Door Aaron Mirck
Gele hesjes, rellende krakers, protesterende dierenvrienden bij de Oostvaardersplassen, ophef rondom de Nashville-verklaring en zwartepietendemonstraties. Wat hebben ze gemeen? Het zijn ontevreden of zelfs boze burgers, die zich zorgen maken over hun stad of land. Wie zegt dat engagement zijn beste tijd heeft gehad, kreeg afgelopen tijd definitief ongelijk.
Wat laten deze protesterende burgers zien? Ze onderstrepen twee zaken. Enerzijds is duidelijk dat er onvrede is over specifieke issues. Mensen maken zich zorgen over een wereldvreemde overheid, om het verlies van de eigenheid van Amsterdam, lieve dieren, homorechten of het verlies van tradities/flagrant racisme (net hoe je tegen zwarte piet aankijkt). Bovenal wordt duidelijk dat we behoefte hebben aan een luisterende overheid.
Communicerende overheid
Sla de vakliteratuur er maar op na. Mastering Business for Strategic Communicators en Communication Excellence draaien om een vraag: waarom communiceren sommige bedrijven met meer succes dan andere bedrijven?
Een - veel te - beknopte samenvatting: Chief Communications Officers (CCO’s) moeten de schakel zijn tussen de business en de buitenwereld. De ING kan er over meepraten wat er gebeurt als dat niet het geval is. Die vlieger gaat ook op voor overheden: hun communicatieafdelingen (of liever: bestuurders) moeten verbonden zijn met de maatschappij. Eigenlijk is het zo’n platgereden cliché dat ik me schaam het op te schrijven. Toch is die boodschap niet overal ingedaald.
Waarom is er geen echt antwoord op de gele hesjes? Geen echt leiderschap op het thema zwarte piet van onze overheid? Waarom komt Halsema niet verder dan het wegdrijven van krakers zonder een echte visie over tegenbewegingen in de stad? Waarom zijn de coalitiepartijen muisstil over de Nashville-verklaring van de SGP-leden? (Spoiler: ‘De SGP, weten ze alle vier, zouden ze over niet al te lange tijd weleens dringend nodig kunnen hebben.’)
Bel eens met een burger
De uitzondering komt uit Flevoland: de rellen rondom het afschieten van herten in de Oostvaardersplassen is met meer inzet gemanaged. Harold Hofstra, gedeputeerde voor de ChristenUnie in Flevoland, zocht nadrukkelijk de dialoog. Zelfs als hij met beledigingen doodsbedreigingen te maken krijgt. Hoe hij dat aanpakt?
‘Dan bel ik ze op. Laatst nog een mevrouw. Ik zeg: goedendag met Harold Hofstra, ik zie net dat u me twintig minuten geleden hebt uitgemaakt voor moordenaar en zakkenvuller. Mag ik u misschien even uitleggen wat we doen en waarom?’
Je moet het maar durven, met de boze burger in gesprek gaan.
Realistisch luisteren
Moeten we iedere boze burger serieus nemen? Hofstra doet een voorzet: ‘Ik kijk naar de oprechte betrokkenheid. Dat neem ik niet lichtvaardig op. Bij de een uit die betrokkenheid zich in het aaien van paarden, de ander gooit balen hooi over het hek. Maar je moet ook realistisch zijn. Bij de laatste rechtszaak vonden we zes partijen tegenover ons. Die wilden allemaal iets anders en konden het niet eens worden over een oplossing. De een wilde alle grazers eruit, de ander de helft, enzovoorts.’
Laat dat een goed voornemen zijn voor communicatieprofessionals: oprechte betrokkenheid niet lichtvaardig opnemen, zonder een serieuze oplossing uit het oog te verliezen. En met oor voor de burger.
Aaron Mirck is zelfstandig communicatiespecialist.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!