We hebben er weer zo eentje. Een boek na Joris Luyendijk en Ap Dijksterhuis dat door iedereen gelezen ‘moet’ worden. Nietzsche & Kant lezen de krant van Rob Wijnberg. Keuzestress, de zin van het leven, zoektocht naar identiteit, de vervlakking van entertainment en TV, de ondergang van kwaliteitsjournalistiek, de opkomst van Wilders, de magie van Obama, homohaat, pornoficatie; Rob Wijnberg gooit al deze populaire thema’s (en nog veel meer) in een blender, gooit er wat oude en nieuwe filosofen bij en maakt het af met zijn nuchtere kijk. Het resultaat is, zoals zijn eigen werkgever NRC ietwat bevooroordeeld maar terecht achterop de flap zegt, ‘indrukwekkend en verhelderend.’
Na het lezen van de tekst op de binnenflap (zie hier) moest dit boek mee naar huis. Na het lezen van de proloog van 28 pagina’s, moest het boek mee naar bed. Champions League-voetbal kon me even gestolen worden. Zowel de achterflap als de proloog zijn prikkelend en wekken een gevoel op van: ik wil doorlezen, het liefst de hele nacht. Dat lukte vervolgens overigens niet. Om er van wakker te blijven is het en net niet scherp genoeg, en is het uiteindelijk toch (weliswaar populaire) filosofie en geen Dan Brown of Carlos Ruiz Zafón. Maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het boek. Een must-buy, sowieso voor iedereen in de politiek, media en communicatiebranche. Maar dat is slechts mijn interpretatie, want feiten zijn er niet (vrij naar Nietzsche).
Wijnberg deelde zijn boek in naar de zes klassieke filosofische thema’s (Vrijheid, Waarheid en Macht, God en Geloof, Seks en Liefde, Identiteit, Gelijkheid en De Staat). Aan de hand van die thema’s passeren bovenstaande issues de revue. Actualiteit meets Filosofie. Vlot geschreven met in elk hoofdstuk wel een ‘goh, inderdaad, zo had ik het nog niet bekeken-moment’. Het boek geeft geen complete ‘antwoorden’ en oplossingen maar zet vooral na tot denken. Het lokt uit om de boeken van Nietzsche en Kant af te stoffen en hun moderne collega’s te gaan ontdekken. Ook na het lezen van die boeken komen er waarschijnlijk geen oplossingen maar als een groot publiek alleen al genuanceerder over deze thema’s na gaat denken, zijn we al een stapje verder.
Alleen maar hosanne over dit boek? Nee hoor. Twee dingen vond ik jammer:
1. Iets te vaak laat Wijnberg z’n persoonlijke oordeel en mening horen. Hoewel dat het boek scherper maakt, pik ik dat vreemd genoeg niet altijd van iemand van 27 (!) lentes jong. En dan ben ik zelf nog geen 10 jaar ouder dus ik denk dat ‘een oude rot’ met meer praktijk –en levenservaring soms zal denken: "Knap dat hij al die boeken heeft gelezen, maar wie denkt deze puber wel niet dat hij is." De foto op de achterflap en de vermelding van het geboortejaar van de schrijver hadden voor de geloofwaardigheid misschien weggelaten moeten worden maar aan de andere kant is dat juist een sterk selling-point van het boek: een fris en jong geluid.
2. In de covertekst en de proloog heeft Wijnberg het veel over de rol (en negatieve ontwikkeling) van media en journalistiek. Juist dat onderwerp was een belangrijke reden voor mij om het boek te kopen. Maar uitgerekend dat onderwerp blijft in de rest van het boek (expliciet) onderbelicht. Misschien bewaart Wijnberg z’n wijsheden daarover voor z’n nrc.next-columns of een volgend boek; als (tweede en hopelijk sterker dan dit wellus-nietus-) antwoord op Joris Luyendijk. Schrijf dan snel door zou ik zeggen!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!