Stichting Reklame Rakkers heeft gisteren tijdens een congres nieuwe onderzoeksresultaten gepresenteerd. Uit het onderzoek blijkt dat media een vanzelfsprekende en erg grote rol innemen in de levens van zowel kinderen als jongeren.
De media vormen voor de jeugd inmiddels zelf de omgeving of werkelijkheid. Door de komst van internet en het ontstaan van commerciële mediamerken vervaagt daarbij de grens tussen media en commercie.
Kinderen komen steeds jonger onder invloed van media, terwijl de invloed van ouders alsmaar afneemt.
Het mediagebruik van kinderen en jongeren vindt steeds vaker zonder toezicht plaats, waardoor het voor ouders en leerkrachten moeilijk wordt om kinderen pro-actief te begeleiden bij het opgroeien tot verantwoorde, actieve deelnemers aan de huidige 'gemedialiseerde' wereld.
Enkele cijfers op een rijtje:
*Kinderen van 14 maanden kijken gemiddeld een half uur televisie per dag (SCP, april 2005).
*Nederlandse kinderen krijgen of kopen gemiddeld op hun 9e jaar hun eerste mobiele telefoon (MarketResponse, april 2005).
*Kinderen van 6 tot 12 jaar keken in 2004 gemiddeld 125 minuten per dag televisie (Stichting Kijkonderzoek, jaarrapport 2004).
*In 2003 had al gemiddeld 35 procent van de kinderen onder de 13 jaar een eigen TV en een eigen computer op de kamer, (NIBUD, 2003).
Uit het onderzoek blijkt dat er problemen kunnen ontstaan wanneer kinderen en jongeren door gebrek aan begeleiding niet goed in staat zijn de informatie uit media te beoordelen op betrouwbaarheid of 'gekleurdheid'.
Het is voor hen zonder opvoeding of educatie tevens moeilijk informatie te interpreteren en te verwerken en te komen tot eigen meningen, keuzen en verantwoord zelfstandig mediagedrag.
Uit het onderzoek blijkt dat de media-oriëntatie van kinderen onvoldoende is en dat het onderwerp aandacht vergt.
Stichting Reklame Rakkers organiseerde in september 2005 ouderavonden en voerde kwalitatief onderzoek uit onder ouders en leerkrachten. Hierdoor is inzicht verkregen in hoe zij hun rol zien ten opzichte van het begeleiden van kinderen bij het opgroeien tot bewuste en kritische kinderconsumenten.
Het kwalitatieve onderzoek werd uitgevoerd door onderzoeksbureau IPM Kidwise. Het blijkt dat ouders zich serieus zorgen maken over de invloed van media op hun kinderen en dat de invloed van reclame daar maar een klein onderdeel van uitmaakt.
Ouders hanteren een smalle definitie voor reclame, zij praten slechts over de traditionele vormen van commercie, zoals TV-commercials en reclamefolders. Uit gesprekken met ouders tijdens ouderavonden blijken thema's als 'normen en waarden in sociale contacten', 'taalgebruik' (inclusief invloed van beeldtaal), 'mediaverslaving', 'geweld in de media', 'seksualisering van de media' en '(anoniem) pestgedrag via de media' de ouders de grootste zorgen te baren.
Ouders vinden het in de praktijk moeilijk om invloed uit te oefenen op het mediagedrag van hun kinderen als actieve deelnemers in de media. Zij vinden dan ook dat mediaopvoeding op school thuishoort.
Dit in tegenstelling tot leerkrachten, die aan de ene kant wel onderkennen dat commercieel bewustzijn en mediavaardigheden aan de orde moeten komen in het basisonderwijs, maar aan de andere kant wel vinden dat ouders daarin een actieve rol zouden moeten vervullen.
Leerkrachten geven aan dat zij niet zitten te wachten op een apart vak 'Media en Commercie' in het curriculum, want zij beschouwen hun lestaken al als overvol. Leerkrachten willen echter graag hulp bij het integreren van deze thema's in de bestaande lesprogramma's.
Media en commercie kunnen aan bod komen als deelthema bij verschillende lessen, zoals taal, lezen, geschiedenis en wereldoriëntatie. Zij geven onder andere het advies om themaprogramma's en gastcolleges van mensen uit de praktijk aan te bieden aan scholen.
Stichting Reklame Rakkers heeft naast het onderzoek onder ouders en leerkrachten samen met Moniek Buijzen van de Universiteit van Amsterdam een meetinstrument ontwikkeld waarmee het niveau van commerciële vaardigheden van kinderen kan worden vastgelegd.
De commerciële vaardigheden die worden gemeten zijn: herkenning van reclame, begrip van reclame en de aanwezigheid van een kritische attitude ten opzichte van reclame. De Nationale Reclame Radar zal tweemaal per jaar via internet worden uitgevoerd, in de maanden april en november. De eerste resultaten worden in april 2006 verwacht.
Liesbeth Hop, woordvoerster Stichting Reklame Rakkers: 'Ons kenniscentrum richt zich sinds juni 2004 op het ontwikkelen van educatieve diensten die bijdragen aan het verbeteren van het commerciële bewustzijn en de mediavaardigheden van kinderen.
'Wij zijn gestart met projecten die zich vooral richten op het commerciële bewustzijn van kinderen, bestaande uit herkenning en begrip van reclame en het ontwikkelen van een kritische attitude ten opzichte van de commerciële omgeving.
'Uit ons onderzoek naar de effectiviteit van deze projecten is gebleken dat kinderen zeer ontvankelijk zijn voor dergelijke programma's en dat er slechts enkele aanpassingen nodig zijn om op dit vlak voldoende effectiviteit te bereiken, al zullen we nog veel werk moeten verzetten om het onderwerp in het basisonderwijs in Nederland verankerd te krijgen.
'Maar het onderzoek gaf ons genoeg reden om ons nu tevens te gaan richten op de mediavaardigheden of zelfs mediaweerbaarheid van kinderen. Zoals blijkt uit ons onderzoek maken kinderen en jongeren steeds jonger en steeds meer als actief deelnemer gebruik van media zonder voldoende educatie of opvoeding op dat vlak.
'Het is goed dat we zowel ouders en leerkrachten, als ook media zelf gaan helpen hun eigen specifieke rol daarin beter vorm te geven. Het is ons gelukt om alle relevante partijen die daar een bijdrage aan kunnen leveren aan ons netwerk te koppelen.'
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!