Het bestuur van de VPRA nam een opmerkelijke stap en stuurde vorige week een brief aan de 56 aangesloten bureaus waarin het aankondigde de activiteiten van de vereniging stop te zetten. Wat is er aan de hand? Huib Bannier, voorzitter van de vereniging en directeur van Van Hulzen Communicatie geeft uitleg.
VPRA-voorzitter Huib Bannier maakt een vergelijking met de sportwereld, die hij als beoefenaar en bestuurder goed kent. Net zoals de vereniging voor communicatie- en pr-adviesbureaus heeft de georganiseerde sport moeite om leden te krijgen of vrijwilligers voor ‘corvee’ te vinden.
Bannier: ‘De óngeorganiseerde sport daarentegen gaat als een dolle, met mudruns, beachruns, met enorm veel groepen mensen die zondagochtend samen wielrennen. Met Strava heb je binnen een paar uur een groepje bij elkaar van 10 mensen die even hard fietsen als jij en op hetzelfde moment kunnen; je hebt nog maar weinig organisatie nodig om lol te hebben. Bij een wielervereniging daarentegen moet je maar afwachten of je die mensen er aantreft.’
Oude woorden
Vereniging, contributie, ledenvergaderingen, statuten; het zijn woorden die steeds minder tot het moderne idioom behoren, zegt Bannier. De VPRA heeft er flink last van, want het heeft al jaren te kampen met een matige opkomst van ledenvergaderingen en bijeenkomsten.
‘Het is de tand des tijds, ik maak me sterk dat andere brancheverenigingen er geen last van hebben. Wat ook niet helpt is dat we vaak nog wel voldoende aanmeldingen krijgen voor activiteiten, maar er veel no show is. Ik begrijp dat wel. Rijd jij maar eens ’s middags weg uit Rotterdam of Amsterdam naar het midden van het land; je mag blij zijn dat je er uberhaupt komt. Even bij elkaar komen, dat is heel moeilijk te organiseren.’
Vorige week nam het bestuur van de VPRA een ingrijpend besluit en zette al zijn activiteiten stop, of ‘in de koelkast’ zoals Bannier het omschrijft. De branchevereniging ziet een voortdurend gebrek aan animo bij de leden en heeft te maken met meer opzeggingen dan aanmeldingen. Het ledental kalft langzaam af. ‘Laten we maar eens zien wat het met onze branche doet als we bewust even helemaal niks doen’, schreef het aan zijn leden.’
Bannier: ‘Ja, dat geloof ik zeker. Ik ben ervan overtuigd dat ons vak, het communicatie- en pr-advies, een solide eigen positie moet hebben in het veld van communicatie. We moeten niet ergens onder willen vallen. Niet onder Logeion, die is er voor de communicatieprofessionals zelf. Ook niet voor de Vea, want die is er voor het reclamedenken. Daar passen we niet bij.’
‘Op sommige gebieden wel, maar op veel terreinen is er een fundamenteel verschil. Ik vind ons niet zo van de awardsfestivals met de formule van een kinderpartijtje; iedereen gaat met een prijs naar huis. Ons werk hoeft niet zo in de schijnwerpers te staan. Het gebeurt vaak op de achtergrond, we behoeden ondernemingen en merken voor het maken van fouten, voor verkeerde inschattingen. Ik kan de voorbeelden aaneenrijgen waar je kunt zeggen: kijk daar is een communicatie- of pr-adviseur bij betrokken geweest en daar niet.’
‘Nou, onlangs was er de campagne van ProRail, allemaal heel mooi gemaakt, waar heel veel media was ingekocht, maar waar niet was nagedacht over stakeholders, over de gevoelens bij mensen en over de impact. Dat ging helemaal mis, de campagne werd na vijf dagen gestopt. Als iemand tegen ProRail had gezegd, jongens, dit kun je zo niet doen of zorg er eerst voor dat je mensen informeert en betrekt, dan was dat een monumentale bijdrage geweest die niet zichtbaar was en nooit een prijs zou krijgen. Maar er was geen communicatiebureau bij betrokken.’
‘Dat bedoel ik.’
‘Het valt nog wel mee, ze lopen niet in bosjes weg. Maar goed, we zien al wel een tijdje een natuurlijk verloop van kleine bureautjes niet meer aan PR doen. Het klassieke werk gericht op vrije publiciteit en persrelaties in enge zin, op stukjes in de krant, dat bestaat eigenlijk niet meer. Daar kun je geen bureau meer op draaien.’
‘Niet altijd, maar dat is ook wel logisch, vooral bij de kleinere bureaus die zich voornamelijk met influencers bezighouden, en dat zijn de meeste. Die hebben niet de breedte die je bij de communicatieadviesbureaus wel ziet.’
‘Dat klopt, ik wil niet uitsluiten dat het ook aan mij en het huidige bestuur kan liggen. We hebben allemaal onze best gedaan, iedereen is van goede zin, maar we krijgen de boel onvoldoende in beweging.’
‘Dat is moeilijk te zeggen. Ik hoop natuurlijk dat dit wordt opgepikt. Dat mensen zeggen: ho, ho, zo gemakkelijk gaat dat niet. De technologie maakt het mogelijk om in andere verbanden te werken, om nieuwsoortige netwerken aan te boren, kennis uit te wisselen. Mijn insteek is de zaak te activeren. Ik heb bewust gekozen het proces centraal te stellen en niet de inhoud. Ik hoop dat mensen ideeën hebben en er in willen stappen met nieuw elan. Als er een nieuw bestuur komt met een nieuwe visie, dan kan de vereniging verder, in welke vorm dan ook.’
‘Dan doe ik het licht uit. Kick van Hulzen was een van de mensen die betrokken waren bij de oprichting van de VPRA. Hij was degene die het eerste pr-bureau in Nederland begon, waarvan ik nu directeur ben. Ik denk dat ik de aangewezen persoon zou zijn, maar hoop dat het niet zo loopt. Want nogmaals, ons vakgebied verdient een zelfstandige positie.’
De tekst uit de VPRA-brief aan de leden:
De afgelopen tijd – en dan spreken eerder in jaren dan in maanden – maken we ons zorgen over het animo onder de leden. Animo om deel te nemen aan activiteiten, animo om in commissies en/of het bestuur mee te draaien. Animo om lid te worden en animo om lid te blijven; we hebben te maken met meer opzeggingen dan aanmeldingen; het ledental kalft af.
Afgelopen winter heeft het bestuur een enquête uitgezet onder bureaudirecteuren. Met de uitkomsten in de hand heeft het bestuur een strategische sessie met ‘geïnformeerde buitenstaanders’ onder leiding van Rieteke Bakker gehouden. De uitkomst was energierijk en bood nieuw perspectief. De ALV van eind maart, waar vijf leden aanwezig waren, liep er evenwel niet warm voor. Er was behoefte aan diepere strategische herbezinning. Een poging om met die vijf aanwezige leden en weer andere ‘geïnformeerde buitenstaanders’ wederom een strategische sessie te beleggen over de toekomst van de VPRA, strandde. Ondertussen ontstond gerede twijfel over de status van de uitkomsten van zo’n tweede sessie.
Het bestuur acht nu het moment aangebroken om met elkaar de situatie in alle realiteit onder ogen te zien. De huidige VPRA, onder leiding van het huidige bestuur, is niet toekomstbestendig. En als je doet wat je doet, krijg je wat je krijgt. Uit een viertal scenario’s voor de nabije toekomst, hebben we bewust gekozen voor het koelkast-scenario.
Laten we maar eens zien wat het met onze branche doet als we bewust een even helemaal niks doen. Geen nieuwe Certificeringen, geen hertoetsingen, geen adviezen aan aanbestedende diensten over de inrichting van nieuwe aanbestedingen, geen nieuwe samenwerkingen met partners/toeleveranciers, met opleiders. Geen initiatieven voor samenwerking met VEA, Logeion; even geen scenario’s uitwerken. We stoppen met de coördinatie van opleidingen met CORDES en de VEA. We cancellen de uitgezette activiteiten; er komt voorlopig geen VPRA Journaal meer. De site blijft in de lucht, maar krijgt geen onderhoud. De werkzaamheden die secretariaatsbureau MOS voor ons verzorgt, zullen tot het minimale worden teruggedraaid.
Bijzondere Ledenvergadering
Voor dinsdag 15 oktober schrijft het bestuur een Bijzondere Ledenvergadering uit. Om 08.00 uur bij Vroeg in Bunnik. Agenda nog vast te stellen; in ieder geval zullen de volgende punten daar op komen: teruggave lidmaatschap 2019; toekomst VPRA; samenstelling bestuur en commissies.