Van leiders mag je verwachten dat ze ten allen tijde zichtbaar zijn en zowel in goede als in slechte tijden communicatief voorop gaan in de strijd. Dat is voor communicatiemensen niet altijd een gemakkelijke boodschap. Want het is natuurlijk veel leuker om met een mooie product introductie te scoren dan een winstwaarschuwing te moeten communiceren. Een nieuw treinstation openen is veel leuker dan de zoveelste vertraging op het spoor te moeten verklaren. En van een nieuwe doorbraak in kankeronderzoek krijg je veel meer energie dan het onderkennen van lange wachtlijsten. Dat weten we allemaal, en toch kost het ons iedere keer weer moeite om niet weg te lopen voor de minder aantrekkelijker dingen, in communicatieland ook wel issues of crises genoemd. Collega blogger #Frank Peters schreef er onlangs nog een interessante blog over.
Ik moest hieraan denken toen ik een paar weken geleden in Stadskanaal bij mijn moeder op bezoek was en daar het Dagblad van het Noorden (DVHN) zat te lezen. Zoals je van een regionale krant mag verwachten, heeft deze krant heeft zich de laatste maanden volledig op de aardbevingen in Groningen gestort. Met bijzondere verhalen van en inkijkjes in het persoonlijke leed van Groningers, die het gevolg zijn van het snel toenemend aantal aardbevingen in deze prachtige provincie. In de zaterdagkrant van 22 februari stond bijvoorbeeld een foto van een man die zijn zijn hand in de scheur in een muur kan steken. Een foto, die de krant zelf “typisch een regionale persfoto” noemt, in dit geval gemaakt door Catrinus van der Veen. Het is een foto van een gewoon iemand met een orobleem; een bijzonder genre fotografie waarvoor zelfs een heuse website bestaat. Net als de foto in het DVHN gaat het hierbij om gewone burgers die te maken hebben met - voor hun - grote problemen, die op wereldschaal natuurlijk zijn te verwaarlozen.
Er gaat niets boven Groningen
En terwijl ik deze verhalen zat lezen en de foto van Catrinus in me opnam, reden de Nederlandse schaatsers en schaatsters hun rondjes in Sotsji. De plek die een paar weken lang in de schijnwerpers stond, en wat is er nu fiijner dan schijnwerpers. Een grote stoet minder bekende en bekende Nederlanders worden er door aangetrokken en liftten maar al te graag mee op het succes van sporters die jaren hebben getraind om hun olympische droom waar te maken (en volgens mij niet om met Jan Smit op de foto te staan). En passant heb je ook nog de mogelijkheid om mondiale problemen voor het oog van de camera bespreekbaar te maken. En als je als dat niet naar behoren doet, hebben we gelukkig altijd Gordon nog die onze premier via Facebook even een berichtje stuurt waarna dezelfde premier natuurlijk direct alles uit zijn handen laat vallen om onze onze nationale roeptoeter op zijn mobiele telefoon te bellen en sms’en dat er direct actie wordt ondernomen. Het liefst voor het oog van een camera maar inkt van een krant mag ook.
Want het loont om met goed nieuws te worden geassocieerd en niet met slecht nieuws. Maar had diezelfde premier misschien toch ook in Leermens, moeten zijn. Een klein dorp in Groningen waarvan hij wellicht nog nooit had of heeft gehoord. Maar toch waren ook de camera’s van diezelfde NOS erbij, alleen het onderwerp was misschien niet iets om graag mee geassocieerd te worden. In mijn ogen een gemiste kans, want communiceren met je doelgroep moet je in goede tijden maar vooral in slechte tijden.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!