Foto: Paul Manuel, Liza Enebeis, Tom Dorresteijn
Het Dept netwerk blijft met een noodgang expanderen. Vanaf vandaag behoort ook Studio Dumbar tot de familie van bureaus die samen het Dept netwerk uitmaken. Het gerenommeerde designbureau, opgericht in 1977 door Gert Dumbar, blijft onder eigen label en eigen management opereren als onderdeel van het Dept netwerk. Het is de eerste keer dat het vanuit TamTam opgerichte bureaunetwerk de vleugels uitslaat naar het offline domein.
Studio Dumbar is een toonaangevende naam in de designwereld. Het designbureau tekende voor veelbekroonde merkidentiteiten zoals die NS, de Nederlandse politie en Transavia. De feestelijke bekendmaking van de samenwerking zal vanmiddag plaatsvinden in aanwezigheid van de duizend genodigden tijdens het Dept Festival.
Dept werd vier maanden geleden opgericht als het paraplumerk waaronder TamTam en de aangesloten zusterbureaus hun internationale groeiambities invulling willen geven. Dept bestaat uit de bureaus TamTam, Expand Online, a friend of mine, Second Degree en Building Blocks. Met Studio Dumbar erbij (achttien mensen) groeit het netwerk uit naar 375 medewerkers, een gezamenlijke omzet van ruim €50 miljoen en kantoren in Nederland, UK, US en Spanje.
Om te beginnen, waarom kunnen we dit eigenlijk geen overname noemen? Dat is het toch wel?
Liza Enebeis, creative director Studio Dumbar: ‘Het woord overname heeft een heel verkeerde bijklank. We zullen echt integreren in Dept, anders heeft dit geen zin. Maar het is vooral samenwerken. Met behoud van onze identiteit.’
Maar hoe kunnen we het dan noemen?
Paul Manuel, founder Dept: ‘Nou ja, aansluiten bij, onderdeel worden van, verzin het maar.’
We zien twee sterk verschillende organisaties, één uit de digitale wereld en één met een behoorlijke historie in design. Hoe is het contact ontstaan?
Tom Dorresteijn, ceo van Studio Dumbar: 'Wat wij van nature doen, is de toekomst van merken gestalte geven. Bij Dept speelde hetzelfde: hoe ga je naar de toekomst echt de punten op de i zetten? Hoe wil je je positioneren als netwerk? Er is ons begin dit jaar gevraagd om hiermee aan de slag te gaan. Gaandeweg is hieruit wederzijds het inzicht ontstaan: ‘Hé, eigenlijk kunnen we heel veel waarde aan elkaar toevoegen.’
Enebeis: ‘Het is dus niet zo dat op een koude vrijdagochtend bij ons de deurbel ging en dat Dept op de stoep stond met de vraag: ‘Heb je zin om aan te sluiten?’. Dat zou ons beiden ook niet zo goed passen. Dit is op een heel organische manier zo gelopen.’
Er zitten behoorlijke cultuurverschillen tussen beide organisaties.
Dorresteijn: ‘Maar juist die maken het zo interessant. Omdat we sterk complementair zijn. In wat we naar de markt toe doen vullen we elkaar mooi aan, terwijl er toch voldoende overlap in mentaliteit is.’
Waar ligt voor Dept precies de aantrekkingskracht van Studio Dumbar?
Manuel: ‘Bij Dept lopen we steeds vaker tegen positioneringsvraagstukken aan. Vroeger was dat een offline onderwerp, tegenwoordig is dat voor een heel groot deel ook een online onderwerp. Met het samenvoegen van de kennisgebieden van Studio Dumbar en de overige Dept agencies denken wij ongelooflijk veel toegevoegde waarde te kunnen bieden als het gaat over het conceptmatig neerzetten van service- en e-commerce platformen en campagnes. Ik denk dat er weinig partijen zijn die brand identity en design op dit niveau kunnen aanbieden.’
Merkdenken wordt een cruciaal onderdeel van de dienstverlening van digitale bureaus, weet Manuel: ‘Alles wat we doen, doen we vanuit het merk. Dat moet groeien en bloeien. En wordt alleen maar extra versterkt door de digitale diensten die wij ontwikkelen en vormgeven.’
Speelt omgekeerd niet ook dat er voor designbureaus een noodzaak bestaat om zich te versterken op onderwerpen als service design en UX-design?
Dorresteijn: ‘Ook dat is belangrijk. Ons werk raakt heel erg aan het DNA van een bedrijf; het gebied tussen ondernemingsstrategie en communicatie. Wij vervullen daarin een fundamentele rol. Daardoor werken we op hoog niveau, zowel als het gaat om de plek in de organisatie als de status van de projecten. Verplaats je vervolgens de blik naar het online traject, dan zie je iets vreemds. Voor de uitvoering wordt er - los van de vraag of we het aankunnen of niet – direct doorgeschakeld naar een gespecialiseerd bureau. Dit betekent voor ons dat het echt belangrijk is om vol aangesloten te zijn op een groep bureaus die hierbij kan helpen.’
Zelf digitale expertise in huis halen, levert volgens Dorresteijn geen volwaardig alternatief. ‘Zelfs al zou je alle Dept-mensen bij Studio Dumbar neerzetten en we zouden het allemaal kunnen, dan nog heb je in de markt die positie niet. Het is gewoon veel beter als alle experts bij elkaar kruipen en ieder zijn eigen expertise inbrengt, Dat behoudt kwaliteit en geeft veel meer snelheid.’
'Verder kun je altijd ad-hoc relaties met andere bureaus aangaan om een vraagstuk te tackelen, maar ik vind dat gewoon niet structureel genoeg. Het moet fundamenteler en structureler om klanten écht verder te kunnen helpen. Dat geldt trouwens andersom ook. Je kunt vanuit digitaal bij positioneringsvraagstukken kijken hoever je komt en vervolgens een designbureau inschakelen. Maar zo bouw je niets op. Je blijft teveel op dezelfde plaats zitten. Het interessante is juist om volop het avontuur in te duiken en samen iets voor de langere termijn op te bouwen.’
Ik kan me voorstellen dat deze analyse een bredere strekking heeft; dat ook andere designbureaus hiermee te maken hebben. Gaan we dit soort samenwerkingen vaker zien?
Enebeis: ‘Dit is absoluut een issue waar ieder bureau op zijn manier antwoord op zal moeten geven. Het is een vreselijk hypewoord, maar je moet echt ‘disruptive’ durven denken, niet alleen voor klanten, maar ook als designbureau. Dat geldt ook voor ons. We willen in ons werk sterk innovatieve dingen doen die baanbrekend zijn. Als een andere manier van georganiseerd zijn beter is om je doel te bereiken, moet je dat doen. Ook al is het een enorme overgang en een andere manier van denken die we een jaar geleden nog niet eens hadden bedacht.’
Dorresteijn: ‘En het tempo is hoog, dus je kunt beter niet te kleine stapjes blijven zetten.’
De meeste Red Dot design awards worden tegenwoordig door digital bureaus gewonnen. Dat geeft toch wel aan dat de design bureaus achterop aan het raken zijn.
Dorresteijn: ‘Ja, maar dat heeft ook te maken met kwantiteit. Het is allesbepalend voor organisaties om die digitale transformatie in gang te zetten. Dus is het werk dat aandacht krijgt, ook digitaal. Dat is de realiteit. En dat is ook waarom je dus stappen moet durven zetten.’
Voor Dept is dit de eerste keer dat er een bureau bij komt dat niet volledig digitaal is maar een behoorlijke component analoog in zich heeft, zoals visual identity en communication design. Hoe kijk je aan tegen cultuurverschillen en wat bekent dit voor de integratie van organisaties?
Manuel: ‘De afgelopen maanden hebben we al intensief contact gehad. Dit alles is gang gezet vanuit het gevoel, of eigenlijk de zekerheid dat er met de mensen een goede klik is. Dat we elkaar aanvullen en samen nog beter werk kunnen maken voor klanten. Dat is het allerbelangrijkste. Daarbij geloof ik niet dat het allemaal hetzelfde is of moet worden.'
Want ze zijn anders…
Manuel: ‘Die verschillen zijn er, zeker weten. Maar op een bepaalde manier zijn we eigenlijk helemaal niet zo verschillend. Het zijn allemaal hoog opgeleide mensen die werken op projecten, ze zijn allemaal creatief, gaan allemaal naar festivals en kijken allemaal Netflix. Dus er is ook veel hetzelfde bij mensen die in creatieve industrie werken.’
Dorresteijn; ‘Bovendien zijn die verschillen juist essentieel om dit te laten slagen. Laat het maar schuren. Een zichzelf bevestigend geheel boekt geen voortgang.’
Ligt er voor Studio Dumbar nu een mooie uitdaging om een nieuwe merkidentiteit van Dept te ontwikkelen?
Manuel (lachend): ‘Is dat een elegante manier om te zeggen dat je het bestaande niets vindt?
Dorresteijn: ‘Eigen projecten zijn een risicovolle categorie. Vaak liggen er nogal wat bananenschillen op de weg. Dat kan best een keer, maar niet als eerste test van de samenwerking. We beginnen eerst maar eens met werk voor een opdrachtgever.’
