Door Sander Khouw
Dat de horeca het zwaar heeft in deze onzekere tijd is overduidelijk. Geen dag gaat voorbij of ergens in het land klinkt wel een noodkreet van een hardwerkende ondernemer bij wie het water aan de lippen staat. Als liefhebber van goed eten en drinken voel ik met deze mensen mee, ook ik bezoek graag de betere horecagelegenheden in mijn woonplaats Utrecht om een avond in de watten te worden gelegd.
The Harbour Club, bekend om zijn toch wat opzichtige imago en high profile publiek – Martin Garrix en Robin van Persie behoren tot de vaste clientèle -, heb ik echter nog nooit bezocht. Niet dat dit restaurant op mijn bucket list stond, maar na vandaag gaat dat zeker niet gebeuren.
De eigenaren van deze franchiseketen hebben het niet gemakkelijk, getuige een profiel in het Financieele Dagblad. Waar The Harbour Club in 2019 nog een omzet van 14 miljoen draaide, voorziet mede-eigenaar Richard van Leeuwen dit jaar een omzetverlies van 40 procent.
Dat zijn bikkelharde cijfers en dit zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de vierhonderd medewerkers die hij en zijn compagnons in dienst hebben. Ik heb met deze ondernemers te doen. De verantwoordelijkheid die ze moeten voelen voor hun personeel en hun zaak, de overheidsmaatregelen waar ze mee moeten dealen: het kan niet anders dan dat dit hen slapeloze nachten bezorgt.
Kwinkslag of ‘slip of the tongue’?
Als het FD dan langskomt om je verhaal op te tekenen, wil je echter ook dat dit zo positief mogelijk afstraalt op je onderneming en jezelf. Alles voor de sympathie van de lezer, zullen we maar zeggen. Je zit er immers niet alleen als ondernemer met een interessant verhaal: je bent óók het uithangbord van je organisatie.
In dat licht gingen bij mij de nekharen recht overeind staan toen ik de volgende uitspraak van Van Leeuwen las, waarin hij de vestiging in Amsterdam-Oost beschrijft: “De locatie in Oost is op een kwartier rijden van Het Gooi, waar vrienden van me wonen. Ideaal voor als zij hun meisjes moeten uitlaten op vrijdagavond.”
Gat.ver.damme.
Hoe krijg je het uit je strot.
Het is mij een volslagen raadsel hoe iemand zichzelf zo te kijk kan zetten. Ik vraag me echt af wat Van Leeuwen dacht toen hij dit zei. Ik hoop voor hem dat het een goedbedoelde kwinkslag was, een slip of the tongue. Maar ik kan me gewoon niet voorstellen dat hij blij was toen hij deze uitspraak teruglas in het artikel.
Hoe een quote een verhaal de nek omdraait
Als PR-adviseur kan je dergelijke uitglijders niet altijd voorkomen. Wat gezegd is, is gezegd. Journalisten maken daar dankbaar gebruik van. Wanneer je een goede band hebt met een verslaggever wil hij of zij nog wel eens over het hart strijken bij een ongelukkige quote. Uitspraken als deze zijn echter goud voor een journalist.
Zonder deze passage zou ik een heel ander beeld hebben van deze horecaondernemer. Nu laat dit artikel bij mij vooral een ranzige nasmaak achter. Een integer verhaal is met één citaat de nek omgedraaid. Dat kan toch niet de bedoeling zijn geweest.
Sander Khouw is sr. PR-adviseur bij NewsLab en trainer bij MessageLab
Als je echter om zo'n onschuldig grapje zo geschokt bent, dan ben je wel heel erg wereldvreemd hoor. Geen reclame voor je PR bureau die blijkbaar geen idee hebben van wat er in de wereld speelt.
Ik ben bang dat deze gastblogger zichzelf iets te serieus neemt. Je kan beter een interessant blog schrijven over de overgevoeligheid tegenwoordig, net zoals mensen die geschokt zijn om een grapje van Johan Derksen en de PR gevolgen die dat had voor het programma. Terwijl het voor de echt foute groepen, zoals de Akwasi's helemaal geen gevolgen had. Dat willen we lezen.
Geen misplaatste verontwaardiging om een grapje. Over smaak valt te twisten, maar een grapje blijft een grapje en is zeker geen uitspraak of mening. In elke goede grap zit een kern van waarheid. Maar laten we alsjeblieft wat vaker de tenen intrekken en niet meer zo gekwetst zijn om niks, bah, dat is pas iets om gatverdamme op te zeggen.
Zo moest het even kwijt hoor. Zonde van mijn tijd dit.