Premium

Zijn reclamebureaus niet meer dan een supermarkt?

Harry Obdeijn zet vraagtekens bij 'bloemrijke vergelijking' in zijn vakblad.

‘Marketeers willen geen supermarkt meer, ze willen speciaalzaakjes. Het traditionele bureaumodel heeft zijn tijd gehad, aldus Freeforce en Nima.’ 

Dat lees ik dus in mijn vakblad en het treft mij onaangenaam. Niet zozeer vanwege de inhoud van het artikel. Doorlezend zie ik dat het een kop is die de aandacht wil trekken voor een onderzoek, gedaan door (let op) een collectief van freelancers. Marketingmensen is gevraagd hoe zij zichzelf zien, en waar zij het liefst hun communicatie vandaan halen.

Veertig respondenten hebben meegedaan, en die geven een nogal voorspelbaar beeld. Om te beginnen vinden ze natuurlijk dat de bewaking van hun merk vooral bij hen zelf ligt, maar (terecht of onterecht) dat hebben ze altijd al gevonden.

Van daaruit is het niet verwonderlijk dat ze erg geïnteresseerd zijn in netwerken van kleine aanbieders: zij hebben immers zelf de regie, daar ga je niet nog eens voor betalen.

Opmerkelijk is ook om te zien wat hun grootste probleem is met ‘leveranciers van communicatie en creativiteit’. Op plaats één staat: ‘ze kunnen me niet alle specialisaties leveren die ik nodig heb’, op de voet gevolgd door ‘kosten’ en ‘ze zijn onvoldoende op de hoogte van trends en ontwikkelingen’. 

Ook hier weinig nieuws: ze willen gewoon het onderste uit de kan voor zo weinig mogelijk geld.

Grappig is alleen wel dat ze jokken over hun gevoeligheid voor financiële soliditeit. We weten dat ze in het werkelijke leven en bij campagnes van enige omvang toch vaak kiezen voor voorfinanciering door grotere organisaties; het traditionele reclamebureau als bank, zeg maar. Daarvan is merkwaardig genoeg in het onderzoek niets terug te vinden, integendeel.

Interessant allemaal, en leerzaam, maar waarom zet je daar zo’n kop boven, als reclamevakblad? Waarom zou je reclamebureaus vergelijken met een supermarkt? Is dit het beeld dat we van onszelf willen hebben? Een zelfbedieningszaak waar je kunt halen wat je denkt nodig te hebben, en dan het liefst in de aanbieding: groente, fruit, pasta, kip, aardappels, kruiden… 

Moet daar bijvoorbeeld dan niet eerst nog iets van gekóókt worden, misschien? Iets lekkers, bij voorkeur? Of in elk geval iets eetbaars? Denkt zo’n marketentster dan werkelijk dat zij de chef-kok is? Of maakt het niks uit wat er op tafel komt?

Het zou de indringende spruitjeslucht die ons vaak toe walmt uit de media wel verklaren. Oké, niet generaliseren, soms is het bloemkool, met een papje. Of een boterham met kaas.

Overdrijf ik? Ik bedoel: het is tenslotte maar een kop boven een artikel – een journalist die een poging doet tot opvallen door bloemrijke vergelijking. Dat is waar.

Maar ik vraag me wel af in welke supermarkt hij die kopzin heeft opgedoken. Was zeker in de bonus.

Beeld : Commons Wikimedia

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie