door Max Pinas
Spotify
De muziekwereld kreeg recent een wake-up call toen Taylor Swift haar muziek, inclusief het nieuwe album “1989”, van Spotify verwijderde. De best-sellende artiest (meer dan een miljoen albums in 2014) vond dat ze te weinig ontving. En zij staat daarin niet alleen. Er is sinds de oprichting van Spotify veel ophef over de betalingen aan muzikanten voor gestreamde muziek. De artiesten zouden er weinig aan overhouden.
Taylor Swift vergeet waar we vandaan zijn gekomen. Keren we even terug naar de lancering door Steve Jobs van iTunes en de iPod. De grote platenmaatschappijen verklaarden Jobs voor gek, maar het publiek ging massaal aan het downloaden. Dat leek de redding te zijn voor de muziekindustrie.
Muziek is eenvoudig te kopieren of illegaal te verkrijgen. Mede vanwege de hoge prijs hadden mensen niet het gevoel te 'stelen' als ze dit deden en/of deelden. Gevolg was de ondergang van het oude distributiemodel; het faillissement van de Free Record Shop is daarvan het bewijs. Dankzij Spotify kan niemand nog langer met droge ogen beweren dat muziek duur of slecht te verkrijgen is.
Toegegeven, de royalties die artiesten krijgen zijn veel kleiner dan wat ze gewend waren. Maar het alternatief zou zijn geweest, dat er helemaal geen legale muziek verkocht zou worden. Daarbij komt dat het verdienmodel voor de muziekindustrie is veranderd. Artiesten verdienen hun geld niet meer (hoofdzakelijk) met de verkoop van muziek, maar met optredens en bijbehorende merchandising.
In dit artikel van Steve Albini, bekend van zijn essay “The problem with music” uit 1993, las ik iets interessants. Nieuwe technologie verbindt fans en makers van muziek. Het komt erop neer dat techniek alle muziekliefhebbers verenigt en zorgt voor gezonde verhoudingen. Het democratiseert de muziekindustrie. Ook de kleine independent heeft nu de kans om door te breken.
Netflix
Netflix timmert aan de weg als dé streaming partij van series en films. Het is een prachtig systeem, misschien wel nog eenvoudiger in gebruik dan Spotify. Het resultaat is waarneeembaar in de huiskamer.
Toch heeft Netflix een uitdaging: het aanbod aan content blijft achter bij de vraag. Bij Spotify hebben ze die uitdaging al getackeld. Daar vind je alle muziek die je kunt bedenken – op Taylor Swift en een paar zeer speciale muzikale stromingen na. In dit opzicht heeft Spotify het ook veel makkelijker dan Netflix. Waar de muziekwereld sterk geglobaliseerd is, is het aanbod films en series sterk gefragmenteerd. Waar Spotify met een paar partijen wereldwijde streaming afspraken kan maken, zal Netflix dus met heel veel partijen in gesprek moeten om ervoor te zorgen dat de kijker 'zonder gedoe' zijn dagelijkse dosis vermaak kan verorberen.
Netflix reageert op dit probleem door met prijswinnende producties als House of Cards zelf waarde toe te voegen.
Conclusie
De les die we trekken is dat het wegvallen van een tussenkanaal niet betekent dat we die moeten vervangen. In de nieuwe economie is steeds minder plek voor (inmiddels) overbodige stappen. Waar Spotify het antwoord is op het failliet van een complete industrie, geeft Netflix invulling aan een behoefte onder consumenten om op een andere manier films en series te consumeren.
Met dit inzicht kunnen we nieuwe diensten ontwikkelen die juist het contact versterken tussen de eindklant en het uiteindelijke product of dienst. De kampioenen van de nieuwe economie zijn flexibel, en passen zich aan. Wie weet komt Spotify binnenkort wel met een eigen muzieklabel. Omdat zij weten dat ze moeten blijven ontwikkelen om voorop te blijven lopen en mee te spelen in hun wereld.
Als geen ander snappen Netflix en Spotify waar het in de nieuwe economie om gaat: maak klanten blij en voeg waarde en blijdschap toe.
Max Pinas is senior marketing strateeg bij TamTam
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!