak nog te vaak ingeruild voor vergaderen, overleggen en afwachten.
Cliffhanger
Ondertussen ben ik benieuwd naar de cliffhanger van GTST eind deze week. Want corona betekent ook een eind aan de guilty pleasure: de zomerstop begint eerder omdat er geen nieuwe afleveringen meer zijn opgenomen. Nog meer tijd dus voor de overheidscommunicatie.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!